Form No. 3364-455 Rev A ProCore Processor Modelnr.: 09749—Serienr.: 310000001 en hoger Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u naar www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte product-specifieke conformiteitsverklaring. WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing De uitlaatgassen van de motor van dit product bevatten chemische stoffen waarvan bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kunnen veroorzaken. Figuur 1 Dit vonkontstekingssysteem is in overeenstemming met de Canadese ICES-002. 1.
Inhoud Inspectie en reiniging na het gebruik.................... 34 De chopperpunten inspecteren........................... 34 Gebruik op grote hoogte .................................... 35 Onderhoud ................................................................ 36 Aanbevolen onderhoudsschema ............................. 36 Controlelijst voor dagelijks onderhoud................ 37 Procedures voorafgaande aan onderhoud................ 37 Smering...........................................................
Veiligheid bouten vast zodat veilig met de machine kan worden gewerkt. Risicobeheersing en ongevallenpreventie zijn afhankelijk van de oplettendheid, zorgvuldigheid en een goede training van het personeel dat is belast met het gebruik, onderhoud en opslag van de machine. Onjuist gebruik of onderhoud van het voertuig kan lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken. Om het risico van lichamelijk of dodelijk letsel te verminderen, moet u zich aan de volgende veiligheidsinstructies houden.
• • • • • • Onderhoud verliest, moet u niet te dicht langs greppels, sloten of steil aflopende hellingen rijden. Als de motor van het trekvoertuig afslaat of de machine vaart verliest en de top van een helling niet kan bereiken, mag u de machine nooit keren. U moet dan altijd langzaam in een rechte lijn achterwaarts de helling af rijden Let goed op als u de machine gebruikt.
• Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen. Stel indien mogelijk de machine niet af terwijl de motor loopt. arts die bekend is met deze vorm van verwondingen, omdat anders gangreen kan ontstaan. • Verricht onderhoudswerkzaamheden uitsluitend volgens de instructies in deze handleiding. Indien belangrijke reparaties nodig zijn of hulp is vereist, moet u contact opnemen met een erkende TORO-dealer.
112-4275 1. Risico om gegrepen te worden, as – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 112-4274 1. Waarschuwing; machine kan voorwerpen uitwerpen, omstanders – Houd omstanders uit de buurt van de machine. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden – Wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen. 112-4279 1. Risico om gegrepen te worden, riem – Zorg ervoor dat alle beschermplaten op hun plaats zitten. 117–2718 112-4280 1.
110-2737 Snelkoppeltrekhaak, model 09753 1. Draairichting om de machine omhoog te brengen. 112-4281 1. Risico om gegrepen te worden, riem – Blijf uit de buurt van draaiende onderdelen; de machine nooit gebruiken als de veiligheidsschermen of beschermplaten zijn verwijderd; zorg ervoor dat alle beschermplaten op hun plaats zitten. 114-7774 1. Handen kunnen bekneld raken – Blijf uit de buurt van plaatsen waar handen bekneld kunnen raken. 112-4277 1.
112-4276 1. 2. 3. 4. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. Waarschuwing – Gebruik deze machine uitsluitend als u hiervoor instructie hebt ontvangen. Risico om te vallen en bekneld te raken – Laat niemand op de machine meerijden. Waarschuwing – Blijf uit de buurt van draaiende onderdelen; de machine nooit gebruiken als de veiligheidsschermen of beschermplaten zijn verwijderd; zorg ervoor dat alle beschermplaten op hun plaats zitten. 5.
112-4293 1. Opgeslagen energie – Breng de pluggenruimer omlaag tot de grond, verminder de spanning door het sleepvoertuig dichter naar de machine te trekken, breng de opslagpen aan in de opening aan de voorzijde en ondersteun de machine met een krik, ontkoppel de mechanische koppelingen van de Workman en koppel de hydraulische leidingen los voordat u wegrijdt. 112-4292 Trekhaak, model 09750 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Neem de pen uit de arm om de trekhaak te ontgrendelen.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd.
Belangrijk: Raadpleeg het hoofdstuk Algemeen overzicht van de machine voor Speciale Gebruiksaanwijzingen voor de Workman en andere trekvoertuigen (tractoren). 2. Maak de band los waarmee de accu is bevestigd op de accubak (Figuur 3). 1 De accu verwijderen, vullen en opladen Benodigde onderdelen voor deze stap: A/R Accuzuur (niet meegeleverd) Procedure Figuur 3 1. Als de accu niet is gevuld of gebruiksklaar is gemaakt met accuzuur, moet u accuzuur met een soortelijk gewicht van 1.
