Operator's Manual

VEREISTEN VOOR TRACTOR
Uw verluchter is ontworpen voor tractoren met een
triangelkoppeling van Categorie 1. De eisen met
betrekking tot de benodigde pK staan in onderstaande
tabel weergegeven:
MODEL TRACTOR pK (kW)
MC 10 16 pK (11,5)
MC 15 24 pK (17,5)
MC 20 32 pK (23)
Het vooreinde van de tractor moet zwaar genoeg zijn om
het contact tussen de voorwielen en de grond te bewaren
zodat u niet de macht over het stuur verliest en de tractor
stabiel blijft. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de
tractor en hoofdstuk 6.0 van de Specificaties op de
achterzijde van dit handboek voor informatie over het
gewicht van de verluchter.
KOPPELING AAN TRACTOR
1. Zorg ervoor dat er zich niemand rond de machine
bevindt en dat u genoeg manoeuvreerruimte hebt.
2. Rij langzaam en in een rechte lijn achteruit naar de
verluchter met de onderste bevestigingsarmen naar
beneden gebracht ter hoogte van de onderste
bevestigingspennen van de verluchter.
3. Als de linkerbevestigingsarm op gelijke hoogte is
met bevestigingspen van de verluchter, MOET U
DE MOTOR UITSCHAKELEN, DE TRACTOR
OP DE PARKEERREM ZETTEN, DE
VERSNELLING IN NEUTRAALSTAND
SCHAKELEN. Schuif de bevestigingsarm over de
bevestigingspen, plaats de opsluitpen op zijn plek
en zet alles goed vast.
4. Breng indien nodig de rechterbevestigingsarm op
gelijke hoogte met de bevestigingspen. Bevestig de
arm en zet deze goed vast met de opsluitpen.
5. Verstel de lengte van de bovenbevestiging met de
schroefspanner en breng deze op een lijn met de
bevestigingsgaten, plaats de pen en de opsluitpen.
6. Verkort of verleng de bovenbevestiging zodat de
machine verticaal staat (afb. 8). Gebruik de
nivelleerder van de tractor zodat de machine, van
voren of van achteren gezien, gelijkmatig wordt
opgeheven.
7. Verbinding aftakas:
(a) Zorg ervoor dat de bevestigingspen helemaal
los is en vastzit aan de aftakas waarmee de
verbinding tot stand wordt gebracht (afb. 14).
Afb.8
Afb.9
Afb. 10
(b) Zorg ervoor dat de ruimte tussen de buizen en
de afschermingen ongeveer 75 mm (3 inch)
bedraagt (afb. 10). Indien dit niet het geval is,
moet u beide delen op lengte zagen met een
ijzerzaag en afbramen met een ronde vijl.
8. Verstel de lengte van de stabilisatiekettingen van de
onderste bevestigingsarmen zodat de verluchter
goed vastzit aan het centerpunt van de tractor en
niet heen en weer kan slingeren.
11
Bediening