Form No. 3364-309 Rev A Zwaar uitgevoerde gazonmaaier met grasvanger van 53 cm Modelnr.: 22176TE—Serienr.: 310000001 en hoger Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u naar www.Toro.com.
letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen. Inleiding Deze loopmaaier met draaiende messen is bedoeld voor gebruik door particulieren of professionele bestuurders. De machine is voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras op goed onderhouden particuliere of commerciële gazons. De machine is niet ontworpen voor het maaien van borstelig gras of voor gebruik in de landbouw. Figuur 2 1.
Veiligheid Onderhoud van het luchtfilter............................. 20 Motorolie verversen ........................................... 20 Oliefilter vervangen............................................ 21 Onderhoud van de bougie .................................. 22 Onderhoud brandstofsysteem ................................ 22 Benzine aftappen uit de brandstoftank en brandstoffilter reinigen ................................... 22 Onderhoud aandrijfsysteem....................................
Benzine Gebruiksaanwijzing WAARSCHUWING: brandstof is licht ontvlambaar. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen. • Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of blikken die speciaal daarvoor bedoeld zijn. • Vul de brandstoftank nooit binnenshuis; tijdens het bijvullen niet roken. • Vul brandstof bij voordat u de motor start. Verwijder nooit de dop van de brandstoftank en vul nooit benzine bij wanneer de motor loopt of heet is. • Probeer de motor niet te starten als er brandstof is gemorst.
– als u een vreemd voorwerp heeft geraakt, moet u de maaimachine op beschadigingen controleren en reparaties uitvoeren voordat u de machine opnieuw start en weer in gebruik neemt. – als de maaimachine abnormaal begint te trillen (direct controleren). • Neem gas terug terwijl de motor uitloopt en sluit de brandstofklep als u klaar bent met maaien. • Bliksem kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Als u bliksem ziet of donder hoort in het gebied, gebruik de machine dan niet; ga schuilen.
94-6046 1. Om de motor te starten, moet u bovenste bedieningsstang tegen de handgreep drukken. 2. Om de tractieaandrijving in te schakelen, moet u de onderste bedieningsstang naar de handgreep trekken. 3. Om de motor af te zetten, laat u de bovenste bedieningsstang los. 98-4387 1. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 110-4978 1. Waarschuwing – Raadpleeg de Gebruikershandleiding. 2. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 3.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Handgreep Bout (5/16 x 1-1/4 inches) Ring Dunne borgmoer (5/16 inch) Bout (5/16 x 1-1/2 inches) Borgmoer (5/16 inch) Steunstang van grasvanger Dopborgmoer Kabelklemband 1 2 4 2 2 2 1 2 1 De handgreep bevestigen. Geen onderdelen vereist – Het startkoord monteren.
Figuur 4 1. Startkoord 2. Koordgeleider Figuur 3 1. Handgreepvergrendeling 2. Steunstang van grasvanger 3. Dopborgmoer (2) 4. Handgreep Opmerking: Om het koord gemakkelijker te kunnen monteren, moet u de bedieningsstang op de handgreep indrukken. 2. Bevestig de vergrendelingen aan de handgreep met twee bouten (5/16 x 1-1/2 inches), ringen en borgmoeren (5/16 inch) (Figuur 3). 3 Opmerking: U kunt de handgreep instellen op de hoogte die u het meest comfortabel vindt.
2. Zet de brandstofslang vast met de klem voor de brandstofslang (Figuur 5). 3. Schuif de kunststofklemmen op de voorzijde van de brandstoftank op de bevestiging voor de brandstoftank (Figuur 6). Figuur 7 1. Handgreep afvoerdeurtje 2. Afsluiter gedraaid naar rechts 2. Omdat de afsluiter iets wijder is dan de opening van het uitwerpkanaal, moet u de afsluiter een stukje naar rechts draaien als u deze monteert (Figuur 7). Opmerking: Let erop dat de pijl op de sticker van de afsluiter omhoog wijst. 3.
Algemeen overzicht van de machine ongeveer 0,89 liter olie. Zie Motoroliepeil controleren in Gebruiksaanwijzing (bladz. 11) voor oliespecificaties en instructies. Figuur 9 1. Rijsnelheidshendel 2. Bedieningsstang voor maaimes 3. Gashendel 4. Richtstang van grasvanger 5. Brandstoftank 6. Oliefilter 7. Bougie 8. Maaihoogtehendel 9. Luchtfilter 10.
Gebruiksaanwijzing Opmerking: Determine the left and right sides of the machine from the normal operating position. Telkens voordat u gaat maaien, moet u controleren of de zelfaandrijving en de bedieningsstang nog goed werken. Als u de bedieningsstang loslaat moeten de motor en de zelfaandrijving stoppen. Doen ze dat niet, dan moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer. VOORZICHTIG Figuur 10 1. Bedieningsstang voor maaimes 2.
