Operator's Manual

Hetmotoroliepeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Verwijderdepeilstokuitdebuisenveegdeze
schoon.Schuifdaarnadepeilstokweerhelemaal
terug(Figuur8).
2.Haaldepeilstokeruitencontroleerhetoliepeil
(Figuur8).AlshetpeilonderdeBijvullen-markering
opdepeilstokstaat,gietdanlanzaamvoldoendeolie
indevulbuistotdathetpeildeVol-markeringhop
depeilstokbereikt.Niettevolvullen.(Maximale
vulhoeveelheid:0,59l,type:SAE30Wreinigingsolie,
metonderhoudsclassicatieSF,SG,SH,SJ,SLvan
hetAmericanPetroleumInstitute(API)ofhoger.
3.Plaatsdepeilstok.
Demaaihoogteinstellen
Ukuntdemachineinstellenopelkehoogtevan2,2cm
tot7,6cmomgrastemaaien.
Bijhetinstellenvandemaaihoogtekuntuin
aanrakingkomenmeteenbewegendmes.Dit
kanernstigletselveroorzaken.
Zetdemotorafenwachttotdatalle
bewegendeonderdelentotstilstand
gekomenzijn.
Plaatsuwvingersnietonderdebehuizing
alsudemaaihoogteinstelt.
Alsdemotorheeftgelopen,kande
geluiddemperheetzijnenernstige
brandwondenveroorzaken.Blijfuitdebuurt
vaneenhetegeluiddemper.
MaaihetgrasmetinstellingC,DofE.Probeerhet
grasnietterecyclenbijdeinstellingenAofB.
MaainietmeteenstandlagerdanC,tenzijde
grasmatdunis,ofalslaatinhetnajaariswanneer
hetgraslangzamerbeginttegroeien.Maailang
graseerstmeteenhogeremaaihoogtestandenloop
langzamer;maaidaarnanogmaalsmeteennormale
maaihoogte.Alsutehooggrasmaait,kande
maaimachineverstoptrakenendemotorafslaan.
Opmerking:MethetSmartWheell
®
berekentude
juisteinstellingomzekertezijndatnietmeerdan1/3
vandegrassprietenwordtafgesneden(Figuur11).
Figuur11
1.Maaihoogtehendel
4.Maaimachinehogerof
lagerzetten
2.Maaihoogteknop
5.SmartWheel
3.Maaihoogteschaal
1.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Rijddemaaimachineophetgrasenstopzodrahet
SmartWheelsymboolrechtopstaat(Figuur11).
3.Vergelijkdepuntenvandegrassprietenmetdeletter
ophetSmartWheel.DeletterophetSmartWheel
dieovereenkomtmetdepuntenvandegrassprieten
geeftdejuistemaaihoogteaan.
4.Drukopdemaaihoogteknopenhoudde
maaihoogtehendelvastommaaihoogteomhoogof
omlaagintestellen.(Figuur11).
5.Omdemaaimachineindegewenstemaaihoogtestand
tezetten,druktudemaaihoogtehendelomhoog
ofomlaag.Gebruikhierbijdemaaihoogteschaal
(Figuur11).
8