2 Accu monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: A/R Vaseline (niet meegeleverd) Procedure 1. Schuif de accu in de accubak met de polen naar de achterkant. Figuur 5 1. Accuzuur WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de pluggenruimer, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. Belangrijk: Laat de accu niet te vol worden.
3 De kriksteun monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Kriksteun 1 Kriksteunbuis Procedure Verwijder de bout en moer waarmee de trekbalk aan de voorzijde van de pluggenruimer is bevestigd (Figuur 7). Verwijder de trekbalk. Figuur 8 1. Montage-opening trekbalk 2. Bout 3. Kriksteunbuis 4. Kriksteun 5. Moer 3. Draai de buis totdat de openingen zijn uitgelijnd met de openingen in de pluggenruimer. 4.
Workman trekhaak 1. Schuif de krik op de krikbuis aan de zijkant van de trekhaak (Figuur 10). Figuur 11 1. Opslagpen 2. Opening voorzijde (pluggenruimer losgekoppeld van voertuig) Figuur 10 1. Kriksteun 3. Opening achterzijde (pluggenruimer gekoppeld aan voertuig) 2. Kriksteunbuis 2. Draai de kriksteun om de openingen uit te lijnen en zet deze vast met de lynchpen (Figuur 10).
7. Zet de verbinding van de hoekregeling vast aan de bovenste openingen in het koppeldraaipunt van de beluchter en het koppeldraaipunt van het frame met koppelpennen en lynchpennen Figuur 14). • Bevestig de verbinding van de hoekregeling aan de voorste openingen in het koppeldraaipunt van het frame als u werkt met een ProCore 864 of 880 beluchter. • Bevestig de verbinding van de hoekregeling aan de achterste openingen in het koppeldraaipunt van het frame als u werkt met een ProCore 660 beluchter.
11. Stel de pluggenruimer in bedrijf en controleer het peil van de hydraulische vloeistof in het trekvoertuig. Bijvullen indien dit nodig is. 12. Verwijder de opslagpennen uit de opening aan de voorzijde en plaats deze in de opening aan de achterzijde voordat u de machine gaat gebruiken (Figuur 15). Figuur 16 1. Opslagpen 3. Opening achterzijde (pluggenruimer gekoppeld aan voertuig) 2. Opening voorzijde (pluggenruimer losgekoppeld van voertuig) Figuur 15 1. Opslagpen 4.
7 De pluggenruimer monteren op het Workman-voertuig Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Koppelpen (wordt meegeleverd met de trekhaak) 1 Lynchpen (wordt meegeleverd met de trekhaak) 12 Kabelklemband Figuur 19 1. Krik 5. Bevestig de hydraulische slangen aan de snelkoppelingen van het voertuig. Zorg ervoor dat de hydraulische slangen correct zijn aangesloten op de pluggenruimer en het voertuig. Procedure De pluggenruimer moet worden uitgerust met de trekhaakset, modelnr.
8 De pluggenruimer loskoppelen van de Workman Geen onderdelen vereist Figuur 21 1. Vergrendelhandgreep 2. Pen vergrendelhandgreep in de ontgrendelde stand Procedure 3. Vergrendelde stand 1. Verwijder de opslagpennen uit de opening aan de achterzijde (Figuur 23). 2. Laat de pluggenruimer langzaam zakken totdat deze op de achterrol en de wielen rust. Plaats de opslagpennen in de opening aan de voorzijde (Figuur 23). • Breng de vergrendelhandgreep omhoog (Figuur 22).
Figuur 24 1. Krik Belangrijk: Zorg ervoor dat de trekhaakkoppeling is teruggetrokken voordat u de trekhaakkoppeling van de pluggenruimer loskoppelt van de trekhaak van het voertuig. 9. Verwijder de lynchpen en koppelpen waarmee de trekhaakkoppeling van de pluggenruimer aan de trekhaak van het voertuig is bevestigd. 9 Borstelhoogte instellen Geen onderdelen vereist Procedure Zie Borstelhoogte instellen in het hoofdstuk Gebruiksaanwijzing.
