Form No. 3364-362 Rev B Zwaar uitgevoerde gazonmaaier van 66 cm met achtervanger Modelnr.: 22203TE—Serienr.: 312000001 en hoger Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u naar www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Zie voor details de aparte product-specifieke conformiteitsverklaring. 1 Voor models waarvan het aantal PK is aangegeven, is de bruto PK door de motorfabrikant gemeten in laboratoriumomstandigheden gemeten volgens SAE J1940. Omdat bij de configuratie rekening is gehouden met de veiligheids-, emissie- en gebruiksvoorschriften, zal de motor van dit type gazonmaaiers in de praktijk veel minder PK hebben.
Veiligheid Gebruiksaanwijzing...................................................... 9 Motoroliepeil controleren..................................... 9 De brandstoftank vullen ..................................... 10 Motor starten ..................................................... 11 Motor afzetten ................................................... 12 Bediening van het maaimes ................................. 12 Bediening van de tractieaandrijving ..................... 13 Mesremkoppeling controleren ..
• Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of blikken die speciaal daarvoor bedoeld zijn. • Vul de brandstoftank nooit binnenshuis; tijdens het bijvullen niet roken. • Vul brandstof bij voordat u de motor start. Verwijder nooit de dop van de brandstoftank en vul nooit benzine bij wanneer de motor loopt of heet is. • Als er brandstof gemorst mag u de motor niet aanzetten, maar dient u eerst de maaimachine verplaatsen.
– voordat u de machine gaat controleren, schoonmaken of andere werkzaamheden gaat uitvoeren; – als u een vreemd voorwerp heeft geraakt, moet u de maaimachine op beschadigingen controleren en reparaties uitvoeren voordat u de machine start en weer in gebruik neemt; of – controleer de machine onmiddellijk als deze abnormaal begint te trillen. • Neem gas terug terwijl de motor uitloopt en sluit de brandstofklep als u klaar bent met maaien.
98-4387 1. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 112-8760 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 103-6328 1. Choke 4. Langzaam 2. Snel 3. Continu snelheidsregeling 5. Motor – Afzetten 112-9028 1. Waarschuwing—Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen; laat alle schermen op hun plaats. 115-4207 110-4977 1. Lees de Gebruikershandleiding.
Montage Gebruik uitsluitend hoogwaardige reinigingsolie, type SAE 30 of SAE 10W30, met onderhoudsclassificatie SF, SG, SH of SJ van het American Petroleum Institute (API). Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Algemeen overzicht van de machine B. Als het oliepeil boven de volmarkering van de peilstok komt, dient u de overtollige olie af te tappen tot de volmarkering; zie De motorolie afvoeren (bladz. 20). C. Als het oliepeil ongeveer tot de volmarkering reikt, steekt u de peilstok in de vulbuis. Draai de dop handmatig rechtsom tot deze vastzit. Figuur 5 1. Bougie 6. Handgreep van startkoord 2. Vulbuis/Peilstok 3. Dop van brandstoftank 7. Oliefilter 8. Maaihoogtehendel (3) 4. Handgreep 9. Luchtfilter 5.
Bedieningsorganen Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Telkens voordat u gaat maaien, moet u controleren of de zelfaandrijving, de bedieningsstang van het maaimes en de maaikoppelingshendel nog goed werken. Als u de bedieningsstang van het maaimes loslaat moeten de motor en de zelfaandrijving stoppen. Doen ze dat niet, dan moet u contact opnemen met een erkende servicedealer.
in de motor afzetten en heeft de motor een langere levensduur. U mag ook gelode benzine gebruiken als er geen loodvrije benzine verkrijgbaar is. Belangrijk: Meng nooit olie door de benzine. 4 Belangrijk: Nooit methanol, benzine die methanol bevat, gasohol met meer dan 10 % ethanol, superbenzine of wasbenzine gebruiken, omdat deze het brandstofsysteem van de motor kunnen beschadigen. Belangrijk: Gebruik geen benzine die langer dan 30 dagen opgeslagen was.
GEVAAR Tijdens het bijvullen van benzine kan in bepaalde omstandigheden een statische lading ontstaan die de benzine tot ontbranding kan brengen. Brand of explosie van benzine kan letsel bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet benzinevaten altijd op de grond en uit de buurt van de machine voordat u de brandstoftank bijvult.
Figuur 11 1. Brandstofklep 2. Oliefilter 3. Zet de gashendel op Choke (Figuur 6). Opmerking: U mag de choke niet gebruiken als de motor warm is. Figuur 12 4. Zet de rijsnelheidshendel in de neutraalstand (N). 1. Bedieningsstang voor maaimes 5. Trek de starthandgreep langzaam uit totdat u weerstand voelt, daarna krachtig uittrekken. 2. Zet de maaikoppelingshendel helemaal naar voren totdat het mes is ingeschakeld (Figuur 13). 6.
