Form No. 3328-511 Twister 1600 Bedrijfsvoertuig Modelnr. 12004 – Serienr. 230000001 en hoger Modelnr. 12004TC – Serienr.
Waarschuwing Remvloeistofpeil controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . Bandenspanning controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . Peil van transmissie-olie controleren . . . . . . . . . . . Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veiligheid op de eerste plaats . . . . . . . . . . . . . . . . . Bedieningsorganen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Controle vóór het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Motor starten . . . . . . . . . . . . . . .
U kunt het modelnummer en het serienummer noteren in de ruimte hieronder: Inleiding Lees deze handleiding zorgvuldig, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze kunt gebruiken en onderhouden. De informatie in deze handleiding kan u en anderen helpen letsel en schade te voorkomen. Hoewel Toro veilige producten ontwerpt en fabriceert, blijft u verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine. Modelnr.: Serienr.
• Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en weet hoe u de motor snel kunt stoppen. Veiligheid • Zorg ervoor dat alle veiligheidsschermen, veiligheidsvoorzieningen en stickers op hun plaats zitten. Als veiligheidsschermen, veiligheidsvoorzieningen of stickers in slechte staat verkeren, onleesbaar zijn of beschadigd raken, moet u deze herstellen of vervangen, voordat u het voertuig gaat gebruiken. Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken.
Tijdens het gebruik – Verminder uw snelheid voordat u een bocht maakt. Maak geen scherpe bochten en vermijd abrupte manoeuvres of andere riskante handelingen tijdens het rijden, waardoor u de controle over het voertuig kunt verliezen. Waarschuwing De uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide, een reukloos, dodelijk gif. – Als u de lading stort, mag u niemand achter het voertuig laten staan en moet u voorkomen dat iemand de lading op zijn voeten krijgt.
Remmen Wees extra voorzichtig als u met het voertuig op een helling rijdt. Neem hierbij de volgende richtlijnen in acht: • Verminder uw snelheid als u een obstakel nadert. Dit geeft u extra tijd om te stoppen of te draaien. Als u een obstakel raakt, kunnen het voertuig en de lading worden beschadigd. En wat belangrijker is, u en uw passagier kunnen letsel oplopen. • Verminder uw snelheid voordat u een helling op- of afrijdt.
• Zet de lading altijd vast zodat deze niet gaat schuiven. Als de lading niet goed vastzit of als u een vloeistof vervoert in een grote container zoals een sproeier, bestaat de kans dat de lading gaat schuiven. Dit gebeurt meestal als u draait, een helling op- of afrijdt, plotseling uw snelheid wijzigt of als u over oneffen terrein rijdt. Als de lading gaat schuiven, kan het voertuig omslaan.
Onderhoud • Voordat u onderhoudswerkzaamheden aan het voertuig verricht of deze afstelt, moet u de motor afzetten, de parkeerrem in werking stellen en het sleuteltje uit het contact verwijderen om te voorkomen dat iemand per ongeluk de motor start. • Om het voertuig in goede conditie te houden, moet u ervoor zorgen dat alle moeren, bouten en schroeven goed zijn vastgedraaid.
Hellingsdiagram BRENG DEZE RAND IN LIJN MET EEN VERTICAAL OPPERVLAK (BOOM, GEBOUW, PAAL, ENZ.) LANGS DE DAARTOE BESTEMDE LIJN VOUWEN VOORBEELD: VERGELIJK HELLING MET OMGEVOUWEN RAND.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 99-7350 1. Het maximaal toelaatbare tonggewicht is 23 kg; het maximale gewicht van de aanhangwagen is 181 kg. 99-7952 1. Choke 2. Achteruit 3. Neutraalstand 4. Vooruit 99-7954 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2.
104-6592 1. Lees de Gebruikershandleiding. 2. Het totale gewicht van bestuurder en passagier mag niet meer dan 181 kg zijn. 3. Het gewicht van de lading mag niet meer dan 544 kg zijn. 4. Het basisgewicht van het voertuig is 500 kg. 5. Het maximaal toelaatbare totaalgewicht van het voertuig mag niet meer dan 1225 kg zijn. 99-7951 Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. Kans op botsing – Dit voertuig is niet bestemd voor gebruik op de openbare weg.
104-6581 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Brandgevaar – Zet de motor af alvorens de benzinetank te vullen. 3. Machine kan kantelen – Gebruik de machine niet dwars of heuvelopwaarts op een helling van meer dan 12 graden; verminder uw snelheid als u een bocht maakt, een volle laadbak hebt of een zware lading vervoert en over oneffen terrein rijdt; rij niet harder dan 29 km per uur. 4.
