FORM NR. 3319–572NL 53cm Recycler Walk Power Maaier Model nr. 20786–8900001 en hoger Model nr.
Figuren 3 1 1 210 2302 1. Koordgeleider 1. Model- en serienummer ingeslagen in maaikast 2. Startkoord 2 4 492 1. Handgreepknop 2. Regelkabel 3. Nop op handgreep i 1914 4. Bevestigingsbeugel 5. Kabelbandje 1. Handgreep kokerdeur 2.
5 7 1915 1. Veerklem 1. Olievulbuis m-3665/284 2. Peilstok 6 8 m-3665 1. Brandstoftankdop 2. Starthulpknop 1. Accu 2. Houder 3. Bevestigingsbout(2) m-2826 4. Ring (2) 5. Borgmoer (2) 6.
9 11 1. Gasregelknop 2. Regelknop grondsnelheid 3. Bedieningsstang aandrijving 972 4. Contactschakelaar* 5. Repeteerstarter * elektrische start modellen 488 1. Bedieningsstang 2. Stand AAN/SCHAKELEN 12 10 1. Bougiekabel iii m-3662 1. Zakframe op pen 2. Penvergrendeling 3. Stand RIJDEN 1912 3. Handgreep helemaal naar voren. Kokerdeur gesloten.
13 15 1913 788 1. Pen in inkeping van zak 1. Maaihoogtehendel 14 16 971 1. Maaischaal voor dun/normaal gras 2. Maaischaal voor dik gras ÎÎÎÎÎ ÎÎÎÎÎ ÎÎÎÎÎ m-3664 1. Knop 2. Deksel 3. Schuim-voorfilter 4.
17 20 1 1 1. 0,76 mm 18 489 1. Regelknop 21 1 m-3663 1. Olievulbuis 19 4 3 1 2 m-3638 1. Kabelklemschroef 2. Gasklephefboom v 3. Gaskabel 4.
22 24 1 A 2 1 2 B 3,2-6,4 mm 4 1 3 3 1 777 1. Remhendel 2. Handgreep C 3. Moer 4. Kabelmantel 4 23 1 1. Wiek 2. Platte deel van het mes 2 25 270 3. Slijtage 4. Gevormde gleuf 1 153 1. Slijp alleen onder deze hoek 3 1. Mes 2. Versneller 973 3.
26 29 276 979 1. Smeernippel 1. Stootplaten 27 1. Bovenstuk zekeringhouder 2. Onderstuk zekeringhouder 28 1752 3. Zekering 4. Lip (2) 3 1 2 m-2858 1. Wasaansluiting 2. Snelkoppeling vii 3.
30 32 141 1. Verticuteer-mechanisme 1. Drijfriemkap 2. Bouten 31 760 1.
Inhoud Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veilige bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Instructie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gebruik en bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . Onderhoud en opslag . . . . . . . . . . . . . . . . . Geluidsdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geluidsniveau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Trillingsniveau .
Toro gebruikt in deze handleiding een systeem van waarschuwingen en bijzondere opmerkingen om u te helpen (mogelijk fataal) letsel van u en anderen te voorkomen. De woorden GEVAAR, WAARSCHUWING en VOORZICHTIG worden gebruikt om de ernst van het gevaar aan te geven. U dient overigens altijd met de grootste voorzichtigheid te werk te gaan. 3. Houd iedereen weg uit het gebied waarin u de machine gebruikt, met name kinderen en huisdieren. 4.
6. Let op dat bij machines met meer maaimessen andere messen kunnen gaan draaien doordat u een mes draait. Gebruik en bediening 1. Laat de motor niet in een afgesloten ruimte lopen, omdat zich giftige koolmonoxydedampen kunnen verzamelen. 15. Bij het starten of aanzetten van de motor de maaier niet kantelen, tenzij dat noodzakelijk is. Kantel de maaier in dat geval niet meer dan absoluut nodig is en til alleen het gedeelte op dat zich niet aan de kant van de gebruiker bevindt. 16.
3. Laat de motor afkoelen voordat u de maaimachine in een afgesloten ruimte opbergt. Geluidsniveau 4. Om brandgevaar te beperken dienen motor, geluiddemper, accucompartiment en de omgeving van de brandstoftank steeds te worden vrijgemaakt van een overmaat aan vet, gras, bladeren en opgehoopt vuil. Deze machine produceert een geluidsniveau van: 98.6 dB(A)/1 pW, op basis van metingen uitgevoerd op identieke machines volgens Richtlijn 84/538/EEG en wijzigingen daarvan. 5.
Blijf op veilige afstand van de machine. Olie Blijf op veilige afstand van de machine. Aan/lopen Uitgeworpen voorwerpengevaar voor alle lichaamsdelen Vast Uitgeworpen voorwerpen — maaier met zijafvoer. Zorg dat veiligheidsscherm altijd aangebracht is. Los Zet motor af alvorens bedieningspositie te verlaten.
