Operator's Manual

30
Gewichtsverplaatsing instellen
De ProCore 648 is zodanig ontworpen dat het gewicht van
de tractie-eenheid wordt verplaatst naar de verluchtkop,
zodat de diepte van de gaten hetzelfde blijft, ongeacht de
structuur van de bodem. Als de bodem echter zo hard is
dat de pennen niet volledig daarin kunnen binnendringen,
is extra gewichtverplaatsing vereist. Om de neerwaartse
druk van de veren voor de gewichtsverplaatsing te
verhogen, gaat u als volgt te werk:
Als de veerplaten plotseling losschieten, kunt u
letsel oplopen.
Vraag iemand hulp als u de veer voor de
gewichtsverplaatsing instelt.
Waarschuwing
1. Draai de moeren van de rijtuigschroeven los waarmee
de beugels van de veer zijn bevestigd aan de
verluchtkop. Verwijder ze niet (Fig. 37).
2
1
Figuur 37
1. Veren voor
gewichtsverplaatsing
2. Veerplaat
2. Steek een 13 mm dopsleutel of onderbrekerstang in het
vierkante gat in de veerplaat (Fig. 38).
2
1
Figuur 38
1. Vierkante gat in beugel 2. Achterste rijtuigschroef
3. Houd de dopsleutel of onderbrekerstang vast om de
spanning op de veerplaat op te heffen en verwijder de
achterste rijtuigschroef.
4. Draai de veerplaat totdat deze recht tegenover het
andere gat staat, plaats de rijtuigschroeven en zet de
moeren vast.
Opmerking: Als u de veerplaten omhoog draait, zal de
gewichtsverplaatsing groter worden.
Extra gewicht
Dankzij de grotere gewichtsverplaatsing is het mogelijk
een bodem te verluchten die zo hard is dat de twee
achterwielen van de grond komen als gevolg van de
gewichtsverplaatsing. Hierdoor kan de gatenafstand
onregelmatig worden.
Als dit gebeurt, kan een extra gewichtsplaat worden
geplaatst op de achterasbuis van het frame. Elk gewicht
maakt de tractie-eenheid 28,5 kg zwaarder. Er kunnen
maximaal twee platen worden toegevoegd. Zie de
onderdelencatalogus voor de onderdeelnummers van deze
platen.