Form No. 3364-338 Rev B Zwaar uitgevoerde gazonmaaier van 53 cm met Recycler®/grasvanger Modelnr.: 22187TE—Serienr.: 310000001 en hoger Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u naar www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte product-specifieke conformiteitsverklaring Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd (Figuur 2) met de volgende veiligheidssymbolen, die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Inhoud Stalling ....................................................................... 26 Het brandstofsysteem gebruiksklaar maken ............................................................ 26 De motor gebruiksklaar maken ........................... 26 Algemene informatie.......................................... 27 Na de stalling...................................................... 27 Problemen, oorzaak en remedie .................................. 28 Inleiding........................................
Veiligheid Benzine WAARSCHUWING: brandstof is licht ontvlambaar. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen. Onjuist gebruik of onderhoud van deze maaier kan letsel tot gevolg hebben. Houd u aan deze veiligheidsinstructies om het risico op letsel te verminderen. • Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of blikken die speciaal daarvoor bedoeld zijn. • Vul de brandstoftank nooit binnenshuis; tijdens het bijvullen niet roken. Toro heeft deze maaier ontworpen voor en getest op veilig gebruik.
uit de buurt van de maaimes(sen) en niet vóór het uitwerpkanaal. • Zet de motor af en maak de bougiekabel los: – voordat u verstoppingen losmaakt of het uitwerpkanaal ontstopt. Gebruiksaanwijzing – voordat u de maaimachine controleert, reinigt of er werkzaamheden aan verricht. • Houd iedereen weg uit het gebied waarin u de machine gebruikt, met name kinderen en huisdieren. • Gebruik indien mogelijk de maaimachine niet op een nat gazon.
Geluidsniveau • Wees voorzichtig als u de machine afstelt en voorkom dat uw vingers bekneld raken tussen de draaiende messen en de vaste onderdelen van de machine. Deze machine heeft een gegarandeerd geluidsniveau van 98 dBA uit met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA. Het geluidsniveau is vastgesteld volgens de procedures in ISO 11094. • Om de beste prestaties en een veilig gebruik te verzekeren, dient u uitsluitend originele Toro-onderdelen en accessoires te gebruiken.
110-4978 1. Waarschuwing – Raadpleeg de Gebruikershandleiding. 2. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 3. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd – Zet de motor af en maak de bougiekabel los voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 4. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 5. Waarschuwing – Zet de motor af voordat u de machine achterlaat. 112-8760 1.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Handgreep Bout (5/16 x 1-1/4 inches) Ring Dunne borgmoer (5/16 inch) Bout (5/16 x 1-1/2 inches) Borgmoer (5/16 inch) Steunstang van grasvanger Dopborgmoer Kabelklemband 1 2 4 2 2 2 1 2 1 De handgreep bevestigen. Geen onderdelen vereist – Het startkoord monteren. Parkerschroef Brandstoftank 2 1 Monteer de brandstoftank.
Figuur 4 1. Startkoord 2. Koordgeleider Figuur 3 1. Handgreepvergrendeling 4. Handgreep 2. Steunstang van grasvanger 5. Bout (5/16 x 1-1/2 inches) 3. Dopborgmoer (2) 6. Bout (5/16 x 1-1/4 inches) Opmerking: Om het koord gemakkelijker te kunnen monteren, moet u de bedieningsstang op de handgreep indrukken. 2. Bevestig de vergrendelingen aan de handgreep met twee bouten (5/16 x 1-1/2 inches), ringen en borgmoeren (5/16 inch) (Figuur 3).
3 4 De brandstoftank monteren De afsluiter van het uitwerpkanaal monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Parkerschroef 1 Brandstoftank Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Afsluiter van uitwerpkanaal Procedure Procedure 1. Schuif de kunststofklemmen op de voorzijde van de brandstoftank op de bevestiging voor de brandstoftank (Figuur 5). 1. Open het deurtje van de afvoer door de handgreep naar voren te trekken en naar achteren te bewegen (Figuur 6).
Algemeen overzicht van de machine Figuur 7 1. Veerklem 4. Laat de handgreep van het afvoerdeurtje los om de bovenkant van de afsluiter vast te zetten. 5 Figuur 8 1. Handgreep 6. Luchtfilter Het carter vullen met olie 2. Gashendel 7. Maaihoogtehendel 3. Grasvanger 8. Bougie Geen onderdelen vereist 4. Brandstoftank 5. Oliefilter 9. Vulbuis/Peilstok 10. Bedieningsstang voor maaimes Procedure De motor wordt geleverd zonder olie in het carter.
Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Telkens voordat u gaat maaien, moet u controleren of de zelfaandrijving en de bedieningsstang nog goed werken. Als u de bedieningsstang van het maaimes loslaat moeten de motor en de zelfaandrijving stoppen. Doen ze dat niet, dan moet u contact opnemen met een erkende servicedealer. VOORZICHTIG Deze machine stelt de gebruiker bloot aan geluidsniveaus van meer dan 85 dBA.