Smeerpunt Derde versnelling Motor starten Maaimes — basissymbool Motor afzetten Maaimes — afstelling maaihoogte Choke Koord uittrekken. Hulpstarter Wiel Hulpstartknop driemaal indrukken. Tractieaandrijving Accu’s op verantwoorde wijze afvoeren. Bedieningsstang omlaag brengen. Steek sleutel in contactslot Bedieningsstang omhoog brengen. Draai sleutel om in contactslot. Bedieningsstang omhoog/omlaag brengen.
Hendel bewegen. Bedieningsstang omhoog/omlaag brengen. Hendel naar voren bewegen. Bedieningsstang omhoog brengen. Hendel naar achteren bewegen. Bedieningsstang omhoog brengen. Bedieningsstang omlaag brengen. Montage-instructies Plaatsen van de afvoertunnelafsluiter Plaatsen van de handgreep 1. 2. Handgreepstangen recht zetten en knoppen aandraaien (fig. 2). Bevestigingsbeugels iets naar elkaar toe buigen (fig. 2).
Voor ingebruikname 50 bedrijfsuren of elk jaar. Wanneer er veel stof of vuil aanwezig is, moet de olie vaker worden vervangen. Carter met olie vullen Het carter vullen met SAE 30 of 10W30 olie totdat het oliepeil op de peilstok de markering FULL (vol) bereikt (fig. 7). De maximumcapaciteit van het carter is 0,65 liter olie. U kunt elke detergente olie van goede kwaliteit gebruiken die van het American Petroleum Institute (API) de “service classification” — SF, SG of SH heeft gekregen.
GEVAAR :meng nooit olie door de benzine. Gebruik nooit benzine die nog van het vorige maaiseizoen is overgebleven. Toro raadt u aan in haar met benzine aangedreven machines regelmatig een brandstofstabilisator te gebruiken tijdens gebruik en opslag. Een stabilisator houdt tijdens het gebruik de motor schoon en zorgt ervoor dat er tijdens de opslag geen rubberachtige harsresten in de motor worden afgezet.
Gras maaien • • • Gras groeit niet hele jaar met dezelfde snelheid. In de zomer kan het gras meestal het best op maaihoogte-instelling C, D of E worden gemaaid. Maai niet meer dan ongeveer 1/3 van de lengte van het gras af. Maaien met een lagere instelling dan C wordt afgeraden, tenzij het gras dun is of in de late herfst, wanneer het gras minder snel groeit. Als er lang gras gemaaid moet worden, stel de maaier dan tijdens de eerste maaironde in op een hogere maaistand en een lagere snelheid.
NB: De motor moet één of meer minuten warmlopen, afhankelijk van de omgevingstemperatuur. 2. Druk de bougiekabel op de bougie (fig. 10). 3. Breng de bedieningsstang voor de grondsnelheid in de stand 4. 8. Druk drie (3) maal op de starthulpknop (fig. 8). Wacht circa twee (2) seconden tussen elke keer indrukken. NB: 5. (SNEL). handgreep aan trekt, heeft de maaier de maximale grondsnelheid. U hoeft de bedieningsstang niet tegen de handgreep aan te trekken.
beweeg die naar voren, totdat de pen in de vergrendeling valt (fig. 12). Pak de handgreep aan de voorkant van de zak vast en til de graszak van de maaier af. Kiep de zak langzaam voorover om hem leeg te maken. handgreep van het deurtje vast om te voorkomen dat het deurtje door de veerspanning dicht slaat terwijl u de afsluiter aanbrengt. 2. Omdat de afsluiter iets breder is dan de opening van de afvoertunnel, draait u de afsluiter iets rechtsom terwijl u die plaatst (fig. 4).
• Maaien met een lagere instelling dan C wordt afgeraden, tenzij het gras dun is of in de late herfst, wanneer het gras minder snel groeit. Als er lang gras gemaaid moet worden, stel de maaier dan tijdens de eerste maaironde in op een hogere maaistand en een lagere snelheid. Maai het gras daarna nog eens op de normale maaihoogte-instelling. Maait u te lang gras, dan kan de maaier verstopt raken en de motor afslaan.
maaikast. Laat de pen van de maaihoogtehendel in de juiste sleuf van de maaikast vallen. Stel alle wielen op dezelfde maaihoogte in. 2. Verwijder de twee (2) knoppen waarmee het luchtfilterdeksel op de motor is bevestigd (fig. 16). NB: 3. Luchtfilterdeksel verwijderen en zorgvuldig schoonmaken. 4. Voorfilter voorzichtig verwijderen. Als het voorfilter vuil is, het voorzichtig wassen in een oplossing van vloeibare zeep en warm water. Naspoelen in schoon water.
