Form No. 3388-519 Rev B Zwaar uitgevoerde gazonmaaier van 53 cm met Recycler®/grasvanger Modelnr.: 22293—Serienr.: 314000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd (Figuur 2) met de volgende veiligheidssymbolen, die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Inhoud Veiligheid Veiligheid ...................................................................... 3 Algemene veiligheidsregels met betrekking tot de maaimachine ....................................................... 3 Geluidsdruk ........................................................... 5 Geluidsniveau ........................................................ 5 Hand-armtrillingen.................................................. 5 Veiligheids- en instructiestickers ................................
• • Verminder de snelheid op een helling en in een scherpe ervoor dat er geen ontstekingsbronnen in de buurt van de gemorste brandstof komen totdat alle benzinedampen verdwenen zijn. Doe steeds de dop weer zorgvuldig op brandstoftanks en -containers. bocht om te voorkomen dat de machine omkantelt of dat u de controle over de machine verliest.
Geluidsniveau • Vervang versleten of beschadigde onderdelen met het oog op een veilig gebruik. Deze machine heeft een gegarandeerd geluidsniveau van 98 dBA uit met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA. • Vervang geluiddempers die gebreken vertonen. • Als het nodig is de brandstoftank af te tappen, doe dit Het geluidsniveau is vastgesteld volgens de procedures in ISO 11094. dan buiten. • Verander de instellingen van de motor niet en voorkom overbelasting van de motor.
Veiligheids- en instructiestickers Belangrijk: Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang beschadigde stickers. Merkteken van fabrikant 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele Toro-maaimachine is. 131-0822 1. Self-propel drive—Attention; premature wear of the transmission may occur if the belt is over-tightened; before servicing or performing maintenance, read the Operator's Manual. 130-9656 112-8760 1.
116-7583 1. Warning–Read the Operator’s Manual. Do not operate this machine unless you are trained. 4. Cutting/dismemberment hazard of hand or foot, mower blade—stay away from moving parts; keep all guards in place. 2. Thrown object hazard—keep bystanders a safe distance from 5. Warning—wear hearing protection. the machine. 3. Thrown object hazard—Do not operate the mower without the 6. Cutting/dismemberment hazard of hand or foot, mower rear discharge plug or bag in place.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Handgreep Zeskantige flenskopbout (5/16 x 1-1/2 inch) Slotbout (5/16 x 1-1/2 inch) Flensmoer (5/16 inch) 1 Geen onderdelen vereist – Het carter met olie bijvullen. Geen onderdelen vereist – Zelfaandrijving afstellen. Geen onderdelen vereist – Grasvanger monteren. 2 De handgreep bevestigen.
3. Stel de machine in op de gewenste maaihoogte; zie De maaihoogte instellen (bladz. 13). 6. Plaats de kabelbescherming op de handgreep met de kabel(s) in de bescherming, en bevestig de bescherming op de handgreep. Gebruik hierbij de 2 slotbouten en de 2 borgmoeren die u eerder verwijderd hebt (Figuur 3). 4. Ga achter de machine staan om na te gaan hoe hoog de handgreep voor u moet staan om comfortabel te kunnen werken (Figuur 4).
6. Lees het oliepeil af van de peilstok. 1 • Als het peil onder de Bijvullen-markering op de peilstok staat, giet dan langzaam een kleine hoeveelheid olie in de vulbuis, wacht 3 minuten en herhaal de stappen 4 tot en met 6 totdat het peil de Vol-markering op de peilstok bereikt. • Als de olie tot boven de Vol-markering op de peilstok reikt, laat dan de overtollige olie weglopen tot het peil de Vol-markering op de peilstok bereikt. Zie 2 Het carter met olie bijvullen (bladz. 9).
Algemeen overzicht van de machine 3. Haak het bovenste en de zijkanalen van de grasvanger achtereenvolgens over de bovenzijde en de zijkanten van het frame (Figuur 8). Figuur 9 1. Handgreep 6. Bougie 2. Achterklep 7. Maaihoogtehendel (4) 3. Dop van brandstoftank 8. Vulbuis/Peilstok 4. Gashendel 5. Luchtfilter 9. Grasvanger 10.
De brandstoftank vullen met benzine Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine. GEVAAR Telkens voordat u gaat maaien, moet u controleren of de zelfaandrijving en de bedieningsstang goed werken. Als u de bedieningsstang van het maaimes loslaat, moeten het mes en de zelfaandrijving stoppen. Doen ze dat niet, dan moet u contact opnemen met een erkende servicedealer. Benzine is uitermate ontvlambaar en explosief.