Algemeen overzicht van de machine Chokehendel Om een koude motor te starten, moet u de chokehendel (Figuur 26) op AAN zetten. Bedieningsorganen Borstel/Chopper Opmerking: Er zijn geen bedieningsorganen om de Borstel/chopper uit te schakelen. De chopper/borstel wordt ingeschakeld als het motortoerental wordt verhoogd en uitgeschakeld als het gas op laag stationair wordt gezet of de motor wordt afgezet. Bediening Lift/Offset De lift/offset wordt bediend via het hydraulische systeem van het voertuig.
Contactschakelaar De contactschakelaar (Figuur 26), waarmee u de motor start en afzet, heeft drie standen: STOP, LOPEN en START. Draai het sleuteltje naar rechts op START om de startmotor in werking te stellen. Laat het sleuteltje los zodra de motor start. Het sleuteltje komt automatisch op AAN. Om de motor af te zetten, verplaatst u de gashendel naar de stand Langzaam en wacht u tot het toerental van de motor afneemt voordat u het sleuteltje linksom draait naar de stand Uit.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Totale breedte 88 inch (224 cm) Borstelbreedte 70 inch (178 cm) Chopper-breedte 70 inch (178 cm) Lengte zonder trekhaak 70 inch (178 cm) Lengte met 3-punts trekhaak 133 inch (338 cm) Lengte met offset-haak 159 inch (404 cm) Afstand tot de grond voor transport 12 inch (30 cm) Breedte wielbasis 69 inch (175 cm) Nettogewicht 1990 lb.
Gebruiksaanwijzing GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: De bevestigingen op de deksels van deze machine zijn zo ontworpen dat ze op het deksel blijven zitten nadat de bevestiging is losgemaakt.
Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner aan de benzine toe. GEVAAR In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet benzinevaten altijd op de grond en uit de buurt van het voertuig voordat u de tank bijvult.
vloeistof niet geschikt is, moet de vloeistof die nog in de pluggenruimer zit, worden verwijderd. De pluggenruimer horizontaal stellen Borstelhoogte instellen 1. Voordat u de pluggenruimer horizontaal stelt, moet u ervoor zorgen dat de opneemborstel en de hoogte van de achterrol de correcte maaihoogte hebben (Figuur 30). Als de pluggenruimer is uitgerust met een nieuwe borstel, kunt u de tabel voor de instelling van de rol raadplegen om de achterrol op de juiste maaihoogte te zetten.
Tabel voor afstelling van achterrol Figuur 30 1. Borgmoer 2. Stelspie van hoogteverstelling 3. Stelmoeren voor de hoogte van de rol 4. Stelplaat voor de hoogte van de rol Opmerking: In de tabel is rekening gehouden met een borstelafslijting van 2,5 cm (1 inch). Vervang een borstel die meer dan 2,5 cm (1 inch) is afgesleten.
De borstelhoogte in het veld afstellen Als u de pluggenruimer gebruikt, moet het frame horizontaal met de grond zijn of de voorkant van het frame iets hoger staan. Zet de borstel naar beneden totdat deze pluggen begint op te pikken. Zet de borstel met de One Pass haak lager door het verbindingsstuk af te stellen totdat de borstel alle pluggen ruimt. Door het verbindingsstuk te verkorten, zet u de borstel lager en door het verbindingsstuk te verlengen zet u de borstel hoger.
Bandenspanning controleren 1. Zet de gashendel halverwege tussen LANGZAAM en SNEL. De bandenspanning controleren (Figuur 34). 2. Zet de chokehendel op AAN. De luchtdruk in de achterbanden moet 248 kPa (36 psi) zijn. Opmerking: Als u een warme motor start, hoeft u de choke niet te gebruiken. 3. Steek het sleuteltje in het contact en draai dit naar rechts om de motor te starten. Laat het sleuteltje los zodra de motor start. Laat de motor regelmatig lopen met behulp van de choke.
One Pass gebruik • Nadat de motor is gestart, verhoogt u het toerental langzaam naar het maximale toerental. • Starten • Gebruik de pluggenruimer altijd met het maximale toerental. Schakel de tractor in de versnelling en zet deze in beweging. Opmerking: Als er vuil is opgehoopt aan de binnenzijde van de behuizing van de borstel en de chopper, schraap dit dan schoon met behulp van de krabber die zich aan de voorzijde van de machine bevindt. Laat de pluggenruimer neer op de grond.
