Operator's Manual

20
Het maaimes slijpen
Vijl de bovenkant van het mes bij, zodat de
oorspronkelijke snijhoek (Fig. 30A) en binnenste
snijkantradius (Fig. 30B) gehandhaafd blijven. Het mes
blijft in balans als u evenveel materiaal weghaalt van
beide snijkanten.
153
1
m-6336
2
AB
Figuur 30
1. Slijp alleen onder deze
hoek
2. Behoud hier de
oorspronkelijke radius
Balanceren van het mes
1. Controleer de balans van het mes door het met het gat
in het midden over een spijker of schroevendraaier te
hangen, die horizontaal in een bankschroef geklemd is
(Fig. 31).
1007
Figuur 31
Opmerking: U kunt de balans ook controleren met behulp
van een mesbalans, die in elke ijzerwarenwinkel verkrijgbaar
is.
2. Als één van de uiteinden van het mes omlaag draait,
vijlt u nog wat materiaal aan die kant weg (niet van de
snijrand of het uiteinde bij de snijrand). Het mes is in
balans als geen van beide uiteinden omlaag beweegt.
Het maaimes monteren
1. Monteer een scherp, gebalanceerd Toro mes, de
mesversteviger, de klemring en de mesbout.
Opmerking: Het wiekdeel van het mes moet omhoog
wijzen (naar de bovenkant van de maaikast).
2. Draai de mesbout vast met een torsie van 33 tot
44 Nm.
3. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
Ruimte onder de drijfriemkap
reinigen
Zorg dat de ruimte onder de drijfriemkap vrij blijft van
rommel of vuil.
1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen
tot stilstand gekomen zijn.
2. De kap eraf tillen en alle vuil bij de drijfriem
wegborstelen.
3. De drijfriemkap terugplaatsen.
Het koelsysteem reinigen
Om de 100 bedrijfsuren of aan het begin van het seizoen
moeten vuil en haksel dat aan de cilinder, de koelvinnen
van de cilinderkop, en rond de carburateur en de
verbinding is blijven zitten, worden verwijderd. Haal vuil
weg van de luchtinlaatsleuven op het terugslaghuis.
Hierdoor blijkt goede koeling gewaarborgd, zodat de
motor optimaal presteert.
Benzine aftappen uit de
brandstoftank
1. Zet de motor af en wacht tot deze is afgekoeld.
2. Maak de bougiekabel los van de bougie (Fig. 10).
3. Verwijder de dop van de brandstoftank (Fig. 7).
4. Gebruik een handpomp, om de brandstof in een
schoon, goedgekeurd benzine-opslagvat over te
hevelen.
5. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
6. Laat de motor draaien totdat deze afslaat.
7. Start de motor weer, om zeker te zijn dat er geen
benzine meer in de carburator achtergebleven is.