Montage Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Losse onderdelen Omschrijving Hoeveelheid Gebruik Sleuteltje 2 Gebruiken in ontstekingscontact. Gebruikershandleiding 1 Lezen voordat de machine in gebruik wordt genomen. Gebruikershandleiding van motor 1 Lezen voordat de machine in gebruik wordt genomen. Instructievideo 1 Bekijken voordat de machine in gebruik wordt genomen. Registratiekaart 1 Invullen en opsturen naar Toro.
Brandstoftank Brandstoftank vullen Aanbevolen benzine De inhoud van de brandstoftank is ongeveer 26,5 liter. 1. Motor afzetten en parkeerrem in werking stellen. Gebruik loodvrije, normale schone benzine voor auto’s (octaangetal minimaal 87). Gelode benzine kan worden gebruikt als loodvrije benzine niet verkrijgbaar is. 2. Maak de omgeving van de dop van de brandstoftank schoon (Fig. 3).
Rempedaal Peil van transmissie-olie controleren Met het rempedaal kunt u het voertuig tot stilstand brengen of de snelheid verminderen (Fig. 5). Het peil van de transaxle-vloeistof moet tot aan de onderkant van de opening van de niveau-aanwijzer staan (Fig. 4). Als dit niet het geval is, moet u het reservoir met voldoende vloeistof vullen; zie Transaxle-vloeistof verversen, blz. 31, stappen 3 en 4. Voorzichtig Versleten of verkeerd afgestelde remmen kunnen lichamelijk letsel veroorzaken.
Chokehendel Urenteller De chokehendel bevindt zich rechtsonder naast de bestuurdersstoel. Om een koude motor te starten, sluit u de choke van de carburateur (Fig. 7) door de chokehendel uit te trekken zodat deze op Aan staat. Nadat de motor is gestart, kunt u met behulp van de choke de motor regelmatig laten lopen. Zodra dit mogelijk is, opent u de choke door de hendel op Uit te duwen. Als de motor warm is, hoeft de choke niet of nauwelijks te worden gebruikt. De urenteller (Fig.
Brandstofmeter • Controleer of de verlichting werkt. De brandstofmeter (Fig. 9) geeft aan hoeveel brandstof er in de tank zit. • Draai het stuurwiel naar links en naar rechts om de stuurreacties te controleren. • Controleer op olielekken, loszittende onderdelen en andere zichtbare gebreken. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand gekomen zijn voordat u controleert op olielekken, losse onderdelen of andere gebreken.
Laadbak Laadbak neerlaten Laadbak ophalen 1. Til de bak met een hand een stukje op terwijl u de steun naar beneden drukt. 1. Schuif de grendel omhoog naar het bovenste deel van de uitsnijding in het frame van de bak (Fig. 11). 2. Laad de bak neer totdat de grendel deze vastgrijpt. 2. Til met een hand omhoog bij de grendel terwijl u de bak met de andere hand ophaalt. 3. Om de bak stevig aan het frame te bevestigen, beweegt u de grendel naar het onderste deel van de uitsnijding (Fig. 11).
Nieuw voertuig inrijden Om ervoor te zorgen dat het voertuig goede prestaties levert en een lange levensduur heeft, moet u de eerste 100 bedrijfsuren de volgende richtlijnen in acht nemen: • Controleer regelmatig het peil van de vloeistoffen en de motorolie en let op tekenen die erop wijzen dat een onderdeel van het voertuig oververhit raakt. • Na een koude start moet u de motor ongeveer 15 seconden warm laten worden, voordat u optrekt.
Het voertuig slepen Een aanhangwagen trekken In noodgevallen kan het voertuig over een korte afstand worden gesleept. Toro adviseert echter hiervan geen standaard procedure te maken. Het voertuig kan een aanhangwagen trekken. Er zijn twee typen trekhaken verkrijgbaar voor de Twister, afhankelijk van de werkzaamheden waarvoor u het voertuig gebruikt. Neem voor verdere informatie contact op met een erkende Toro-dealer.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na de eerste 8 bedrijfsuren Om de 8 bedrijfsuren Na de eerste 20 bedrijfsuren Onderhoudsprocedure • Motorolie verversen. • Spanning van aandrijfriem controleren. • Het motoroliepeil controleren. • De bandenspanning controleren. • Toespoor van voorwiel controleren op de juiste rijhoogte. Om de 50 bedrijfsuren • Peil van accuvloeistof controleren.
Het voertuig opkrikken Waarschuwing Als u de motor laat lopen om routine-onderhoudswerkzaamheden uit te voeren en/of de motor te testen, moeten de achterwielen van het voertuig zich 2,5 cm boven de grond bevinden, waarbij de achteras moet steunen op de steunpunten van de krik. De bak moet worden opgehaald voordat sommige routine-onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. De bak kan vallen en letsel toebrengen aan personen die zich daaronder bevinden.
