Operator's Manual

39
Onderhoud van de bougie
Controleer de bougie(s) om de 200 bedrijfsuren.
Controleer of de elektrodenafstand correct is voordat u de
bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor het
(de)monteren van de bougie(s) en een voelermaat voor het
meten en afstellen van de elektrodenafstand. Monteer
nieuwe bougie(s) indien dit nodig is.
Type: Champion RC12YC (of equivalent type)
Elektrodenafstand: 0,76 mm
Bougie(s) verwijderen
1. Stel de parkeerrem in werking, zet de motor af,
verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle
bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen
alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
2. Trek de kabel(s) van de bougie(s) (Fig. 48). Maak de
omgeving van de bougie(s) schoon om te voorkomen
dat er vuil in de motor komt, wat beschadiging kan
veroorzaken.
3. Verwijder de bougie(s) en de metalen ring.
1
2
m–4811
Figuur 48
1. Bougiekabel 2. Bougie
Bougie controleren
1. Bekijk het midden van de bougie(s) (Fig. 49). Als de
isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar
behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal
op een vuil luchtfilter.
Belangrijk U mag de bougie(s) nooit schoonmaken.
Bougie(s) altijd vervangen bij: zwarte laag op de bougie,
versleten elektroden, vettige laag op de bougie of
scheuren.
2. Controleer de afstand tussen de centrale elektrode en
de massa-elektrode (Fig. 49). Verbuig de
massa-elektrode (Fig. 49) om de juiste afstand in te
stellen indien dit nodig is.
0,76 mm
2
3
1
m–3215
Figuur 49
1. Centrale elektrode met
isolator
2. Massa-elektrode
3. Elektrodenafstand (niet op
schaal weergegeven)
Bougie(s) monteren
1. Monteer de bougie(s). Controleer of de
elektrodenafstand correct is.
2. Draai de bougie(s) vast met een torsie van 27 Nm.
3. Druk de kabel(s) op de bougie(s) (Fig. 48).