De brandstoftank vullen met benzine GEVAAR Tijdens het bijvullen van benzine kan in bepaalde omstandigheden een statische lading ontstaan die de benzine tot ontbranding kan brengen. Brand of explosie van benzine kan letsel bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Gebruik voor de beste resultaten schone, verse, loodvrije benzine met een octaangetal van 87 of hoger. Om te zorgen dat de benzine voldoende vers is, moet u niet meer benzine aanschaffen dan u naar verwachting in 30 dagen zult gebruiken.
Opmerking: Wil de motor na drie pogingen niet starten, herhaal dan de stappen 3 tot en met 6. Motor afzetten 1. Zet de bedieningsstang vrij en zet de gashendel op UIT. 2. Maak de kabel van de bougie los als u de maaimachine niet gebruikt of onbeheerd achterlaat. Zelfaandrijving gebruiken De maaimachine heeft 3 rijsnelheden: 1 is langzaam, 2 is medium en 3 is snel. De rijsnelheidshendel bevindt zich aan de achterzijde van de drijfriemkap (Figuur 14). Figuur 12 1. Dop van brandstoftank 3. Luchtfilter 2.
op Lopen/Schakelen (Figuur 15) als u de rijsnelheid verandert. Opmerking: U kunt de snelheid variëren door de afstand tussen bedieningsstang en handgreep te vergroten of te verkleinen. Laat de bedieningsstang zakken om de maaimachine af te remmen als u een bocht maakt of de machine te snel voor u gaat. Als u de bedieningsstang te veel laat zakken, stopt de zelfaandrijving van de maaimachine. Duw de bedieningsstang naar de handgreep toe om de snelheid te verhogen.
beweeg de handgreep naar achteren totdat de pen is vergrendeld in de uitsparing voor de grasvanger (Figuur 18). GEVAAR Als het afvoerdeurtje niet geheel is gesloten, kan de maaimachine voorwerpen uitwerpen. Deze kunnen ernstig lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken. Als het afvoerdeurtje niet geheel kan worden gesloten omdat het maaisel de afvoer heeft verstopt, zet u de motor af en beweegt u de handgreep van het afvoerdeurtje voorzichtig heen en weer totdat u het deurtje geheel kunt sluiten.
gaan aankoeken en kunnen verstopping van de maaimachine of afslaan van de motor veroorzaken. lang is en in hoopjes achterblijft op het gazon, kan de maaimachine geblokkeerd raken, waardoor de motor afslaat. WAARSCHUWING • Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor wordt het maaisel beter over het gazon verstrooid, zodat het gazon gelijkmatig wordt bemest. Als u nat gras en natte bladeren maait, kunt u uitglijden, in aanraking komen met het mes en ernstig letsel oplopen.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • Motorolie verversen zonder oliefilter. Bij elk gebruik of dagelijks • Controleer het motoroliepeil. • Controleer of de motor binnen 3 seconden stopt nadat u de bedieningsstang van het maaimes hebt losgelaten. • Controleer het maaimes op slijtage of beschadigingen.
Smering Onderhoud motor Smering van de draaiarmen Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren 1. Zet de maaihoogtehendels van de achterwielen in de middelste afstelling. 2. Veeg de smeernippels met een doek schoon (Figuur 19). Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Reinig het schuimelement (dit moet vaker gebeuren in stoffige omstandigheden). Om de 300 bedrijfsuren—Vervang het papierelement (dit moet vaker gebeuren in stoffige omstandigheden).
Oliefilter vervangen Opmerking: Monteer een nieuw papieren luchtfilterelement als u het oude element weggooit. Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren 8. Plaats het deksel terug. 1. Laat de motor eerst lopen zodat de olie wordt opgewarmd. De motorolie verversen WAARSCHUWING Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren De olie kan heet zijn nadat de motor heeft gelopen; contact met hete olie kan ernstig brandwonden veroorzaken. Om de 50 bedrijfsuren 1.
Figuur 24 Figuur 23 1. Centrale elektrode met isolator 2. Massa-elektrode 3. Elektrodenafstand (niet op schaal weergegeven) 1. Pakking 9. Monteer het nieuwe filter en draai dit met 2/3 slag vast. 6. Plaats de bougie en de pakkingafdichting. 10. Vul het carter met nieuwe olie tot aan de Vol-streep op de peilstok; zie Carter vullen met olie. 7. Draai de bougie vast met een torsie van 23 Nm. 8. Sluit de bougiekabel aan op de bougie. 11. Sluit de bougiekabel aan op de bougie. 12.
