Operator's Manual

23
Bedieningsorganen van de
tractor
Het is noodzakelijk uzelf bekend te maken met de
bediening van de volgende bedieningsorganen van de
tractor vóór u de verluchter kunt bedienen:
Inschakelen aftakas
3-puntsbevestiging (omhoog/omlaag)
Koppeling
Gashendel
Schakelen
Opmerking: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de
tractor voor instructies voor de bediening.
Werkingsprincipe
De driepuntsbevestiging van de tractor heft de verluchter
op voor transport en laat deze zakken voor gebruik.
De stroom van de aftakas wordt overgebracht via assen,
versnellingsbak en drijfriemen naar een aantal krukassen
die de penhoudende armen in het oppervlak van de
grasmat duwen.
Terwijl de tractor naar voren rijdt met de aftakas
ingeschakeld en de machine neergelaten, worden een
aantal gaten gemaakt in het oppervlak van de grasmat.
De diepte van de penetratie van de pennen wordt bepaald
door de montagehoek van de verluchter en de hoogte van
de dieptecontrolerol.
De afstand tussen de gecreëerde gaten wordt bepaald door
de overbrengingsverhouding van de tractor (of
hydrostatische positie van de tractiepedaal) en het aantal
pennen in elke penhouder. Het eenvoudig wijzigen van het
motortoerental verandert niet de afstand tussen gaten.
Oefenperiode
Oefen vóór u de verluchter gebruikt in een open ruimte en
oefen het gebruik van de machine. Bestuur de tractor met
de aanbevolen versnellingen en aandrijfsnelheden van de
aftakas en raak goed vertrouwd met de bediening van de
machine. Oefen het stoppen en starten, heffen en neerlaten
van de verluchter, uitschakeling van de aftakasaandrijving
en het op één lijn brengen van de machine met eerdere
banen. Een oefensessie garandeert vertrouwen in de
prestatie van de verluchter en helpt ervoor zorgen dat de
juiste bedieningstechnieken worden gebruikt wanneer de
machine wordt bediend.
Als er zich sproeikoppen, elektriciteits- of
communicatiekabels of andere obstructies in het te
verluchten veld bevinden, markeer dan deze objecten om
ervoor te zorgen dat deze niet beschadigd raken tijdens het
gebrruik.
Verlaat, om persoonlijk letsel te voorkomen, nooit
de bestuurderstoel van de tractor zonder eerst de
parkeerrem in te stellen en de aftakasaandrijving
uit te schakelen. Voer nooit reparaties uit aan de
verluchter zonder eerst de verluchter te laten
zakken op het zwenkwiel/de veiligheidsstandaard.
Controleer of alle vieligheidsinrichtingen vast
zitten op de juiste plaats vóór u verder gaat met
gebruik.
Voorzichtig
Vóór het verluchten
Inspecteer het werkgebied op gevaren die de machine
zouden kunnen beschadigen en verwijder deze, indien
mogelijk, of bedenk hoe u deze kunt vermijden. Houd
reservepennen en gereedschap bij u voor
herstelwerkzaamheden wanneer pennen in contact komen
met vreemde voorwerpen.