Operator's Manual

29
Als de verluchtkop niet start voordat de pennen de grond
in gaan, en de positieschakelaar zo hoog mogelijk is
geplaatst, bestaat de kans dat de elektrische koppeling
zodanig is beschadigd dat hierdoor de koppeling te laat in
werking wordt gesteld. Neem contact op met uw
Toro-dealer of raadpleeg de onderhoudshandleiding voor
de ProCore 648.
Minipen (Quad-pen)
De minipennenkop van Toro biedt de mogelijkheid zeer
snel te verluchten, doordat de pennen in een dubbele rij
zijn geplaatst. Bij deze verluchtkop moet de gatenafstand
worden ingesteld op 6,4 cm. De rijsnelheid is belangrijk
om hetzelfde resultaat te behalen als bij een gatenafstand
van 3,2 cm. Zie het hoofdstuk Instelling van de
gatenafstand, indien de gatenafstand een kleine wijziging
nodig heeft.
Bij gebruik van de minipennenkop of grotere dichte
pennen is de structuur van de graswortels belangrijk om te
voorkomen dat de grasmat wordt beschadigd doordat de
wortels stuk worden getrokken. Indien de middelste twee
armen het gras omhoogtrekken of de wortels ernstig
worden beschadigd, gaat u als volgt te werk:
Vergroot de gatenafstand
Gebruik kortere pennen
Verwijder een aantal pennen
Deze schade wordt veroorzaakt door de opwaartse
beweging van dichte pennen als deze uit de grasmat
worden getrokken. Bij deze beweging kunnen de wortels
stuk worden getrokken als het aantal pennen te hoog is of
de diameter van de pennen te groot is.
Dichte pennen
Bij verluchting met langere dichte pennen (d.w.z. 9,5 mm
x 10 cm lang) of naaldpennen kan de voorkant van de
gaten sleufvormig worden of omhoog gaan staan. Om
voor deze configuratie weer gaten van uitstekende
kwaliteit te krijgen, moet u het hoog stationaire toerental
van de motor verminderen tot 2800 – 2900 tpm. De
gatenafstand verandert niet aangezien het toerental van de
tractie en de verluchtkop afhankelijk zijn van het toerental
van de motor.
Als vermindering van het motortoerental niet leidt tot een
betere kwaliteit van de gaten wanneer u de grotere dichte
pennen gebruikt, moet de Roto-Link demper wellicht
stijver worden ingesteld. Door de Roto-Link stijver in te
stellen, kan de vervorming van de voorkant van de gaten
worden verholpen. In de meeste omstandigheden biedt de
fabrieksinstelling de beste resultaten.
Opmerking: Verander de instelling van de helft van de
Roto-Links (3 armen) en test het verschil op een
proefperceel.
1. Verwijder de borgmoeren waarmee de Roto-Link
demper is bevestigd aan het frame van de verluchtkop.
2. Verwijder het bovenste afstandsstuk van de demper
(met een een dikte van 13 mm) en zet de Roto-Link
demper weer vast aan het frame van de verluchtkop.
Gebruik de geharde“D” ring.
3. Draai de tapbouten los waarmee de bumperplaat is
vastgezet.
4. Schuif de bumperplaat naar voren en draai de
tapbouten weer vast. Hierdoor kunnen de Roto-Link
bumpers goed heen en weer bewegen.
Rij de verluchter naar een testterrein en vergelijk de
kwaliteit van de gaten. Indien deze is verbeterd, herhaalt u
bovenstaande procedure bij de overige Roto-Link dempers.
Opmerking: Deze instelling van de Roto-Link demper
moet ongedaan worden gemaakt als u weer andere pennen
of minipennen gaat gebruiken.
Na gebruik
Na gebruik moet u de machine schoonspoelen met een
tuinslang zonder spuitmond, zodat de afdichtingen en lagers
niet worden beschadigd en verontreinigd raken als gevolg
van een te hoge waterdruk. Indien nodig kunt u een borstel
gebruiken om aangekoekt materiaal te verwijderen. Gebruik
een mild reinigingsmiddel om de kappen schoon te maken.
Smeer regelmatig autowas op de kappen zodat zij hun glans
behouden. Na reiniging verdient het aanbeveling de machine
te controleren op beschadiging, olielekken en slijtage van de
onderdelen en pennen.
Verwijder, reinig en olie de pennen. Spuit een dun laagje
olie op de lagers van de verluchtkop (verbindingen van
kruk en demper).
Monteer de onderhoudsvergrendeling als de verluchter
voor meerdere dagen wordt gestald.
Markeerder gebruiken
Met de markeerder kunt u de banen van de verluchter in
een rechte lijn brengen (Fig. 36).
1
2
Figuur 36
1. Markeerder (opbergstand) 2. Markeerder (gebruiksstand)