De maaihoogte instellen De motor starten 1. Sluit de bougiekabel aan op de bougie. U kunt de maaihoogte aan elk wiel afstellen door middel van een maaihoogtehendel. De maaihoogtestanden zijn 25 mm, 38 mm, 51 mm, 64 mm, 76 mm, 89 mm, 102 mm en 114 mm. 2. Open de brandstofklep (Figuur 13). GEVAAR Bij het verstellen van een maaihoogtehendel kunnen uw handen in aanraking komen met een bewegend mes. Dit kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Bediening van de zelfaandrijving en het maaimes inschakelen Deze machine is uitgerust met een mesremkoppeling. 1 Belangrijk: Om na te gaan of de mesremkoppeling naar behoren werkt, raadpleegt u Mesremkoppeling controleren (bladz. 14). 2 De machine heeft 3 rijsnelheden: 1 (traag), 2 (medium) en 3 (snel). De hendel van de zelfaandrijving bevindt zich achteraan onder de tank (Figuur 14). G019672 Figuur 16 1. Beweeg de bedieningsstang van het maaimes naar rechts. 2.
Controleren zonder de grasvanger til de achterklep op, en breng de afsluiter in het achteruitworpkanaal tot de vergrendeling op zijn plaats valt (Figuur 18). 1. Plaats de maaimachine op een verhard oppervlak en uit de wind. 2. Stel alle 4 wielen in op de maaistand van 76 mm; zie De maaihoogte instellen (bladz. 13). 3. Neem een stuk krant en maak hiervan een prop die onder het maaidek past (met een doorsnede van ongeveer 76 mm). 4. Plaats de prop krantenpapier 13 cm vóór de maaimachine (Figuur 17).
Tips voor bediening en gebruik De grasvanger plaatsen 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 2. Zet de achterklep omhoog en houd hem in deze stand (Figuur 19). Algemene tips • Neem de veiligheidsinstructies goed door en lees deze handleiding zorgvuldig, voordat u met de machine gaat werken. • Verwijder uit het werkgebied stokken, stenen, draden, takken en andere voorwerpen die het mes kan raken en wegslingeren.
Bladeren fijnmaken WAARSCHUWING • Na het maaien moet altijd 50% van het gazon zichtbaar Als de motor van de machine tijdens het maaien sneller loopt dan de fabrieksinstelling, kan de machine een stuk van het mes of een motoronderdeel naar u of naar omstanders uitwerpen. Dit kan ernstig of zelfs dodelijk letsel veroorzaken. blijven door de bladerlaag. Dit kan een of meerdere rondgangen over de bladeren vereisen.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • Vervang de motorolie en het oliefilter. Na de eerste 25 bedrijfsuren • Draai los bevestigingsmateriaal vast. Bij elk gebruik of dagelijks • • • • • Controleer het motoroliepeil. Controleer het maaimes op slijtage of beschadigingen. Controleer het gaspedaal op slijtage of beschadigingen.
Onderhoud motor 9. Plaats het deksel terug. De motorolie verversen Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Reinig het schuimelement (dit moet vaker gebeuren in stoffige omstandigheden). Om de 100 bedrijfsuren Olie-inhoud Om de 300 bedrijfsuren—Vervang het papierelement (dit moet vaker gebeuren in stoffige omstandigheden). Belangrijk: Laat de motor nooit zonder luchtfilter draaien; anders wordt de motor ernstig beschadigd.
Motoroliefilter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren 1. Laat de motor eerst lopen zodat de olie wordt opgewarmd. WAARSCHUWING De olie kan heet zijn nadat de motor heeft gelopen; contact met hete olie kan ernstig brandwonden veroorzaken. Figuur 22 Vermijd contact met hete motorolie als u deze aftapt. 1. Pakking 2. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 9.
Onderhoud aandrijfsysteem Zelfaandrijving afstellen Als de machine nieuw is, zichzelf niet aandrijft, of naar voren kruipt, moet u de kabel van de aandrijving afstellen. 1. Rijd de machine naar buiten op een verharde ondergrond met een stevige muur (om te voorkomen dat de machine vooruitrijdt terwijl de motor loopt). Figuur 23 1. Centrale elektrode-isolator 3. Elektrodenafstand (niet op schaal weergegeven) 2. Zet de machine met de voorwielen tegen de muur. 2.
Onderhoud van maaimessen Opmerking: U kunt deze stap overslaan als u een gebruikte riem afstelt. Onderhoud van het maaimes Maai altijd met een scherp mes. Een scherp mes snijdt het gras goed af zonder het te scheuren of te kwetsen. 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 2. Verwijder de bougiekabel van de bougie. 3. Sluit de brandstofklep door de hendel van de brandstofklep naar links te bewegen (Figuur 13). 4. Tap de benzine af uit de brandstoftank. 5.