Tijdens het gebruik insteekafstand zal er minder aarde op het oppervlak blijven liggen en hoeft minder vaak nog een keer pluggen te worden geruimd. Een enigszins vochtige bodem is goed voor beluchten. GEVAAR ALS DE MACHINE KANTELT, KAN DIT ERNSTIG LICHAMELIJK OF DODELIJK LETSEL VEROORZAKEN. Het relatief eenvoudig om de machine op de juiste hoogte af te stellen, maar dit is belangrijk voor een succesvol gebruik van de machine. De borstel moet op of iets boven de maaihoogte van de grasmat worden gezet.
Figuur 35 1. Vergrendelhandgreep 2. Pen vergrendelhandgreep in de vergrendelde stand 3. Ontgrendelde stand Bodemvochtigheid Als het niveau van de bodemvochtigheid het verzadigingspunt overschrijdt, wordt het moeilijk om pluggen te ruimen. Een vochtige bodem zal zich vermengen met het geruimde materiaal, waardoor dit zal aankoeken en kluiten zal vormen rond het achteruitwerpkanaal en de achterrolschraper. Indien mogelijk kunnen drogere pluggen beter worden geruimd.
Tabel Bodemvochtigheid Deze tabel moet worden gebruikt als richtlijn om de bodemvochtigheid te bepalen. Het ruimen van pluggen in omstandigheden die vallen in het donkere gebied op de tabel kunnen minder gewenste resultaten opleveren.
De behuizing van de borstel/chopper inspecteren en reinigen Onderhoudsinterval: Om de 4 bedrijfsuren Reinig de behuizing van de borstel//chopper vaker bij vochtige omstandigheden. Er hoopt zich sneller modder op in de behuizing van de borstel/chopper bij gebruik in gras met een maaihoogte langer dan 2,5 cm, klei- en leemondergrond of met dauw in de ochtend. Als de behuizing van de borstel niet wordt gereinigd, zal de borstel eerder slijten.
Gebruik op grote hoogte Als de machine op grote hoogte wordt gebruikt, moeten soms de sproeiers van de carburateur worden vervangen om de motor optimale prestaties te laten leveren. Gebruik onderstaande tabel om te bepalen welke sproeier moet worden gebruikt voor de werkhoogte. Bestel de sproeiers voor de carburateur bij een Briggs & Stratton dealer. Maat van sproeier voor carburateur Figuur 38 1. Chopperpunt 2.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • Torsie van wielmoeren controleren • De motorolie verversen • Conditie en spanning van riemen controleren Bij elk gebruik of dagelijks • • • • • • Motoroliepeil controleren.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Het peil van de motorolie en de brandstof controleren. Luchtfilter controleren Controleren op ongewone geluiden tijdens het gebruik. Hydraulische slangen en leidingen op schade controleren. Controleren op lekkages. De bandenspanning controleren. Werking van instrumenten controleren. Vet in alle smeernippels spuiten.
Smering Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren De pluggenruimer is voorzien van (18) smeernippels die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis. Smeer de chopper, achterrol en draaiende hoeklagers onmiddellijk na elke wasbeurt. 1.
Onderhoud motor Onderhoud van het luchtfilter Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die een luchtlek kan veroorzaken. Vervang de luchtfilterbehuizing indien deze beschadigd is. Controleer het gehele luchtinlaatsysteem op lekken, beschadiging of losse slangklemmen. Geef het luchtfilter uitsluitend een onderhoudsbeurt als de onderhoudsindicator (Figuur 44) dit aangeeft.
Filters monteren Belangrijk: U mag de motor nooit laten lopen zonder dat beide luchtfilters zijn gemonteerd, omdat anders de motor schade kan oplopen. 1. Als u nieuwe filters monteert, moet u elk filter controleren op transportschade. Een beschadigd filter mag niet worden gebruikt. 2. Als u het veiligheidsfilter vervangt, moet u dit voorzichtig in de filterbehuizing schuiven (Figuur 45). 3. Schuif het voorfilter op het veiligheidsfilter (Figuur 45). Figuur 45 1. Luchtfilterbehuizing 2. Voorfilter 3.