Belangrijk: 3. Vervang een gescheurde, verstopte of vervuilde bougie. De elektroden mogen niet worden geschuurd, afgeschraapt of anderszins schoongemaakt omdat er motorschade kan ontstaan wanneer er gruis in de cilinder komt. Stel de elektrodenafstand in op 0,76 mm (fig. 17). Plaats de bougie met de juist afgestelde afstand en de pakkingsluiting. Draai de bougie goed vast tot 19 N m. Aftappen van benzine uit de brandstoftank 1. Zet de motor af en wacht tot hij afgekoeld is.
uit inlaatopeningen op huis van repeteerstarter verwijderen. Hierdoor worden een goede koeling en de beste prestaties van de motor gegarandeerd. 5. Afstellen van de wielaandrijving Afstellen van de remkabel (fig. 22) Als de maaier niet uit zichzelf rijdt, of dit juist wel doet wanneer de bedieningsstang zich op meer dan 4 cm van de handgreep bevindt, moet de knop voor de wielaandrijving aan de achterzijde van de tandwielkast worden ingesteld.
5. Zet de maaier op zijn linkerkant (fig. 23). Zorg ervoor dat het mes niet draait, omdat daardoor startproblemen kunnen ontstaan. 6. CONTROLEREN VAN HET MES — Controleer het mes zorgvuldig op scherpte en slijtage, met name op het raakvlak van vlakke en gebogen delen (fig. 24A). Het metaal dat deze delen verbindt kan door zand en schurend materiaal afslijten. Het mes moet daarom voor gebruik worden gecontroleerd. Als u gleuven of slijtage constateert (fig.
Opladen van de accu (elektrische start modellen) Ofschoon een nieuwe accu niet volledig geladen is, levert een gedeeltelijke oplading van 4 uur voldoende energie voor een aantal keer starten. Een nieuwe accu moet echter gedurende 72 uur continu worden opgeladen voor een volledige lading. Laad de accu ook gedurende 72 uur op wanneer de maaier wordt opgeslagen en in het voorjaar. Bij normaal gebruik wordt de accu door de dynamo opgeladen. Als de accu leeg is, deze gedurende 48 uur opladen. 1.
3. Start de maaier. 4. Laat de motor twee minuten lopen. 5. Zet de motor af. 6. 7. 8. 1. Tap de benzine af. Zie Aftappen van benzine uit de brandstoftank. 2. Draai de waterkraan dicht en verwijder de snelkoppeling van de wasaansluiting. Laat de motor lopen totdat hij afslaat. Probeer de motor nog eenmaal te starten om te controleren of alle benzine uit de carburateur is verbruikt. 3. Start de maaier opnieuw en laat de motor één minuut lopen om het vocht uit de maaier te verwijderen.
vormt zich een gomachtige vernisaanslag, waardoor motor slecht gaat lopen en mogelijk problemen met starten krijgt. 7. Verwijder maaisel en vuil van de uitwendige delen van de motor, cilinder, koelribben, dekplaat en bovenzijde van de maaikast. NB: 8. Maak het luchtfilter schoon: zie hiervoor Onderhoud van het luchtfilter, pagina 14. 9. Smeer de wielen: zie hiervoor Smeren, pagina 17.
Garantie voor het opstarten van de Toro Beperkte garantie van vijf jaar op de TORO GTS 200 OHV motor Wat valt er onder de garantie? Voor een periode van vijf jaar vanaf de datum van aankoop garandeert Toro dat uw TORO GTS 200 motor bij de eerste of tweede maal trekken zal starten, op voorwaarde dat u voor het vereiste routine-onderhoud zorgt. De kosten voor onderdelen en arbeid zijn inbegrepen, maar de verzendkosten zijn voor uw rekening.
A. Het niet uitvoeren van het vereiste onderhoud, B. Het stoten van het draaimes tegen een voorwerp, C. Vervuiling van het brandstofsysteem, D. Verkeerde brandstof of brandstofmengsel (ingeval van twijfel, de bedieningshandleiding raadplegen). E. Het niet nemen van de vereiste maatregelen voor het opbergen zoals in de bedieningshandleiding beschreven staat, F. Verkeerd gebruik, verwaarlozing of ongevallen, G. Reparaties of pogingen tot reparatie door iemand die geen erkend TORO service dealer is. 5.
Onderhoudsschema voor de garantie voor het opstarten Om de garantie voor het opstarten te doen gelden, moet u de hieronder beschreven onderhoudsbeurten uitvoeren na elke 25 uur van gebruik, vaker als de maaier aan veel stof of vuil wordt blootgesteld. Volg de werkwijzen beschreven in deze Bedieningshandleiding en noteer de gegevens in deze tabel.