Operator's Manual

31
Controlemodule van verluchter
(Aerator Control Module, ACM)
De ACM is een “ingekapseld” elektronisch apparaat dat is
vervaardigd in een “one size fits all” configuratie. De
module gebruikt halfgeleider- en mechanische elementen
ten behoeve van de controle en regeling van de elektrische
functies die nodig zijn voor een veilig gebruik van het
product.
1
Figuur 39
1. Standaard controlemodule
De module controleert inputs zoals verluchtkop neerlaten,
verluchtkop opgeheven, transporteren, verluchten en grond
volgen. De module is verdeeld in inputs en outputs. Inputs
en outputs worden aangegeven door groene LED-controle-
lampjes die zijn aangebracht op de printplaat. Het vermogen
wordt aangegeven door een rood LED-controlelampje.
De input voor het startcircuit wordt geactiveerd door
12 VDC. Alle andere inputs worden geactiveerd als het
circuit wordt gesloten om massa te maken. Elke input
heeft een LED dat gaat branden als het desbetreffende
circuit wordt geactiveerd. Gebruik de LED’s voor de input
om problemen met het circuit van de schakelaar en de
input te verhelpen.
De output-circuits worden geactiveerd door correcte input-
condities. De drie outputs omvatten SVL (solenoïdeklep
omlaag), SVR (solenoïdeklep omhoog) en SVQ (solenoïde-
klep snel). De output-LED’s controleren de conditie van de
relais en geven aan dat er elektrische spanning op een van de
drie contactpunten voor de output is.
De output-circuits stellen niet vast of het output-apparaat
correct functioneert, zodat in geval van problemen met de
elektrische functies ook de LED’s en de werking van de
gewone apparatuur en de kabelboom moeten worden
gecontroleerd. Meet de impedantie van het losgekoppelde
onderdeel, de impedantie door de kabelboom (loskoppelen
bij de ACM), of voer een test uit waarbij het
desbetreffende onderdeel tijdelijk wordt geactiveerd.
De ACM is niet aangesloten op een externe computer of een
handtoestel, kan niet opnieuw worden geprogrammeerd en
registreert geen periodieke gegevens over storingen en
problemen.
De sticker op de ACM bevat uitsluitend symbolen. Het
output-vak bevat symbolen voor de LED’s van de drie
outputs. Alle andere LED’s zijn inputs. Op de
onderstaande tabel staan de symbolen.
1. Aan/Uit
2. Output
3. Solenoïdeklep omlaag
4. Solenoïdeklep omhoog
5. Solenoïdeklep snel
6. Input
7. Verluchtkop neergelaten
8. Verluchtkop opgeheven
9. Transporteren
10. Verluchten
11. Grond volgen
12. Neerlaten OK
Hier vindt u in logische volgorde de stappen die u moet
nemen op de ACM om problemen te verhelpen.
1. Stel vast welke output-storing u wilt verhelpen.
2. Draai het contactsleuteltje op “AAN” en kijk of de
rode LED voor het “vermogen” brandt.
3. Beweeg alle inputschakelaars om er zeker van te zijn
dat alle LED’s in een andere toestand komen.
4. Zet de input-apparaten in de juiste stand om de
correcte output te verkrijgen.
5. Als een specifieke output-LED brandt zonder de juiste
output-functie, moet u de bedrading van de output, de
aansluitingen en het onderdeel controleren. Indien
nodig repareren.
6. Als een specifieke output-LED niet brandt, moet u
beide zekeringen controleren.
7. Als een specifieke output-LED niet brandt en de inputs
zijn in goede conditie, moet u een nieuwe ACM
plaatsen en kijken of de storing verdwijnt.