Operator's Manual

3
In deze handleiding is een systeem gebruikt om mogelijke
gevaren aan te duiden en u te attenderen op bijzondere
aanwijzingen om lichamelijk (mogelijk dodelijk) letsel
van u en anderen te voorkomen. De termen Gevaar,
Waarschuwing en Voorzichtig duiden de mate van het
risico aan. Ga als regel altijd voorzichtig te werk.
Gevaar duidt op een zeer gevaarlijke situatie die ernstig
letsel of de dood tot gevolg zal hebben wanneer de
veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Waarschuwing duidt op een gevaarlijke situatie die
ernstig letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer
de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Voorzichtig duidt op een gevaarlijke situatie die licht
letsel tot gevolg kan hebben wanneer de
veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Er worden in deze handleiding nog twee woorden gebruikt
om u op belangrijke informatie te wijzen.
Belangrijk
attendeert u op bijzondere technische informatie en
Opmerking: duidt algemene informatie aan die uw
bijzondere aandacht verdient.
Veiligheid
Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of
eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico van
letsel te vermijden, dient u zich aan de volgende
veiligheidsinstructies te houden en altijd op het
veiligheidssymbool te letten, dat betekent
VOORZICHTIG, WAARSCHUWING of GEVAAR
“instructie voor persoonlijke veiligheid”. Niet-naleving
van de instructie kan leiden tot lichamelijk of dodelijk
letsel.
Veilige bediening
Vóór het gebruik
Eigenaars van deze verluchter moeten bestuurders en
werknemers voorzien van volledige gebruiks- en
veiligheidsinstructies vóór ze deze machine mogen
bedienen en vervolgens eenmaal per jaar. Een bestuurder
die alle gebruiks- en veiligheidsinstructies niet geheel
heeft gelezen en begrepen is niet gekwalificeerd om deze
machine te bedienen. Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt
met alle bedieningsorganen en weet hoe u de motor snel
kunt stoppen.
Laat kinderen nooit de machine bedienen. Laat
volwassenen de machine nooit bedienen zonder dat zij
een grondige instructie hebben gekregen.
Verwijder alle vuil en andere objecten die de werking
van de machine kunnen verstoren. Houd omstanders
uit het trimgebied.
Localiseer en markeer alle ondergrondse obstakels
zoals irrigatiedelen, elektrische of telefoonkabels.
Controleer vóór u de tractor start of deze in de
neutraalstand en op de handrem staat. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de tractor voor veilige
startprocedures.
Breng gewicht aan op de voorkant van de tractor om
volledig de macht over het stuur te houden. Raadpleeg
de gebruikershandleiding van de tractor voor
gewichtsvoorschriften.
Laat alle veiligheidsschermen en
veiligheidsvoorzieningen op hun plaats. Als
veiligheidsschermen, veiligheidsvoorzieningen of
stickers beschadigd raken, moet u deze herstellen of
vervangen, vóór u de machine gaat gebruiken. Draai
ook losse moeren, bouten en schroeven vast zodat
veilig met de machine kan worden gewerkt.
Draag geen sandalen, tennisschoenen, gymschoenen of
een korte broek als u het voertuig gebruikt. Draag ook
geen losse kleding die kan worden gegrepen door
bewegende onderdelen. Draag altijd een lange broek
en stevige schoenen. Het verdient aanbeveling een
veiligheidsbril, veiligheidsschoenen,
gehoorbescherming en een helm te dragen. Dit is
verplicht op grond van diverse plaatselijke
verordeningen en verzekeringsbepalingen.
Tijdens het gebruik
Houd omstanders en huisdieren uit het trimgebied.
Als u de machine gebruikt moet u opletten. Om te
voorkomen dat u de controle over het stuur verliest,
moet u de volgende punten in acht nemen:
Werk uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht.
Let op kuilen of andere verborgen gevaren.
Rijd niet te dicht langs zandkuilen, greppels, sloten
of andere gevaarlijke punten.
Verminder de snelheid op hellingen en vóór een
scherpe bocht om te voorkomen dat de machine
omkiept of u de controle over de machine verliest.
Kijk achter de verluchter voordat u achteruitrijdt.
Als de pennen een massief object raken of de machine
uitzonderlijk trilt, schakel dan de aftakas uit en zet de
motor af. Haal het sleuteltje uit het contact. Controleer of
de verluchter en de tractie-eenheid beschadigd zijn.
Herstel eventuele schade vóór u de motor opnieuw start
en de pennen gaat gebruiken. Controleer of de pennen in
goede staat verkeren en de bouten goed vast zitten.
Haal vóór u de machine onbeheerd achterlaat de
stroom van de verluchter, laat de verluchter zakken en
stel de parkeerrem in werking. Zet de motor af.