Operator's Manual

14
4. Giet voorzichtig accuzuur in elke cel totdat de
vloeistof ongeveer 6 mm boven de platen staat.
5. Laat de platen ongeveer 20 tot 30 minuten weken in
het accuzuur. Vul indien nodig bij totdat het accuzuur
ongeveer 6 mm van de onderkant van de vulbuis staat.
Bij het opladen produceert de accu gassen die tot
ontploffing kunnen komen.
Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor
dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu
komen.
Waarschuwing
6. Sluit een acculader van 3 tot 4 A aan op de accupolen.
Laad de accu op bij 3–4 A totdat het soortelijk gewicht
1.250 of hoger is en de temperatuur minstens 16_ C
bedraagt, waarbij alle cellen onbelemmerd gas
afgeven.
7. Als de accu is opgeladen, haalt u de acculader uit het
stopcontact en maakt u deze los van de accupolen.
Opmerking: Nadat de accu in gebruik is genomen, mag u
deze indien nodig uitsluitend bijvullen met gedistilleerd
water, hoewel dit in normale gebruiksomstandigheden bij
onderhoudsvrije accu’s niet nodig is.
Accupolen of metalen gereedschappen kunnen
kortsluiting maken met metalen onderdelen van
de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan.
Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing
komen, die lichamelijk letsel kunnen veroorzaken.
Zorg ervoor dat bij het verwijderen of
monteren van de accu de accupolen niet in
aanraking komen met metalen onderdelen van
de machine.
Voorkom dat metalen gereedschappen
kortsluiting veroorzaken tussen de accupolen
en metalen onderdelen van de machine.
Waarschuwing
8. Plaats de accu in de bak in de accubehuizing (Fig. 5).
Zorg ervoor dat de accupolen naar buiten zijn gericht.
9. Bevestig de accu aan de basis van de behuizing met
een accustang, (2) aandrukstangen, (2) platte ringen en
(2) vleugelmoeren (Fig. 5).
10. Bevestig eerst de pluskabel (rood) aan de pluspool (+)
van de accu met een rijtuigbout en een moer (Fig. 5)
en vervolgens de minkabel (zwart) aan de minpool (–)
van de accu eveneens met een rijtuigbout en een moer
(Fig. 5). Schuif het rubberen stofkapje over de
pluspool om eventuele kortsluiting te voorkomen.
1
2
3
5
4
Figuur 5
1. Accubak
2. Bevestiging van accu
3. Aandrukstang
4. Pluspool (+)
5. Minpool (–)
Belangrijk Zorg ervoor dat er ruimte tussen de
accukabels en de rijsnelheidshendel is. Controleer of de
afstand tussen de rijsnelheidshendel en beide kabels
minimaal 2,5 cm bedraagt als u deze door zijn hele bereik
beweegt. U mag de minkabel en de pluskabel nooit
verbinden of met tape aan elkaar bevestigen.
Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan
dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg
hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen
accugassen tot ontploffing komen, die lichamelijk
letsel kunnen veroorzaken.
Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los
voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan
voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
Waarschuwing
11. Sluit en vergrendel het deksel van de accubehuizing.