Operator's Manual

Onderhoud
33
2. Plaats een opvangbak met een inhoud van ca.
56 liter (15 ga.) onder de hydrauliektank.
3. Verwijder de aftapplug achter uit de bodem van
de tank en laat de hydrauliekolie in de
opvangbak lopen.
4. Na het aftappen de plug weer aanbrengen en
vastdraaien.
5. Verwijder de vuldop en vul de tank met ca.
56 liter (15 ga.) hydrauliekolie. Zie
Hydrauliekoliepeil controleren.
Belangrijk: Gebruik uitsluitend voorgeschreven
hydrauliekolie. Andere vloeistoffen
kunnen beschadiging van het
systeem ver
oorzaken.
6. De vuldop terugplaatsen.
7. Start de motor en bedien alle hydrauliek
bedieningshendels om de hydrauliekolie door het
gehele systeem te verdelen.
8. Zet de motor af.
9. Controleer het hydrauliekoliepeil. Indien nodig
bijvullen totdat het peil tot aan het groene
merkteken op de peilstok staat.
Belangrijk: De tank niet overvullen; dit kan
beschadiging van het systeem
veroorzaken.
Hydrauliekleidingen controleren
Na elke 100 bedrijfsuren de hydrauliekleidingen en
-slangen controleren op lekkage, loszittende
koppelingen, knikken, losse zadelklemmen, slijtage,
verwering of chemische aantasting. Alle bewegende
hydrauliekslangen elke 1500 uur of elke 2 jaar
vervangen, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden. Noodzakelijke reparaties uitvoeren
alvorens de tractor opnieuw in gebruik te nemen.
MOGELIJK GEV
AAR
Hydrauliekolie onder hoge druk kan in de
huid dringen en letsel veroorzaken.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Hydrauliekolie die in de huid is gedrongen,
moet binnen enkele ur
en chirurgisch
worden verwijderd door een arts met
ervaring met dergelijk letsel, anders bestaat
gevaar van gangreen.
GEV
AARLIJKE SITUA
TIES
VOORKOMEN
Houd uw lichaam en handen uit de buurt
van gaatjes of spuitmonden waaruit
hydrauliekolie onder hoge druk spuit.
Gebruik karton of papier om lekken op te
sporen, nooit uw handen.
Tractie-aandrijfkettingen
Spanning controleren
Controleer de spanning van de aandrijfkettingen vóór
het eerste gebruik van de tractor en daarna elke
50 bedrijfsuren.
De aandrijfkettingen moeten ca. 3,8 – 6,3 cm (1.5 –
2.5”) speling tussen de onderkant van de
kettingbeschermer en de onderste kettinglengte
hebben, als de bovenste kettinglengte strak getrokken
is. Controleer de spanning als volgt:
1. Monteer de laadschop. Laat deze op de grond
zakken totdat de voorwielen vrij van de grond
zijn.
2. Motor stoppen en contactsleutel verwijderen.
3. Draai het voorwiel aan één kant van de tractor
naar voren, totdat de bovenste kettinglengte strak
gespannen staat.