Operator's Manual

43
Hydraulische leidingen controleren
Voor elk gebruik moet u de hydraulische leidingen en
slangen controleren op lekkages, losgeraakte
aansluitingen, kinken, loszittende steunen, slijtage,
beschadigingen als gevolg van weersinvloeden en de
inwerking van chemicaliën. Voer alle noodzakelijke
reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik
neemt.
Opmerking: Houd de omgeving van het hydraulische
systeem vrij van aangekoekte rommel.
Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt,
kan door de huid heen dringen en letsel
veroorzaken.
Hydraulische vloeistof die per ongeluk in de
huid is geïnjecteerd, moet binnen enkele uren
operatief worden verwijderd door een arts die
bekend is met dit type verwondingen. Anders
kan gangreen ontstaan.
Houd lichaam en handen uit de buurt van
kleine lekgaten of spuitmonden waaruit onder
hoge druk hydraulische vloeistof ontsnapt.
U kunt lekken in het hydraulische systeem
opsporen met behulp van karton of papier.
Hef alle druk in het hydraulische systeem op
veilige wijze op, voordat u werkzaamheden
gaat verrichten aan het hydraulische systeem.
Controleer of alle hydraulische slangen en
leidingen in goede staat verkeren en alle
hydraulische aansluitingen en
verbindingsstukken stevig vastzitten voordat u
druk zet op het hydraulische systeem.
Waarschuwing
Grondvolgsysteem
terugstellen
Als er onderhoudswerkzaamheden moeten worden
uitgevoerd aan het True Core grondvolgsysteem
(uitgezonderd vervanging van de beschermvingers) of als
de insteekwerktuigenhouders in aanraking komen met de
beschermvingers als zij zijn ingesteld op de maximale
werkdiepte, moet de trekstang voor de instelling van de
werkdiepte misschien worden teruggesteld.
1. Draai de linker bevestigingsbeugel van de
beschermvingers (Fig. 54) omhoog totdat u een
borgpen (5/16 boorstang of tapbout) kunt steken tussen
de beugel en de buis voor de instelling van de
werkdiepte die op het frame is gelast.
2. Zet de hendel van het grondvolgsysteem (Fig. 54) op
“H” (diepste stand).
3. Maak de out-board kogelschakelaar (Fig. 54) los van
de kabelboom (schakelaar voor Hoog-Laag).
4. Draai de (linker en rechter) contramoeren op de
trekstang voor de instelling van de werkdiepte los
(Fig. 54).
5. Bepaal met een multimeter de elektrische sluiting van
de kogelschakelaar.
6. Draai de trekstang totdat de kogelschakelaar net sluit
of contact maakt.
7. Zet de linker en rechter contramoeren vast op de
trekstang.
8. Sluit de kogelschakelaar weer aan op de kabelboom.
9. Verwijder de “pen” van de beugel van de
beschermvingers en de buis voor de instelling van de
werkdiepte.
2
5
3
4
1
Figuur 54
1. Bevestigingsbeugel van
beschermvingers
2. Hendel van
grondvolgsysteem
3. Out-board
kogelschakelaar
4. Trekstang voor instelling
van werkdiepte
5. Borgpen
Riemen controleren
De drijfriemen op de ProCore 648 zijn vervaardigd van
zeer duurzaam materiaal. Bij normale blootstelling aan
ultraviolette straling, ozon of incidentele blootstelling aan
chemische stoffen kan de kwaliteit van het rubberen
materiaal na verloop van tijd verslechteren, waardoor de
riemen voortijdig slijten of stukjes van de riem loslaten.
Het wordt ten zeerste aanbevolen de riemen jaarlijks te
controleren op tekenen van slijtage, diepe scheuren of
vastgekoekt vuil en deze indien nodig te vervangen.
Een complete onderhoudskit voor de riemen is
verkrijgbaar bij een erkende Toro-dealer.