Figuur 13 1. Peilstok 2. Vol 3. Bijvullen Opmerking: Als het carter leeg is, moet u dit voor ongeveer driekwart met olie vullen; volg daarna de procedure die in dit hoofdstuk wordt beschreven. 1. Zet de maaimachine op een horizontaal oppervlak. 2. Maak de omgeving van de peilstok schoon (Figuur 13). 3. Verwijder de peilstok door de dop linksom te draaien en eruit te trekken. 4. Veeg de peilstok met een schone doek schoon. 5. Steek de peilstok helemaal in de vulbuis, maar draai deze er niet in. 6.
De brandstoftank vullen met benzine GEVAAR Tijdens het bijvullen van benzine kan in bepaalde omstandigheden een statische lading ontstaan die de benzine tot ontbranding kan brengen. Brand of explosie van benzine kan letsel van u of anderen en materiële schade veroorzaken. Gebruik voor de beste resultaten schone, verse, loodvrije benzine met een octaangetal van 87 of hoger. Om te zorgen dat de benzine voldoende vers is, moet u niet meer benzine aanschaffen dan u naar verwachting in 30 dagen zult gebruiken.
4. Zet de rijsnelheidshendel in de neutraalstand (N) (Figuur 10 en Figuur 11). 5. Trek de starthandgreep langzaam uit totdat u weerstand voelt, daarna krachtig uittrekken. 6. Als de motor start, kunt u met de desbetreffende hendels de gastoevoer en de rijsnelheid naar wens regelen. Opmerking: Wil de motor na drie pogingen niet starten, herhaal dan de stappen 3 tot en met 6. Motor afzetten 1. Zet de bedieningsstang vrij en zet de gashendel op UIT. 2.
zakken om de maaimachine af te remmen als u een bocht maakt of de machine te snel voor u gaat. Als u de bedieningsstang te veel laat zakken, stopt de zelfaandrijving van de maaimachine. Duw de bedieningsstang naar de handgreep toe om de snelheid te verhogen. Wanneer de bedieningsstang dicht tegen de handgreep is aangedrukt, beweegt de maaimachine zich voort met de maximale snelheid.
beweeg de handgreep naar achteren totdat de pen is vergrendeld in de uitsparing voor de grasvanger (Figuur 19). GEVAAR Als het afvoerdeurtje niet geheel is gesloten, kan de maaimachine voorwerpen uitwerpen. Deze kunnen ernstig lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken. Als het afvoerdeurtje niet geheel kan worden gesloten omdat het maaisel de afvoer heeft verstopt, zet u de motor af en beweegt u de handgreep van het afvoerdeurtje voorzichtig heen en weer totdat u het deurtje geheel kunt sluiten.
verstopping van de maaimachine of afslaan van de motor veroorzaken. de maaimachine geblokkeerd raken, waardoor de motor afslaat. • Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor wordt het maaisel beter over het gazon verstrooid, zodat het gazon gelijkmatig wordt bemest. WAARSCHUWING Als u nat gras en natte bladeren maait, kunt u uitglijden, in aanraking komen met het mes en ernstig letsel oplopen.
Onderhoud Opmerking: Determine the left and right sides of the machine from the normal operating position. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • Ververs de motorolie. Bij elk gebruik of dagelijks • Controleer het motoroliepeil. • Controleer of de motor binnen 3 seconden stopt nadat u de bedieningsstang van het maaimes hebt losgelaten. • Controleer het maaimes op slijtage of beschadigingen. • De onderkant van de maaikast reinigen.
Smering 3. Pomp 2 keer voorzichtig Nr 2 smeervet op lithiumbasis voor algemene doeleinden in de nippel. Smering van de draaiarmen 4. Monteer de grasvanger. Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren Om de 25 bedrijfsuren of bij het einde van het seizoen moeten de draaiarmen worden gesmeerd. 1. Zet de maaihoogtehendels van de achterwielen in de middelste afstelling. 2. Veeg de smeernippels met een doek schoon (Figuur 20). Figuur 20 1. Smeernippel 3.
Onderhoud motor Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren Om de 300 bedrijfsuren Figuur 23 Reinig het schuimelement om de 25 bedrijfsuren. Reinig het papierelement om de 100 bedrijfsuren. Vervang het papierelement om 300 bedrijfsuren of eenmaal per seizoen; dit moet vaker gebeuren in stoffige omstandigheden. 1. Papierelement 2. Schuimelement Belangrijk: Papierelement nooit schoonmaken. 6.
6. Hef de rechterkant van de maaimachine op om de olie in de opvangbak te laten lopen. 6. Verwijder het oliefilter. 7. Smeer met uw vinger een laagje olie op de rubberen pakking van het nieuwe filter (Figuur 25). Opmerking: U kunt de olie ook uit het carter verwijderen met behulp van een olieafzuigpomp. 7. Zet de maaimachine terug in de bedrijfsstand. 8. Steek de peilstok in de vulbuis en draai de dop rechtsom totdat deze goed vast zit. 9.
Onderhoud van de bougie Onderhoud brandstofsysteem Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Controleer de bougie om de 100 bedrijfsuren. Gebruik een NGK BPR5ESbougie of een bougie van een equivalent type. 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. Benzine aftappen uit de brandstoftank en brandstoffilter reinigen 2. Verwijder de bougiekabel van de bougie (Figuur 15). Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren 3. Maak de omgeving van de bougie schoon.
