Operator's Manual

13
Achteruitvoer
Soms zult u het gras willen maaien zonder de graszak of de
fijnmaakafsluiter, als het gras te lang is om te verzamelen.
Om de achteruitvoer te gebruiken, verwijdert u de
fijnmaakafsluiter of de graszak (zie De graszak
verwijderen, blz. 12) en sluit u de achterklep.
Gevaar
Als het achterklep niet geheel is gesloten, kan de
maaimachine voorwerpen uitwerpen. Deze
kunnen ernstig lichamelijk of dodelijk letsel
veroorzaken.
Als u de achterklep niet kunt sluiten door
aangekoekt maaisel, moet u de motor afzetten,
wachten tot alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen en het maaisel verwijderen (met een
stok, niet met de hand), zodat u de klep volledig
kunt sluiten.
Tips voor bediening en gebruik
Neem de veiligheidsinstructies goed door en lees deze
handleiding zorgvuldig, voordat u met de maaimachine
gaat werken.
Verwijder uit het werkgebied stokken, stenen, draden,
takken en andere rommel die het mes kan raken en
wegslingeren.
Houd iedereen, met name kinderen en huisdieren, weg
uit het werkgebied.
Voorkom contact met bomen, muren, hoekstenen en
andere vaste voorwerpen. Maai nooit met opzet over
een willekeurig voorwerp.
Als de maaimachine toch een voorwerp raakt of begint
te trillen, moet u meteen de motor afzetten, de bougie-
kabel losmaken en de maaimachine op beschadiging
controleren.
Zorg dat u gedurende het hele seizoen steeds met een
scherp maaimes maait. Vijl regelmatig kerven en
inkepingen in het mes weg.
Vervang indien nodig het maaimes door een origineel
Toro-mes.
Maai uitsluitend droog gras of droge bladeren. Nat
gras en natte bladeren gaan aankoeken en kunnen
verstopping van de maaimachine of afslaan van de
motor veroorzaken.
Als u nat gras en natte bladeren maait, kunt u
wegslippen, in aanraking komen met het mes en
ernstig letsel oplopen.
Maai uitsluitend in droge omstandigheden.
Waarschuwing
Reinig de onderkant van de maaikast na elke maaibeurt.
Zie Onderkant van de maaikast reinigen, blz. 15.
Houd de motor steeds in goede conditie.
Als de motor van de maaimachine tijdens het
maaien sneller loopt dan de fabrieksinstelling, kan
de machine een stuk van het mes of een
motoronderdeel uitwerpen in de richting van de
gebruiker of de omstanders. Dit kan ernstig
lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken.
Nooit het ingestelde maximumtoerental van de
motor veranderen.
Als u denkt dat het motortoerental hoger is dan
normaal, moet u contact opnemen met een
Erkende Service Dealer.
Waarschuwing
Reinig regelmatig het luchtfilter. Bij fijnmaken zal meer
maaisel en stof ontstaan, waardoor het luchtfilter verstopt
raakt en de prestaties van de motor minder worden.
Gras maaien
Het tempo waarmee het gras groeit, varieert per
jaargetijde. Bij warm zomerweer kunt u het gras het
beste maaien bij maaihoogten D, E of F (52, 63, of
75 mm) U moet telkens niet meer dan ongeveer
éénderde van de grassprieten afmaaien. Maai niet met
een stand lager dan D (52 mm), tenzij de grasmat dun
is, of als laat in het najaar is wanneer het gras
langzamer begint te groeien.
Als u gras maait dat meer dan 15 cm hoog staat, kunt u
beter eerst maaien met de achteruitvoer in de hoogste
maaistand, waarbij u langzaam loopt. Vervolgens gaat u
maaien bij een lagere stand om het gazon een zo fraai
mogelijk uiterlijk te geven. Als het gras te lang is en in
hoopjes achterblijft op het gazon, kan de maaimachine
geblokkeerd raken, waardoor de motor afslaat.
Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor wordt
het maaisel beter over het gazon verstrooid, zodat het
gazon gelijkmatig wordt bemest.