WAARSCHUWING Een versleten of beschadigd gaspedaal kan breken en een stuk van het gaspedaal kan worden uitgeworpen in de richting van de gebruiker of omstanders en zo ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen. • Controleer het gaspedaal regelmatig op slijtage of beschadigingen. Figuur 26 • Vervang een versleten of beschadigd gaspedaal. 1. Vleugel 3. Slijtage 2. Platte deel van het mes 4. Groefvorming Het maaimes verwijderen 1.
Balanceren van het mes 1. Controleer de balans van het mes door de opening in het midden van het mes boven een spijker of de steel van een schroevendraaier te houden, die horizontaal in een bankschroef is geklemd (Figuur 29). Figuur 29 Figuur 30 Opmerking: U kunt de balans ook controleren met behulp van een voor commerciële doeleinden vervaardigde mesbalans. 1. Veer 2.
Reiniging 5. Verwijder het afstandsstuk. 6. Zorg dat de kabel slap is en dat er speling is tussen de bedieningshendel van de mesrem en de bedieningsbeugel wanneer de stang van de zelfaandrijving niet ingeschakeld is. De onderkant van de machine reinigen 7. Monteer de 2 riemkappen bovenaan de maaikast. Om de beste maairesultaten te verkrijgen, moet u de onderkant van de machine schoonhouden. Let vooral op dat er geen vuil of aan de uitstoters zit (Figuur 32).
Ruimte onder de drijfriemkap reinigen Opmerking: Het maaimes zuigt het water in de maaimachine, waardoor het maaisel wordt weggespoeld. Laat het water lopen totdat er geen maaisel meer onder de machine vandaan komt. Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Verwijder maaisel en vuil van onder de drijfriemkap. 4. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 5.
Stalling WAARSCHUWING Als de maaimachine kantelt, kan er benzine uit de carburateur of benzinetank lekken. Benzine is uitermate ontvlambaar en explosief en kan in bepaalde omstandigheden lichamelijk letsel of materiële schade veroorzaken. Om de maaimachine klaar te maken voor de stalling buiten het maaiseizoen, moeten de aanbevolen onderhoudsprocedures worden uitgevoerd; raadpleeg Onderhoud (bladz. 18). Stal de maaimachine op een koele, schone, droge plaats.
4. Controleer de staat van het maaimes; raadpleeg Het mes controleren (bladz. 22). 5. Controleer de staat van het gaspedaal; zie Het gaspedaal controleren (bladz. 23). 6. Reinig het scherm van de mesremkoppeling; zie Scherm van de mesremkoppeling reinigen (bladz. 26). 7. Geef het luchtfilter een onderhoudsbeurt; zie Onderhoud van het luchtfilter (bladz. 19). 8. Draai alle moeren, bouten en schroeven goed aan. 9.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem De motor start niet. De motor start moeilijk of verliest vermogen. Mogelijke oorzaak Remedie 1. Brandstoftank leeg of oude benzine in het brandstofsysteem. 1. Brandstoftank aftappen en vullen met verse benzine. Neem contact op met een erkende servicedealer, als het probleem blijft voortduren. 2. De gashendel staat niet op Choke. 3. De bougiekabel is niet aangesloten op de bougie. 4. De bougie is aangetast, vuil, of de elektrodenafstand is niet correct afgesteld.
Probleem De zelfaandrijving van de maaimachine werkt niet. Mogelijke oorzaak Remedie 1. De kabel van de zelfaandrijving is ontsteld of beschadigd. 1. De kabel van de zelfaandrijving afstellen. De kabel vervangen indien dit nodig is. 2. Er zit vuil onder de drijfriemkap. 2. Het vuil onder de drijfriemkap verwijderen.
Lijst met internationale dealers Dealer: Land: Dealer: Land: Hongarije Hongkong Korea Telefoonnummer: 36 27 539 640 852 2155 2163 82 32 551 2076 Agrolanc Kft Balama Prima Engineering Equip. B-Ray Corporation Maquiver S.A. Maruyama Mfg. Co. Inc. Mountfield a.s. Colombia Japan Tsjechië Casco Sales Company Puerto Rico 787 788 8383 Mountfield a.s. Slowakije Ceres S.A. Costa Rica 506 239 1138 Munditol S.A. Argentinië CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Cyril Johnston & Co.
De Toro totaalgarantie Professionele groenbeheerder Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt Aanwijzingen voor aanvraag van garantieservice The Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, geven aan de oorspronkelijke aankoper krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie alle onderstaande Toro-producten te repareren als deze materiaalgebreken of fabricagefouten vertonen.