Onderhoud brandstofsysteem Onderhoud aandrijfsysteem Benzine aftappen uit de brandstoftank en brandstoffilter reinigen Zelfaandrijving afstellen Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Als de zelfaandrijving niet werkt of de machine de neiging heeft om voorwaarts te kruipen als de bedieningsstang zich meer dan 3,8 cm van de handgreep bevindt, moet u de bedieningsknop voor de wielaandrijving op de achterkant van de tandwielkast afstellen. 1. Sluit het deurtje van de maaikast en verwijder de grasvanger.
Onderhoud bedieningsysteem Onderhoud van maaimessen Kabel van de mesrem afstellen Het maaimes onderhouden Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer of de motor binnen 3 seconden stopt nadat u de bedieningsstang van het maaimes hebt losgelaten. Maai altijd met een scherp mes. Een scherp mes snijdt het gras goed af zonder het te scheuren of te kwetsen. 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 2. Verwijder de bougiekabel van de bougie.
Balanceren van het mes 1. Controleer de balans van het mes door de opening in het midden van het mes boven een spijker of de steel van een schroevendraaier te houden, die horizontaal in een bankschroef is geklemd (Figuur 31). Figuur 29 1. Vleugel 3. Slijtage 2. Platte deel van het mes 4. Groefvorming Figuur 31 Opmerking: De beste resultaten krijgt u door een nieuw mes te monteren voordat het maaiseizoen begint.
Reiniging Schrapen Als u niet al het vuil aan de onderkant van de maaimachine kunt wegwassen, moet u de machine schoon schrapen. Onderkant van de maaikast reinigen 1. Verwijder de bougiekabel van de bougie (Figuur 12). Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 2. Tap de brandstof af uit de brandstoftank. Zie Benzine aftappen uit de brandstoftank en Brandstoffilter reinigen Om de beste maairesultaten te verkrijgen, moet u de onderkant van de maaikast schoon houden.
Stalling WAARSCHUWING Maaisel en andere voorwerpen kunnen worden uitgeworpen uit een geopend uitwerpkanaal en ernstig of dodelijk letsel toebrengen aan de bestuurder of de omstanders. Om de maaimachine klaar te maken voor de stalling buiten het maaiseizoen, moeten de aanbevolen onderhoudsprocedures worden uitgevoerd. Zie Onderhoud. Start of gebruik de maaimachine pas nadat u één van de volgende zaken heeft vastgesteld: Stal de maaimachine op een koele, schone en droge plaats.
Algemene informatie 1. Reinig de maaikast. Zie Onderkant van de maaikast reinigen. 2. Haal eventueel vuil en maaisel van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing. 3. Verwijder maaisel, vuil en roet van de buitenste motoronderdelen, de uitlaatring, en de bovenkant van de maaikast. 4. Controleer de conditie van het maaimes. Zie Onderhoud van het maaimes. 5. Reinig het scherm van de mesremkoppeling; zie Scherm van de mesremkoppeling reinigen. 6.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem Motor start niet Motor start moeilijk of verliest vermogen Mogelijke oorzaak Remedie 1. Brandstoftank leeg of oude benzine in het brandstofsysteem. 1. Brandstoftank aftappen en vullen met verse benzine. Neem contact op met een erkende servicedealer, als het probleem blijft voortduren. 2. De gashendel staat niet op Choke. 3. De bougiekabel is niet aangesloten op de bougie. 4. De bougie is aangetast, vuil, of de elektrodenafstand is niet correct afgesteld. 2.
Probleem De zelfaandrijving van de maaimachine werkt niet. Mogelijke oorzaak Remedie 1. De kabel van de zelfaandrijving is ontsteld of beschadigd. 1. De kabel van de zelfaandrijving afstellen. De kabel vervangen indien dit nodig is. 2. Er zit vuil onder de drijfriemkap. 2. Het vuil onder de drijfriemkap verwijderen.
Opmerkingen: 30
Lijst met internationale dealers Dealer: Atlantis Su ve Sulama Sisstemleri Lt Balama Prima Engineering Equip. B-Ray Corporation Casco Sales Company Ceres S.A. CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Equiver Femco S.A. G.Y.K. Company Ltd. Geomechaniki of Athens Guandong Golden Star Hako Ground and Garden Hako Ground and Garden Hayter Limited (U.K.) Hydroturf Int. Co Dubai Hydroturf Egypt LLC Ibea S.P.A. Irriamc Irrigation Products Int'l Pvt Ltd. Jean Heybroek BV Lely (U.K.) Limited Maquiver S.A.
Toro Garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming Toro Warranty Company, geven krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie alle onderstaande Toro-producten te repareren als deze materiaalgebreken of fabricagefouten vertonen, mits het product uitsluitend voor huiselijke doeleinden* is gebruikt.