Onderhoud aandrijfsysteem Zelfaandrijving afstellen Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Figuur 28 1. 2,5 cm Als de zelfaandrijving niet werkt of de machine de neiging heeft om voorwaarts te kruipen als de bedieningsstang zich meer dan 3,8 cm van de handgreep bevindt, moet u de bedieningsknop voor de wielaandrijving op de achterkant van de tandwielkast afstellen. 1. Sluit het deurtje van de maaikast en verwijder de grasvanger. 2.
Onderhoud bedieningsysteem Onderhoud van maaimessen Kabel van de mesrem afstellen Het maaimes onderhouden Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Maai altijd met een scherp mes. Een scherp mes snijdt het gras goed af zonder het te scheuren of te kwetsen. Bij elk gebruik of dagelijks 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. Telkens wanneer er een nieuw mesremkabelset wordt gemonteerd of de riem wordt vervangen, moet de mesremkabel worden afgesteld.
Balanceren van het mes 1. Controleer de balans van het mes door de opening in het midden van het mes boven een spijker of de steel van een schroevendraaier te houden, die horizontaal in een bankschroef is geklemd (Figuur 33). Figuur 31 1. Vleugel 2. Platte deel van het mes 3. Slijtage 4. Groefvorming Figuur 33 Opmerking: De beste resultaten krijgt u door een nieuw mes te monteren voordat het maaiseizoen begint.
Reiniging 5. Draai de kraan dicht. 6. Start de maaier en laat deze een aantal minuten draaien om het vocht op de onderdelen van de maaier te laten opdrogen. Onderkant van de maaikast reinigen Schrapen Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Als u niet alle rommel aan de onderkant van de maaimachine kunt wegwassen, moet u de machine schoon schrapen. Om de beste maairesultaten te verkrijgen, moet u de onderkant van de maaikast schoon houden.
Stalling WAARSCHUWING Maaisel en andere voorwerpen kunnen worden uitgeworpen uit een geopend uitwerpkanaal en ernstig of dodelijk letsel toebrengen aan de bestuurder of de omstanders. Om de maaimachine klaar te maken voor de stalling buiten het maaiseizoen, moeten de aanbevolen onderhoudsprocedures worden uitgevoerd. Zie Onderhoud. Start of gebruik de maaimachine pas nadat u één van de volgende zaken heeft gecontroleerd: Stal de maaimachine op een koele, schone en droge plaats.
2. Haal eventueel vuil en maaisel van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en het ventilatorhuis. 3. Verwijder maaisel, vuil en roet van de buitenste motoronderdelen, de uitlaatring, en de bovenkant van de maaikast. 4. Controleer de conditie van het maaimes. Zie Onderhoud van het maaimes. 5. Reinig het scherm van de mesremkoppeling; zie Scherm van de mesremkoppeling reinigen. 6. Geef het luchtfilter een onderhoudsbeurt; zie Onderhoud van het luchtfilter. 7.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem Motor start niet Motor start moeilijk of verliest vermogen Mogelijke oorzaak Remedie 1. Brandstoftank leeg of oude benzine in het brandstofsysteem. 1. Brandstoftank aftappen en vullen met verse benzine. Neem contact op met een erkende Service Dealer, als het probleem blijft voortduren. 2. De gashendel staat niet op Choke. 3. De bougiekabel is niet aangesloten op de bougie. 4. De bougie is aangetast, vuil, of de elektrodenafstand is niet correct afgesteld. 2.
Probleem Uitwerpkanaal verstopt Mogelijke oorzaak 1. De gashendel staat niet op Snel 1. Zet de gashendel op Snel. 2. De maaihoogte is te laag. 3. U maait te snel. 4. Het gras is nat. 2. Instellen op een hogere maaistand. 3. Verminder uw snelheid. 4. Het gras eerst laten drogen voordat u gaat maaien. 5. De onderkant van de maaikast reinigen. 5. De onderkant van de maaikast is bedekt met maaisel en vuil. De zelfaandrijving van de maaimachine werkt niet. Remedie 1.
Lijst met internationale dealers Dealer: Atlantis Su ve Sulama Sisstemleri Lt Balama Prima Engineering Equip. B-Ray Corporation Casco Sales Company Ceres S.A. CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Equiver Femco S.A. G.Y.K. Company Ltd. Geomechaniki of Athens Guandong Golden Star Hako Ground and Garden Hako Ground and Garden Hayter Limited (U.K.) Hydroturf Int. Co Dubai Hydroturf Egypt LLC Ibea S.P.A. Irriamc Irrigation Products Int'l Pvt Ltd. Jean Heybroek BV. Lely (U.K.) Limited Maquiver S.A.
Toro Garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming Toro Warranty Company, geven krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie alle onderstaande Toro-producten te repareren als deze materiaalgebreken of fabricagefouten vertonen, mits het product uitsluitend voor huiselijke doeleinden* is gebruikt.