Operator's Manual

afstelling (2) (Afb. 9) en Aandrijfas (5) (Afb. 10).
1. Veeg de smeernippel schoon zodat er geen ander materiaal in
het lager of de lagerbus kan komen.
2. Pomp vet in het lager of de lagerbus.
3. Verwijder overtollig vet.
N.B.: Het is een goed gebruik om na iedere wasbeurt de
machine de smeernippels te smeren.
4. Om de middelste smeernippel op de poelie van de aandrijfas te
smeren, moet de verluchter in de opgehaalde (transport) positie
staan zodat u er bij kunt door de gleuven in de afdekplaten.
HET CONTROLEREN VAN HET
TANDWIELCARTEROLIEPEIL
Iedere 25 bedrijfsuren, of eens per seizoen, wat zich het eerst
voordoet, moet het oliepeil in alle tandwielkasten gecontroleerd
worden.
1. Verwijder de pluggen (2) uit de openingen in de tandwielkast
aan de voorkant (Afb. 11).
2. Het oliepeil moet tot boven aan alle openingen staan. Indien er
olie bijgevuld moet worden, gebruikt u SAE 80-90
(ISO 150/220) tandwielolie.
N.B.: Onder normale omstandigheden zal het tandwielcarter-
oliepeil niet zakken. Als het oliepeil te laag staat, probeer dan
sporen van lekkages op te zoeken en te herstellen indien nodig.
Indien er grote slijtage of beschadigingen bij een van de
onderdelen in de tandwielkast optreden moet u de olie aftappen,
de tandwielkasten uitspoelen en verse olie bijvullen. De olie-
aftapplug bevindt zich onder op iedere tandwielkast.
3. Zorg ervoor dat het uiteinde van het ontluchtingssbuisje open
en schoon is (Afb. 12).
HET CONTROLEREN VAN HET 90°
TANDWIELCARTEROLIEPEIL
1. Zet de machine op een horizontaal vlak, verwijder de
olievul/peilstokplug (Afb. 13).
2. Indien er olie bijgevuld moet worden, gebruikt u SAE 80-90
(ISO 150/220) tandwielolie.
16
Afbeelding 11
1. Oliecarter-vuldop (2)
Afbeelding 12
1. Ontluchtingsbuisje
Afbeelding 13
1. Olievuldop/peilstok