Form No. 3364-330 Rev A Zwaar uitgevoerde gazonmaaier van 66 cm met achtervanger Modelnr.: 22200TE—Serienr.: 310000001 en hoger Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u naar www.Toro.com.
Deze handleiding noemt een aantal mogelijke gevaren en bevat een aantal veiligheidsberichten (Figuur 2) met de volgende veiligheidssymbolen, die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen. Inleiding Deze loopmaaier met draaiende messen is bedoeld voor gebruik door particulieren of professionele bestuurders.
Veiligheid Oliefilter vervangen............................................ 20 Onderhoud van de bougie .................................. 20 Onderhoud brandstofsysteem ................................ 21 Benzine aftappen uit de brandstoftank en brandstoffilter reinigen ................................... 21 Onderhoud aandrijfsysteem.................................... 22 Zelfaandrijving afstellen ..................................... 22 Onderhoud bedieningsysteem ................................
• Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of blikken die speciaal daarvoor bedoeld zijn. • Vul de brandstoftank nooit binnenshuis; tijdens het bijvullen niet roken. • Vul brandstof bij voordat u de motor start. Verwijder nooit de dop van de brandstoftank en vul nooit benzine bij wanneer de motor loopt of heet is. • Als er brandstof gemorst mag u de motor niet aanzetten, maar dient u eerst de maaimachine verplaatsen.
accessoires; deze kunnen de veiligheid in gevaar brengen. – als u een vreemd voorwerp heeft geraakt, moet u de maaimachine op beschadigingen controleren en reparaties uitvoeren voordat u de machine opnieuw start en weer in gebruik neemt. Geluidsdruk – controleer de machine onmiddellijk als deze abnormaal begint te trillen. Deze machine oefent een geluidsdruk van 85 dBA uit op het gehoor van de bestuurder met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. Merkteken van fabrikant 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele Toro-maaimachine is. 98-4387 103-6328 1. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 1. Choke 2. Snel 3. Continu snelheidsregeling 4. Langzaam 5. Motor – Afzetten 110-4977 1.
112-8760 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 112-9028 1. Waarschuwing—Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen; laat alle schermen op hun plaats. 115-4207 1. Lees de Gebruikershandleiding. 2. Smeer de draaiarmen van het aandrijfwiel elke 50 uur. 3. Smeer de transmissie elke 50 uur.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Handgreep 1 De handgreep bevestigen. Geen onderdelen vereist – Het carter met olie bijvullen. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. 1 De handgreep bevestigen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Handgreep Figuur 3 Procedure 1. Slotbout en zeskantige flensmoer 1.
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen Figuur 5 1. Rijsnelheidshendel 2. Maaikoppelingshendel Figuur 4 1. Handgreep 2. Bedieningsstang van tractie 3. Bedieningsstang voor maaimes 4. Maaikoppelingshendel 5. Rijsnelheidshendel 6. Brandstoftank 7. Vulbuis/Peilstok 3. Bedieningsstang voor maaimes 8. Handgreep startkoord 9. Luchtfilter 4. Handgreep 5. Bedieningsstang van tractie 6. Gashendel 10. Bougie 11. 12. 13. 14. De standen van de gashendel worden getoond in Figuur 6.
Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Telkens voordat u gaat maaien, moet u controleren of de zelfaandrijving en de bedieningsstang van het maaimes en de maaikoppelingshendel nog goed werken. Als u de bedieningsstang van het maaimes loslaat moeten de motor en de zelfaandrijving stoppen. Doen ze dat niet, dan moet u contact opnemen met een erkende servicedealer.
De brandstoftank vullen met benzine GEVAAR Tijdens het bijvullen van benzine kan in bepaalde omstandigheden een statische lading ontstaan die de benzine tot ontbranding kan brengen. Brand of explosie van benzine kan letsel bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet benzinevaten altijd op de grond en uit de buurt van de machine voordat u de brandstoftank bijvult.
5. Trek de starthandgreep langzaam uit totdat u weerstand voelt, daarna krachtig uittrekken. 2. Verwijder de dop van de tank. 3. Vul de brandstoftank met loodvrije benzine tot op 6 tot 13 mm van de bovenrand van de tank. Niet tot in de vulbuis bijvullen. 6. Als de motor start, beweegt u de gashendel en zet u de rijsnelheidsregelaar in de gewenste stand. Belangrijk: Vul de brandstoftank tot maximaal 6 mm van de bovenrand van de tank omdat de benzine ruimte nodig heeft om te kunnen uitzetten.