5. Verwijder de peilstok en veeg het uiteinde schoon (Figuur 47). 6. Schuif de peilstok volledig in de vulbuis (Figuur 47). 7. Trek de peilstok eruit en controleer het oliepeil op het uiteinde. Als het oliepeil laag is, giet u langzaam voldoende olie in de vulbuis totdat het oliepeil de Vol-markering bereikt. Belangrijk: Giet niet te veel olie in het carter; als de motor daarna gaat lopen, ontstaat schade aan de motor.
Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. 1. Tap de motorolie af; zie Motorolie verversen. 2. Verwijder het oude filter en veeg de pakking van de filtertussenstuk (Figuur 49) schoon. Elektrodenafstand: 0,76 mm Bougies controleren Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren 1. Bekijk de binnenkant van de bougies (Figuur 50). Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar behoren.
Onderhoud brandstofsysteem Brandstoffilter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 600 bedrijfsuren 1. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 2. Laat de motor afkoelen. Figuur 51 1. Bougiekabel 3. Maak de slangklemmen los en schuif deze bij het filter vandaan (Figuur 52). 2. Bougie 2 3.
Onderhoud elektrisch systeem 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak zodat alle benzine kan weglopen uit de brandstoftanks. 2. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. Accu-onderhoud 3. Maak de slangklem op het brandstoffilter los en schuif deze over de brandstofslang weg van het brandstoffilter (Figuur 52). Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren • Het accuzuur moet op het juiste peil worden gehouden en de bovenkant van de accu moet schoon blijven.
Onderhoud koelsysteem • U kunt het peil in de cellen bijhouden met gedestilleerd of gedemineraliseerd water. Vul de cellen niet hoger dan de vulstreep. Motorscherm en oliekoeler reinigen • Als u de machine langer dan 30 dagen gaat opslaan, moet u de accu verwijderen en volledig opladen. U moet de accu apart opslaan of in de machine laten zitten. De accukabels mogen niet aangesloten zijn op de accu als u deze in het voertuig laat zitten.
Onderhoud riemen De riemen afstellen Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Om de 50 bedrijfsuren Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen, schroeiplekken of andere schade. Vervang beschadigde riemen. De conditie en de spanning van de riemen controleren: Figuur 55 Riem tussen de koppeling en de krikschacht 1. Trekveer 2. Riem 3. Oogbout Om de riem te controleren, gaat u als volgt te werk: 4. Vierkante opening 5. Dopsleutel 6. Spanpoelie 1. Verwijder de drijfriemkap (Figuur 54). 3.
Figuur 57 1. 8,9 cm 4. Om de riemspanning te doen toenemen, past u de hoogte van de oogbout aan door de bovenste moer van de oogbout losser te draaien en de onderste moer vaster te draaien (Figuur 55 en Figuur 58). Figuur 59 1. Afdekking over de riem tussen de krikschacht en de chopper 2. Riem tussen de krikschacht en de chopper 3. Spanpoelie Figuur 58 1. Oogbout 4. Moer 5. Riemspanner 2. Draai de moer op de spanpoelie los (Figuur 59). 2. Hoogte van de oogbout 3.
Riem chopper naar borstel 5. Draai de chopper totdat het uiteinde van een mes op één lijn met de buitenkant van de behuizing van de borstel is (Figuur 61). Om de riem af te stellen of terug te plaatsen, gaat u als volgt te werk: 6. Schuif de riem voorzichtig op de as van de chopper. Draai de as van de chopper niet rond. 1. Verwijder de drijfriemkap (Figuur 60). 7. Span de rechterkant van de riem en schuif de onderkant van de riem in de gleuven van de poelie van de borstel.
Onderhoud hydraulisch systeem Stalling 1. Was de behuizing van de borstel en de chopper met water. Start de machine en verhoog het toerental totdat de rotator van de chopper wordt ingeschakeld. Ga naast de achterkant van de machine staan en spuit water in de ronddraaiende chopper totdat deze schoon is. Hydraulische slangen en leidingen controleren WAARSCHUWING 2. Controleer alle bevestigingen. Indien nodig vastzetten.
G010006 Hydraulisch schema (Rev. F) 50 B C3 S4 MINIMUM: 4 GPM MAXIMUM: 12 GPM PRESSURE RELIEF: 2000 PSI TOW VECHICLE HYDRAULICS S2 S1 C2 S3 C4 .
Elektrisch systeem: (Rev.
De Toro Total Coverage-garantie Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het “Product'') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten* is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.