Form No. 3405-288 Rev A Set voor ruitensproeiervloeistof Workman® GTX/HDX/MD/HD serie werkvoertuigen uit 2015 en later Modelnr.: 130-5615 Installatie-instructies WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken. Installatie Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd.
Omschrijving Hoeveelheid Sproeiervloeistoftank Steunbeugel van tank (216 x 95 mm met 90° flens) Slotbout (5/16 x 3/4 inch) Flensborgmoer (5/16 inch) Slang (3/16 inch) Geribde slangaansluiting Kabelboom Druknagel Kabelbinder Gebruik 1 1 2 2 1 1 1 3 1 De set voor ruitensproeiervloeistof monteren (modellen uit MD-serie). De machine voorbereiden 1. Parkeer de machine op een horizontaal vlak en stel de parkeerrem in werking. 2. Til de motorkap op; raadpleeg uw Gebruikershandleiding. 3.
2. Sluit de vrouwelijke rechte fitting aan op de cabineslang en de rechte mannelijke fitting op de bijgeleverde slang (Figuur 4). Figuur 2 1. Flensmoer (5/16 inch) 2. Sproeiervloeistoftank Figuur 4 3. Beugel voor sproeiervloeistoftank 1. Cabineslang 3. Mannelijke rechte fitting 4. Slotbout (5/16 x 3/4 inch) 2. Vrouwelijke rechte fitting 4. Bijgeleverde slang 3. Sluit de vrouwelijke rechte fitting van de bijgeleverde slang aan op de rechte mannelijke fitting van de cabineslang (Figuur 5). 2.
Figuur 6 1. Framekanaal Figuur 8 3. Bijgeleverde slang 3. Motor van sproeiervloeistofpomp 1. Slang 2. Plaat van vloerkanaal 2. Geribde fitting 5. Leid de bijgeleverde slang door de opening bovenaan het framekanaal (Figuur 7). 2. Duw de slang zo ver mogelijk op de slangpilaar (Figuur 8). Opmerking: Als de slang te lang is, maak deze dan korter. De bijgeleverde kabelboom leiden en aansluiten op de cabinekabelboom 1.
Figuur 10 1. Framekanaal 2. Kabelboom van set Figuur 12 3. Plaat van vloerkanaal 1. Busconnector met 2 contacten (kabelboom) 2. Stekker met 2 platte contacten (sproeiervloeistofpomp) 3. Leid de bijgeleverde kabelboom door de opening bovenaan het framekanaal (Figuur 11). De accu aansluiten 1. Koppel de minkabel aan; raadpleeg uw Gebruikershandleiding. 2. Laat de laadbak zakken en sluit de motorkap; raadpleeg uw Gebruikershandleiding.
Figuur 13 1. Bout (1/4 x 1 inch) 3. Steunbeugel van dak 2. Afdichtring (1/4 inch) 4. Dakpaneel Figuur 15 1. Slotbout (5/16 x 3/4 inch) 2. Til het dakpaneel recht omhoog op en verwijder het van de cabine van de machine. 3. Opening (sproeiervloeistoftank) 2. Opening – vierkant 4.
Opmerking: Wees voorzichtig als u een scherpe els of drevel gebruikt. Figuur 19 1. Slotbout (1/4 x 1-1/4 inch) 2. Opening (steunbeugel van tank) Figuur 17 1. Locaties van openingen van 6,3 mm – binnenste schuimpaneel 3. Flensborgmoer (1/4 inch) 2. Els of drevel 7. Draai de flensborgmoeren aan met een torsie van 1017 tot 1243 N·cm. De slang aan de ruitenwisser aansluiten 5.
De slang leiden 4. Leid het vrije uiteinde van de slang langs de achterkant van de cabine en lijn de slang uit met de geribde fitting in de sproeiervloeistofpomp (Figuur 23). 1. Leid de slang (3/16 inch) naar de linkerkant van de dakconsole langs het afdichtingsrubber aan de voorkant van het cabineframe (Figuur 21). Figuur 23 Figuur 21 1. Slang (3/16 inch) 4. B-zuil (cabineframe) 2. Opening (dakconsole) 5. Voorkant van machine 1. Voorkant van machine 3. Geribde fitting (sproeiervloeistofpomp) 2.
De kabelboom bij de dakconsole aansluiten 1. Leid aan de dakconsole het kabelboomuiteinde met de stekker met 2 pinnen voor de sproeiervloeistofpomp door de opening in de dakconsole (Figuur 25). Figuur 26 1. Kabelboom van sproeiervloeistofpomp 4. B-zuil (cabineframe) 2. Opening (dakconsole) 5. Voorkant van machine 3. Afdichtingsrubber 2. Leid de kabelboom naar achteren langs het linker framekanaal van de cabine (Figuur 26). 3.
De kabelboom en de slang bevestigen de stekker met 2 platte contacten in de motor van de sproeiervloeistofpomp (Figuur 28). 1. Verwijder de 2 kabelklemmen waarmee de kabelboom van de cabine is bevestigd aan het cabineframe vooraan links (Figuur 30). Figuur 28 1. Voorkant van machine 2. B-zuil (cabineframe) Figuur 30 4. Stekker met 2 platte contacten (motor van sproeiervloeistofpomp) 1. Druknagels 3. Afdichtingsrubber 2. Kabelklemmen 5.