Figuur 13 Figuur 14 Het maaimes uitschakelen 1. Bedieningsstang van tractie 2. Gashendel Laat de bedieningsstang van het maaimes los. 2. Zet de rijsnelheidshendel in de gewenste stand. 3. Druk de bedieningsstang van de tractie tegen de handgreep (Figuur 15). Belangrijk: Als u de bedieningsstang loslaat, moet het mes binnen 3 seconden tot stilstand komen. Als dit niet gebeurt, mag u de machine niet verder gebruiken en moet u contact opnemen met een erkende servicedealer.
dit dat het mes nog steeds draait. Dit kan erop duiden dat de mesremkoppeling gebreken heeft. Als u hierop geen acht slaat, kan dit ertoe leiden dat u de machine niet veilig kun gebruiken. Neem contact op met een erkende servicedealer om uw maaimachine te laten inspecteren en repareren. GEVAAR Als de mesremkoppeling buiten werking is, blijft het mes draaien als u de bedieningsstang vrij zet. Contact met het mes kan ernstig letsel veroorzaken. • Controleer de mesremkoppeling vóór elk gebruik. Figuur 16 1.
De grasvanger gebruiken Maaien met de grasvanger WAARSCHUWING Montage van de grasvanger Door een versleten grasvanger kunnen steentjes en andere voorwerpen worden uitgeworpen in de richting van de gebruiker of de omstanders. Uitgeworpen voorwerpen kunnen ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen aan de gebruiker of omstanders. 1. Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen. 2. Zet de achterklep omhoog en houd hem in deze stand (Figuur 18).
maaihoogte van de voorwielen op 64 mm en die van de achterwielen op 76 mm. WAARSCHUWING Als de motor van de maaimachine tijdens het maaien sneller loopt dan de fabrieksinstelling, kan de machine een stuk van het mes of een motoronderdeel uitwerpen in de richting van de gebruiker of de omstanders. Dit kan ernstig lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken. – Nooit het ingestelde maximumtoerental van de motor veranderen.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 5 bedrijfsuren • Motorolie verversen. Bij elk gebruik of dagelijks • Controleer het motoroliepeil. • Controleer of het mes binnen 3 seconden stopt nadat u de bedieningsstang van het maaimes hebt losgelaten. • Controleer de afstelling van de remkabel en stel indien nodig de remkabel af.
Tandwielkast smeren Smering Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Smering van de draaiarmen Om de 50 bedrijfsuren moet u de tandwielkast smeren. Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren 1. Plaats een smeerpistool op de nippel onder de brandstoftank (Figuur 20). Om de 50 bedrijfsuren of bij het einde van het seizoen moeten de draaiarmen worden gesmeerd. 1 1. Zet de maaihoogtehendels van de achterwielen in de middelste afstelling. 2. Verwijder de bougiekabel van de bougie (Figuur 10). 3.
Onderhoud motor 7. Drenk het schuimelement in olie en knijp dit vervolgens uit (niet wringen) om de overtollige olie te verwijderen. Onderhoud van het luchtfilter 8. Monteer het schuimelement. Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren 9. Monteer het nieuwe papierelement. Om de 300 bedrijfsuren 10. Monteer het luchtfilterdeksel en zet dit vast met de schroef. Reinig het schuimelement om de 25 bedrijfsuren. Reinig het papierelement om de 100 bedrijfsuren.
3. Verwijder de bougiekabel van de bougie. 4. Tap de motorolie af; zie Motorolie verversen. 5. Leg een doek onder het oliefilter om olie op te vangen die weglekt als u het filter verwijdert. 6. Verwijder het oliefilter. 7. Smeer met uw vinger een laagje olie op de rubberen pakking van het nieuwe filter (Figuur 23). Figuur 22 1. Oliefilter 2. Brandstofslang 3. Olieaftapplug 6. Plaats een opvangbak onder de aftapslang. 7. Open de aftapplug en laat de olie in de opvangbak lopen.
