Operator's Manual

15
5. Doe het volgende om de neerwaardse druk op de
beschermvingers te verlagen:
A. Verwijder de moeren waarmee elk uiteinde van de
grasmatkambeugel vast zit aan de rolsteunen
(Fig. 15).
1
2
Figuur 15
1. Locatie afstandsstuk (1
aan elke kant)
2. Rolschraapvlak
B. Draai de grasmatkambeugel omhoog en plaats een
ring op elke bout.
C. Draai de grasmatkam naar beneden op de bouten
en controleer de hoek.
D. Monteer de moeren om alles vast te zetten.
Opmerking: De verluchtingsdiepte moet eventueel
worden verlaagd om ervoor te zorgen dat er ruimte zit
tussen de penhouders en de beschermvingers. Controleer
de ruimte vóór u begint met verluchtem.
Opmerking: Vergemakkelijk het laden/lossen van de
verluchter op/van een aanhanger door de moeren te
verwijderen waarmee de uiteinden van de werktuigbalk
voor grasmatkammen vast zitten aan de rolsteunen en
draai de werktuigbalk voor grasmatkammen omhoog.
De rolschaper afstellen
Stel de rolschraper zo af dat er een gat van ongeveer
3 mm zit tussen de schraper en de rol.
1. Maak de bevestigingen los waarmee elk uiteinde van
de schraper vastzitten op het rolschraapvlak (Fig. 14).
2. Schuif de rolschraper omhoog of omlaag tot de
gewenste positie en zet de bevestigingen vast.
De grasmatbeschermers
afstellen
Vóór u start met het gebruik van uw verluchter moet u de
steun van het achterste zwenkwiel verwijderen en de
machine op de 3-puntsverbinding laten zakken tot de
dieptecontrolerol op de grond rust. Controleer vanaf de
achterkant van de machine of de pennen precies op één
lijn zitten met het midden van de gaten in de
grasmatbeschermers. Monteer indien nodig de juiste
beschermvingers (Fig. 16).
Figuur 16
Opmerking: Bij gras met een goede wortelstructuur zijn
beschermvingers niet altijd nodig. In dit geval: De
werktuigbalk voor de grasmatbeschermers niet
verwijderen want deze geeft steun aan rolsteunen.
Verwijder alleen de plastic kammen van de
grasmatbeschermersbeugel.