4. 5. 6. 7. Opmerking: Haal de kabelbinder aan tot deze net nauw aansluit. Zorg ervoor dat u de slang niet dichtknijpt of samenvouwt. Verwijder de 3 druknagels boven het deurframe van de bestuurder (Figuur 30). Bevestig 3 druknagels op de plaats waar u de druknagels hebt verwijderd in stap 4 (Figuur 30 en Figuur 31). Bevestig de kabelboom van de sproeiervloeistofpomp en de slang met het kabelbindergedeelte van de druknagels.
Figuur 34 1. Dakconsole 2. Plug De sproeiervloeistoftank monteren 1. Monteer de sproeiervloeistoftank op de steunbeugel van de tank; gebruik hierbij de 2 slotbouten (5/16 x 3/4 inch) en 2 flensborgmoeren (5/16 inch) zoals afgebeeld op Figuur 35. Figuur 36 1. Linker koplamp 3. Onderste koplampsteun 2. Flenskopbouten (1/4 x 5/8 inch) 4. Voorkant van machine 4. Lijn de openingen in de steunbeugel van de tank uit met de openingen in de onderste koplampsteun (Figuur 37). Figuur 35 1.
De slang aan de ruitenwisser aansluiten cabineframe en naar beneden naar de opening aan de onderkant van de zuil (Figuur 39 en Figuur 40). 1. Leid aan de dakconsole 1 uiteinde van de slang (3/16 inch) door de opening in de dakconsole (Figuur 38) Opmerking: Deze opening bevindt zich ongeveer op gelijke hoogte met het midden van het dashboard. Opmerking: Gebruik een stijve draad van ongeveer 130 cm lang om de slang door de A-zuil van het cabineframe te trekken. 3.
De slang op de pomp aansluiten 1. Indien nodig kunt u aan de sproeiervloeistoftank een stuk van de slang snijden en het overtollige gedeelte verwijderen. 2. Lijn het uiteinde van de slang uit met de geribde fitting in de sproeiervloeistofpomp (Figuur 42). Figuur 42 1. Motor van sproeiervloeistofpomp Figuur 43 3. Slang 1. Opening (dakconsole) 2. Geribde fitting 3. Kabelboom van sproeiervloeistofpomp 2. Connector met 2 contacten 4.
3. Leid de kabelboom naar voren, tussen de elektrische bevestigingsplaat en het spatscherm naar de machine (Figuur 45 en Figuur 46). 4. Leid de kabelboom voor de sproeiervloeistofpomp naar binnen, naar de sproeiervloeistoftank, en lijn de kabelboom uit met de stekker met 2 platte contacten op de motor van de sproeiervloeistofpomp (Figuur 46). Figuur 44 1. Dakconsole 3. A-zuil (bestuurderszijde) 2. Kabelboom van sproeiervloeistofpomp 2.
Figuur 47 1. Stekker met 2 platte contacten (sproeiervloeistofpomp) 2. Connector met 2 contacten (kabelboom van de sproeiervloeistofpomp) 2. Duw de stekker van de kabelboom op de pomp tot de stekker niet meer verder kan (Figuur 47). Figuur 49 De kabelboom bevestigen 1. Druknagel 1. Verwijder de 2 kabelklemmen waarmee de kabelboom van de cabine is bevestigd aan het cabineframe vooraan links (Figuur 48). 2. Opening (cabineframe) 3.
Figuur 51 1. Elektrische bevestigingsplaat 4. Kabelboom van sproeiervloeistofpomp (opgerold) 2. Slang 5. Spatscherm 3. Kabelklemband De plug van het dakpaneel en het dakpaneel monteren Figuur 50 1. Kabelklem 4. Kabelbomen (kabelboom van cabine en kabelboom van sproeiervloeistofpomp) 1. Lijn de plug die u hebt verwijderd in stap 3 van Het dakpaneel verwijderen (bladz. 11) uit met de bovenste opening van de dakconsole (Figuur 34). 2. Slang 5. Druknagel 2.
Gebruiksaanwijzing De ruitensproeier gebruiken De wisser/sproeier-bediening van de voorruit gebruiken • Duw de wisser/sproeier-schakelaar naar omhoog om de ruitenwissers van de voorruit in werking te stellen (Figuur 52). Figuur 53 1. Dop 2. Vulbuis (sproeivloeistoftank) 3. Bijvullen tot 25 mm van de bovenkant van de tank 4. Water of ruitensproeiervloeistof Figuur 52 1. Wisser Aan 2. Sproeier Aan (kortstondig) 3.
Opmerkingen:
Inbouwverklaring Modelnr.: 130-5615 Serienr.: Productbeschrijving Factuuromschrijving Algemene omschrijving Richtlijn Geen en hoger Set voor ruitensproeiervloeistof, Workman GTX/HDX/MD/HD serie werkvoertuigen uit 2015 en later WASHER FLUID KIT [WORKMAN] Multifunctioneel voertuig 2006/42/EG, 2004/108/EG De relevante technische documentatie werd samengesteld in overeenstemming met Deel B van Bijlage VII van richtlijn 2006/42/EG.