Onderhoud brandstofsysteem elektroden niet reinigen omdat hierdoor gruis in de cilinder terecht kan komen. Dit leidt meestal tot beschadiging van de motor. 5. Stel de elektrodenafstand in op 0,76 mm (Figuur 24). Benzine aftappen uit de brandstoftank en brandstoffilter reinigen Onderhoudsinterval: Jaarlijks Om de 50 bedrijfsuren Om de 300 bedrijfsuren Het brandstoffilterelement (filterzeef) bevindt zich aan de binnenkant van de benzinetank. Reinig het brandstoffilter om de 100 bedrijfsuren of jaarlijks.
Onderhoud aandrijfsysteem Onderhoud bedieningsysteem Zelfaandrijving afstellen Kabel van de mesrem afstellen Onderhoudsinterval: Om de 75 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Om de 100 bedrijfsuren Als de zelfaandrijving niet werkt of de machine de neiging heeft om voorwaarts te kruipen wanneer de bedieningsstang van de tractie zich meer dan 38 mm van de handgreep bevindt, moet u de zelfaandrijving afstellen.
Onderhoud van het maaimes Het maaimes onderhouden Maai altijd met een scherp mes. Een scherp mes snijdt het gras goed af zonder het te scheuren of te kwetsen. 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. Figuur 28 1. Vleugel 2. Platte deel van het mes 2. Verwijder de bougiekabel van de bougie (Figuur 10). 3. Tap de benzine af uit de brandstoftank; zie Benzine aftappen uit de brandstoftank en Brandstoffilter reinigen. 3. Slijtage 4.
Reiniging Balanceren van het mes 1. Controleer de balans van het mes door de opening in het midden van het mes boven een spijker of de steel van een schroevendraaier te houden, die horizontaal in een bankschroef is geklemd (Figuur 30). Ruimte onder de drijfriemkap reinigen Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 2. Verwijder de bougiekabel van de bougie (Figuur 10). 3.
Afvoertunnel reinigen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Na elk gebruik moet u de afvoertunnel grondig reinigen. Het deurtje van de afvoertunnel moet goed gesloten zijn als de grasvanger wordt verwijderd. Indien het afvoerdeurtje niet goed kan worden gesloten als gevolg van vuil, moet de binnenzijde van de afvoertunnel en het deurtje grondig worden gereinigd. Figuur 32 1. Rechter achterwiel Opmerking: Het maaimes zuigt het water in de maaimachine, waardoor maaisel wordt weggespoeld.
Algemene informatie Stalling 1. Reinig de maaikast. Zie Onderkant van de maaikast reinigen. Om de maaimachine klaar te maken voor de stalling buiten het maaiseizoen, moeten de aanbevolen onderhoudsprocedures worden uitgevoerd. Zie Onderhoud. 2. Haal eventueel vuil en maaisel van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing. Stal de maaimachine op een koele, schone, droge plaats. Dek de machine af om deze schoon te houden en te beschermen. 3.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem De motor start niet. De motor start moeilijk of verliest vermogen Mogelijke oorzaak Remedie 1. Brandstoftank leeg of oude benzine in het brandstofsysteem. 1. Brandstoftank aftappen en vullen met verse benzine. Neem contact op met een erkende servicedealer, als het probleem blijft voortduren. 2. De gashendel staat niet op Choke. 3. De bougiekabel is niet aangesloten op de bougie. 4. De bougie is aangetast, vuil, of de elektrodenafstand is niet correct afgesteld.
Opmerkingen: 28
Opmerkingen: 29
Opmerkingen: 30
Lijst met internationale dealers Dealer: Atlantis Su ve Sulama Sisstemleri Lt Balama Prima Engineering Equip. B-Ray Corporation Casco Sales Company Ceres S.A. CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Equiver Femco S.A. G.Y.K. Company Ltd. Geomechaniki of Athens Guandong Golden Star Hako Ground and Garden Hako Ground and Garden Hayter Limited (U.K.) Hydroturf Int. Co Dubai Hydroturf Egypt LLC Ibea S.P.A. Irriamc Irrigation Products Int'l Pvt Ltd. Jean Heybroek BV. Lely (U.K.) Limited Maquiver S.A.
Toro Garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming Toro Warranty Company, geven krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie alle onderstaande Toro-producten te repareren als deze materiaalgebreken of fabricagefouten vertonen, mits het product uitsluitend voor huiselijke doeleinden* is gebruikt.