Neutraalstand controleren en afstellen 2 2 Als u routine-onderhoudswerkzaamheden uitvoert en/of de motor test, moet u de transaxle in de neutraalstand zetten (Fig. 18). Het voertuig heeft een neutraalstand op de schakelhendel, waarmee u de transaxle in de neutraalstand kunt zetten. Om ervoor te zorgen dat de schakelhendel de transaxle naar behoren in de neutraalstand zet, moet u de volgende stappen uitvoeren: 4 5 3 3 1 m–6184 1. Zet de schakelhendel op Neutraal. Figuur 19 2.
Olie verversen/aftappen Motoroliefilter vervangen 1. Start de motor en laat deze enkele minuten lopen zodat de olie warm wordt. Vervang het oliefilter om de 100 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. 2. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, draai het contactsleuteltje op Uit en verwijder het sleuteltje uit het contact. 1. Tap de motorolie af; zie Olie verversen/aftappen, blz. 25. 2. Verwijder het oude oliefilter (Fig.
Onderhoud van het luchtfilter Het filterelement reinigen Controleer het luchtfilterhuis op beschadigingen die een luchtlek zouden kunnen veroorzaken. Vervang een beschadigd luchtfilterhuis. Belangrijk Een beschadigd filter mag niet worden gewassen of opnieuw worden gebruikt. 1. Wassen: Controleer of het deksel het luchtfilterhuis helemaal afsluit. A.
Het voertuig smeren Onderhoud van de remmen Wij adviseren u alle lagers en lagerbussen om de 100 bedrijfsuren of een keer per jaar te smeren, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Smeer vaker als het voertuig in zware omstandigheden wordt gebruikt. De remmen controleren De remmen zijn van essentieel belang voor een veilig gebruik van het voertuig.
De banden controleren U moet de banden minstens om de 100 bedrijfsuren controleren. Ongelukken tijdens werkzaamheden, zoals een botsing tegen een trottoirband, kunnen een band of een velg beschadigen en tevens de wieluitlijning verstoren. Daarom moet u na een ongeluk de conditie van de banden controleren. 2 Controleer of de wielen stevig zijn gemonteerd. Draai de bouten van de voorwielen vast met een torsie van 183–224 Nm en de moeren van de achterwielen met een torsie van 61–88 Nm.
6. Draai de bout om de rijhoogte in te stellen vast met een torsie van 183–224 Nm. 6 1 7. Monteer de bout waarmee de speling wordt begrensd (Fig. 25). 5 Opmerking: U moet wellicht die kant van het voertuig neerlaten op de grond om de bout te monteren. 4 2 8. Draai de centreerbouten vast met een torsie van 325–393 Nm. 9. Controleer de rijhoogte bij de voorste tong met behulp van de maten en parameters die bij het begin van deze procedure zijn gegeven.
Onderhoud van de drijfriem Onderhoud van het brandstofsysteem De conditie en de spanning van de aandrijfriem moeten na de eerste gebruiksdag worden gecontroleerd en vervolgens om de 200 bedrijfsuren. Brandstofleidingen en -verbindingen Controleer de brandstofleidingen en -verbindingen om de 400 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Inspecteer op slijtage, beschadigingen of loszittende verbindingen. 1.
Bougies Transaxle-vloeistof verversen Vervang de bougies om de 800 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Dit zorgt ervoor dat de motor goede prestaties levert en het niveau van de uitlaatemissie wordt beperkt. Ververs de transaxle-vloeistof om de 800 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. 1.
Zekeringen vervangen Gloeilampen van wegverlichting vervangen Er zijn 4 zekeringen in het elektrische systeem. Deze bevinden zich onder de bak in een kast aan de rechterkant van het chassis (Fig. 34). Oliepeillampje, urenteller 10 A Koplampen 10 A Laadcircuit 25 A Aansluitpunt Gloeilamp: GE nr. 862 1. Stel de parkeerrem in werking, draai het contactsleuteltje op Uit en verwijder het sleuteltje. Doof de koplampen. 2. Kijk onder het dashboard en draai de complete koplamp een 1/4 slag linksom (Fig.
Onderhoud van de accu Waarschuwing Waarschuwing Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van het voertuig, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, die lichamelijk letsel kunnen veroorzaken. Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken.
Accu opladen Het voertuig wassen Belangrijk Zorg ervoor dat de accu altijd volledig geladen is (soortelijk gewicht 1,265). Dit is vooral belangrijk om beschadiging van de accu bij temperaturen beneden 0°C te voorkomen. Het voertuig moet worden gewassen als dit nodig is. Gebruik uitsluitend water of water met een mild reinigingsmiddel. U kunt hierbij een doek gebruiken, maar de kap zal dan wel iets minder gaan glanzen. 1. Accu uit het chassis verwijderen, zie Accu verwijderen, blz. 33.
Elektrisch schema 35