Operator's Manual

22
De motor gebruiksklaar maken
1. Terwijl de motor nog warm is, ververst u de olie in het
carter. Zie Motorolie verversen op blz. 17.
2. Verwijder de bougie (Fig. 10).
3. Giet met olieblik ongeveer 1 eetlepel olie in het carter
via het bougiegat.
4. Draai de motor langzaam een paar maal rond met
behulp van het startkoord om de olie te verspreiden.
5. Monteer de bougie, maar sluit de kabel niet aan op de
bougie.
Algemene informatie
1. Reinig de onderkant van de maaikast. Zie Onderkant
van de maaikast reinigen, blz. 15.
2. Haal eventueel vuil en maaisel van de cilinder, de
koelribben van de cilinderkop en de behuizing van de
blazer.
3. Verwijder maaisel, vuil en roet van de buitenste
motoronderdelen, de uitlaatring, en de bovenkant van
de maaikast.
4. Controleer de conditie van het maaimes. Zie
Onderhoud van het maaimes, blz. 19.
5. Geef het luchtfilter een onderhoudsbeurt; zie
Luchtfilter vervangen, blz. 16.
6. Smeer de wielen; zie Zelfaandrijving smeren, blz. 17.
7. Draai alle moeren, bouten en schroeven goed aan.
8. Werk alle geroeste of afgebladderde verfoppervlakken
bij met lak die verkrijgbaar is bij een erkende Service
Dealer.
Uit de stalling halen
Onjuist in- of uitklappen van de handgreep kan
bekneld raken, uitrekken of andere beschadiging
van de kabels veroorzaken. Geknikte, uitgerekte
of beschadigde kabels kunnen storingen
veroorzaken, waardoor een onveilige situatie
ontstaat.
Zorg ervoor dat de kabels niet bekneld raken,
uitrekken of schade oplopen.
Let goed op de kabels als u de handgreep in- of
uitklapt.
De maaimachine niet gebruiken als één of meer
kabels geknikt, uitgerekt of beschadigd zijn.
Neem contact op met een erkende Service
Dealer.
Waarschuwing
1. Klap voorzichtig het bovenste deel van de handgreep
weer uit totdat het in het onderdeel valt, en zet dan de
knoppen vast.
2. Controleer alle bevestigingen en draai ze aan.
3. Haal de bougie eruit (Fig. 10) en draai de motor snel
rond met behulp van het startkoord, om overtollige
olie uit de cilinder te verwijderen.
4. Maak de bougie schoon, of monteer een nieuwe als de
oude bougie gebarsten of gebroken is, of als de
elektroden versleten zijn.
5. Plaats de bougie en draai hem vast met een torsie van
20 Nm.
6. Voer de voorgeschreven onderhoudsprocedures uit; zie
Onderhoud, blz. 14.
7. Vul de brandstoftank (Fig. 7) met verse benzine.
8. Motorliepeil controleren. Zie Oliepeil van de motor
controleren, blz. 15.
9. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.