Operator's Manual

12
Montage
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Lijst met losse onderdelen
Opmerking: Gebruik deze lijst om te controleren of alle onderdelen die nodig zijn voor de montage, zijn geleverd. Als
een van deze onderdelen ontbreekt, kan de machine niet volledig worden gemonteerd.
Omschrijving
Hoeveel-
heid
Gebruik
Borgmoeren, 1/2–20 3
Kabelgeleider 1
Tapbouten, 5/16 x 1/2 inch 2
Bevestiging van de handgreep op de vork
Borgmoeren 2
Tapbout, #10–24 x 2 inch 1
Moer, #10–24 1
Bevestiging van achterkap conform
-
Borgmoer #10–24 1
-
Tapbout, 1/4–20 x 1 inch 1
Bevesti
in
van kap van tussenas conform
Borgmoer, 1/4–20 1
EU-voorschriften
Gebruikershandleiding 2
Lezen voordat de machine in gebruik wordt
genomen.
Gebruikershandleiding van motor 1
Lezen voordat de machine in gebruik wordt
genomen.
Onderdelencatalogus 1
Instructievideo 1
Bekijken voordat de machine in gebruik wordt
genomen
Controlelijst voor levering 1
Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Achterwielen monteren
1. Verwijder de (8) wielmoeren waarmee de achterkant
van de verluchter is bevestigd aan de verpakking.
2. Monteer een wiel aan elke wielnaaf met (4)
wielmoeren (Fig. 2). Draai de moeren vast met een
torsie van 61–75 Nm.
Opmerking: Zorg ervoor dat er tussen alle wielen en
naven een lagerplaat zit.
3. De banden worden in de fabriek opzettelijk te hard
opgepompt. De voor- en achterbanden moeten een
spanning van 83 kPa (12 psi) hebben.
3
1
2
Figuur 2
1. Wiel
2. Wielmoer
3. Lagerplaat