Operator's Manual

19
Laadbak
Laadbak ophalen
1. Schuif de grendel omhoog naar het bovenste deel van
de uitsnijding in het frame van de bak (Fig. 11).
2. Til met een hand omhoog bij de grendel terwijl u de bak
met de andere hand ophaalt.
m–4850
1
Figuur 11
1. Vergrendelstang
3. Haal de bak zo ver mogelijk op en laat deze vervolgens
een stukje zakken om de steunstang vast te zetten
(Fig. 12).
m–4865
1
Figuur 12
1. Steunstang
Laadbak neerlaten
1. Til de bak met een hand een stukje op terwijl u de
steunstang naar beneden drukt.
2. Laad de bak neer totdat de grendel deze vastgrijpt.
3. Om de bak stevig aan het frame te bevestigen, beweegt
u de grendel naar het onderste deel van de uitsnijding
(Fig. 11).
Grendels van de achterlaadklep
1. Om de achterlaadklep te openen, drukt u de hendels van
de grendels naar boven (Fig. 13). De grendels klappen
naar het midden van de achterlaadklep. Laat de
achterlaadklep langzaam neer.
Opmerking: U moet wellicht het uiteinde van de achter-
laadklep naar binnen duwen (in het bijzonder als de lading
tegen de achterlaadklep zit), voordat de grendels naar het
midden van de achterlaadklep klappen en loskomen.
1
m–5334
Figuur 13
1. Grendel van de achterlaadklep
2. Om de achterlaadklep te sluiten, tilt u de hendels
omhoog en schuift u ze naar de buitenkant van het
voertuig.
3. Druk de hendels van de grendel naar beneden om de
grendel en de achterlaadklep vast te zetten.