Bediening van de tractieaandrijving kunt de grasvanger gebruiken om de mesremkoppeling te testen: 1. Plaats de lege grasvanger op de maaimachine; zie Montage van de grasvanger (bladz. 14). De tractieaandrijving inschakelen 2. Start de motor. 1. Laat de bedieningsstang van de tractie los (Figuur 14). 3. Schakel het maaimes in. Opmerking: De grasvanger moet opgeblazen worden. 4. Laat de bedieningsstang van het maaimes los.
GEVAAR Bij het verstellen van een maaihoogtehendel kunnen uw handen in aanraking komen met een bewegend mes. Dit kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. • Zet de motor af en wacht tot alle bewegende delen stilstaan voordat u de maaihoogte instelt. • Plaats uw vingers niet onder de maaikast als u de maaihoogte instelt. Maaihoogte van voorwielen instellen 1. Druk elke maaihoogtehendel in de richting van het wiel (Figuur 16) en kies de gewenste maaihoogte. Figuur 17 1.
kerven weg te vijlen. Vervang indien nodig het versleten maaimes door een origineel Toro-mes. 3. Plaats het zakframe op de steunlippen van de grasvanger (Figuur 18). 4. Laat de achterklep neer op de zak. • Houd de motor steeds in goede conditie. De graszak verwijderen • Zet de gasbedieningshendel in de hoogste stand om de beste maairesultaten te verkrijgen. Om de zak te verwijderen, voert u bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit.
WAARSCHUWING Als u nat gras en natte bladeren maait, kunt u uitglijden, in aanraking komen met het mes en ernstig letsel oplopen. Maai uitsluitend in droge omstandigheden. • Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor wordt het maaisel beter over het gazon verstrooid, zodat het gazon gelijkmatig wordt bemest. • Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet tevreden bent, probeer dan een of meer van de volgende stappen: – Het mes slijpen of vervangen. – Loop langzamer tijdens het maaien.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • Ververs de motorolie. Bij elk gebruik of dagelijks • Controleer het motoroliepeil. • Controleer of het mes binnen 3 seconden stopt nadat u de bedieningsstang van het maaimes hebt losgelaten. • Luchtfilter controleren. • Controleer de afstelling van de remkabel en stel indien nodig de remkabel af.
Procedures voorafgaande aan onderhoud WAARSCHUWING Als de maaimachine kantelt, kan er benzine uit de carburateur of benzinetank lekken. Benzine is uitermate ontvlambaar en explosief en kan in bepaalde omstandigheden lichamelijk letsel of materiële schade veroorzaken. Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden Vermijd dat brandstof gemorst wordt door de benzine tot een aanvaardbaar niveau af te tappen met de brandstofklep; gebruik nooit een hevel. 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 2.
Smering 1 Smering van de draaiarmen Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Jaarlijks of vóór stalling 1. Zie Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden (bladz. 18). 2. Zet de maaihoogtehendels van de achterwielen in de middelste afstelling. 3. Tap de benzine af uit de brandstoftank; zie Benzine aftappen uit de brandstoftank (bladz. 22). g013799 4. Kantel de maaimachine op zijn rechterkant met het luchtfilter naar boven. Figuur 21 1. Hier smeerpistool plaatsen. 5.
Onderhoud motor 8. Wikkel het schuimelement rond een nieuw papierelement; breng ze aan op de basis. 9. Monteer het deksel van het luchtfilter en draai het rechtsom tot het op zijn plaats geborgd is. Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Motorolie verversen Om de 25 bedrijfsuren—Reinig het schuimfilter. De motorolie afvoeren Om de 300 bedrijfsuren—Papierelement vervangen (vaker in stoffige omstandigheden).
7. Als u het oliefilter nu niet gaat vervangen, koppelt u de kabel aan op de bougie. 8. Voer de oude olie af volgens de plaatselijk geldende voorschriften. 10. Controleer het oliepeil in de motor; zie Motoroliepeil controleren (bladz. 9). 11. Voer de oude oliefilter af volgens de plaatselijk geldende voorschriften. Oliefilter vervangen De motor bijvullen met olie Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Jaarlijks Belangrijk: Deze maaimachine wordt geleverd zonder olie in het carter.
