Operator's Manual

20
Gebruiksaanwijzing
De pendiepte afstellen
Om de werkdiepte van de pen in te stellen, gaat u als volgt
te werk:
1. Verwijder de lynchpen uit elke diepte-afstelhendel
(Fig. 19).
1
Figuur 19
1. Diepte-afstelhendel
2. Draai aan de diepte-afstelhendels om de rol op te
heffen (dieper) of neer te laten (ondiep).
Opmerking: Controleer of de roller zich op de grond
bevindt als de diepte eenmaal is geselecteerd.
3. De diepterichtlijnen (Fig. 20) worden gegeven met de
nummers 1 t/m 27. De diepte verandert door de hoek
van de verluchter, het type pen en de mate van slijtage
van de pennen. Raadpleeg het
diepterichtlijnenoverzicht op blz. 22. Veranderen van
het ene naar het andere nummer geeft een verandering
in diepte van ongeveer 5 mm. Hoe hoger het nummer,
des te hoger de penpenetratie. Stel altijd aan beide
kanten hetzelfde nummer in.
1
Figuur 20
1. Diepterichtlijn
Belangrijk Als u bij de hoogte een grote verandering
moet maken, pas dan elke steun een klein beetje aan om
ervoor te zorgen dat de steunen zo gelijkmatig mogelijk
worden afgesteld.
Opmerking: Onthoud dat wanneer diepteveranderingen
worden aangebracht u de lengte van de bovenste
verbinding aan moet passen om de machine de juiste hoek
te geven. Raadpleeg “De bovenste verbindingsstang
koppelen” op blz. 10.
Belangrijk De pendiepte wordt beïnvloed door de
hoek van de verluchter en door de diepte-instelling. Als de
verluchter in een achterwaartse hoek is afgesteld kunnen
de penhouders in contact komen met de
grasmatbeschermers en kan schade optreden. De
dieptes 26 en 27 kunnen niet worden gebruikt wanneer de
verluchter zich in de verticale positie bevindt. Zie het
diepte-overzicht.