Onderhoud brandstofsysteem 5. Steek de peilstok helemaal in de vulbuis, maar draai deze er niet in. 6. Haal de peilstok eruit en controleer het oliepeil (Figuur 25). A. Als het peil onder de bijvulmarkering komt, giet dan langzaam olie in de vulbuis totdat het peil de volmarkering op de peilstok bereikt en herhaal stap 4 tot 6. B. Als het oliepeil boven de volmarkering van de peilstok komt, dient u de overtollige olie af te tappen tot de volmarkering; zie De motorolie afvoeren (bladz. 20). C.
Onderhoud aandrijfsysteem Onderhoud bedieningsysteem Zelfaandrijving afstellen Kabel van de mesrem afstellen Onderhoudsinterval: Om de 75 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Om de 100 bedrijfsuren Als de zelfaandrijving niet werkt of de machine de neiging heeft om voorwaarts te kruipen wanneer de bedieningsstang van de tractie zich meer dan 38 mm van de handgreep bevindt, moet u de zelfaandrijving afstellen.
Onderhoud van het maaimes Het maaimes onderhouden Maai altijd met een scherp mes. Een scherp mes snijdt het gras goed af zonder het te scheuren of te kwetsen. 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. Figuur 30 2. Verwijder de bougiekabel van de bougie (Figuur 10). 3. Tap de benzine af uit de brandstoftank; zie Benzine aftappen uit de brandstoftank en Brandstoffilter reinigen. 1. Vleugel 3. Slijtage 2. Platte deel van het mes 4.
Reiniging Balanceren van het mes 1. Controleer de balans van het mes door de opening in het midden van het mes boven een spijker of de steel van een schroevendraaier te houden, die horizontaal in een bankschroef is geklemd (Figuur 32). Ruimte onder de drijfriemkap reinigen Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren 1. Zie Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden. 2. Druk de voorzijde van de drijfriemkap omlaag en naar voren om deze te ontgrendelen van de voorste montageschroef (Figuur 33).
Stalling Om de maaimachine klaar te maken voor de stalling buiten het maaiseizoen, moeten de aanbevolen onderhoudsprocedures worden uitgevoerd. Zie Onderhoud. Figuur 34 1. Rechter achterwiel Stal de maaimachine op een koele, schone, droge plaats. Dek de machine af om deze schoon te houden en te beschermen. Opmerking: Het maaimes zuigt het water in de maaimachine, waardoor maaisel wordt weggespoeld. Laat het water lopen totdat er geen maaisel meer onder de maaikast vandaan komt.
De rest van de machine voorbereiden 1. Ruimte onder de maaibehuizing reinigen; raadpleeg Onderkant van de maaikast reinigen (bladz. 25). 2. Haal vuil en maaisel van de motor, koelribben en de handstartopeningen. 3. Verwijder maaisel, vuil en roet van de buitenste motoronderdelen, de uitlaatring en de bovenkant van de machinebehuizing. 4. Ruimte onder de drijfriemkap reinigen; raadpleeg Ruimte onder de drijfriemkap reinigen (bladz. 25). 5.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem De motor start niet. Mogelijke oorzaak Remedie 1. De bougiekabel is niet aangesloten op de bougie. 1. Sluit de bougiekabel aan op de bougie. 2. De gashendel staat niet op Choke. 3. De ventilatieopening in de brandstoftankdop is verstopt. 2. Gashendel op Choke zetten. 3. De ventilatieopening van de brandstoftankdop reinigen of dop vervangen. 4. De bougie controleren en indien nodig de elektrodenafstand afstellen.
Probleem De zelfaandrijving van de maaimachine werkt niet. Mogelijke oorzaak Remedie 1. Er zit vuil onder de drijfriemkap. 1. Het vuil onder de drijfriemkap verwijderen. 2. De kabel van de zelfaandrijving is ontsteld of beschadigd. 2. De kabel van de zelfaandrijving afstellen. De kabel vervangen indien dit nodig is.
Opmerkingen: 30
Internationale lijst van distributeurs Dealer: Atlantis Su ve Sulama Sisstemleri Lt Balama Prima Engineering Equip. B-Ray Corporation Casco Sales Company Ceres S.A. CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Equiver Femco S.A. G.Y.K. Company Ltd. Geomechaniki of Athens Guandong Golden Star Hako Ground and Garden Hako Ground and Garden Hayter Limited (U.K.
Toro Garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt Plichten van de eigenaar The Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming Toro Warranty Company, geven aan de oorspronkelijke aankoper* krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie alle onderstaande Toro-producten te repareren als deze materiaalgebreken of fabricagefouten vertonen. U dient uw Toro product te onderhouden zoals wordt beschreven in de Gebruikershandleiding.