Form No. 3403-172 Rev B TX 427 compacte werktuigdrager Modelnr.: 22321—Serienr.: 314000001 en hoger Modelnr.: 22321G—Serienr.: 314000001 en hoger Modelnr.: 22322—Serienr.: 314000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
De bij deze motor geleverde Gebruikershandleiding bevat informatie over het Environmental Protection Agency (EPA) in de Verenigde Staten en de California Emission Control Regulation voor emissiesystemen, onderhoud en garantie. Bestel vervangingsonderdelen bij de fabrikant van de motor.
Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd met de volgende veiligheidssymbolen (Figuur 2), die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben als u de veiligheidsvoorschriften niet in acht neemt. De tractie-eenheid smeren .......................................30 Onderhoud motor .....................................................31 Onderhoud van het luchtfilter ..................................
Veiligheid Voorbereiding GEVAAR Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico van letsel te vermijden, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het te letten, dat betekent: veiligheidssymbool Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.
• Zorg ervoor dat u de tractie-eenheid alleen gebruikt in • Verander nooit de stand van de toerenregelaar van de • • • • • • • • • • • • • • • • • • gebieden waar er geen obstakels dicht bij de bestuurder zijn. Als de bestuurder niet voldoende afstand houdt tot bomen, muren en andere barrières kan dit leiden tot letsel als de tractie-eenheid tijdens gebruik achteruitrijdt terwijl de bestuurder niet voldoende op de omgeving let.
• • • • • • • Als het voor onderhouds- of reparatiewerkzaamheden stabiel maken. De garantie kan komen te vervallen als werktuigen worden gebruikt die niet zijn goedgekeurd. Ga op een helling altijd langzaam en behoedzaam te werk. Verander niet plotseling de snelheid of de rijrichting van de machine. Niet starten of stoppen op een helling. Als de tractie-eenheid grip verliest, rijd de helling dan langzaam in een rechte lijn af. Maak geen bochten op een helling.
De geluidsdruk is vastgesteld volgens de procedures in EN 11201. Geluidsniveau Deze machine heeft een gegarandeerd geluidsniveau van 103 dBA, met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA. Het geluidsniveau is vastgesteld volgens de procedures in ISO 6395. Trillingsniveau Gemeten trillingsniveau voor de rechterhand = 1,1 m/s2 Gemeten trillingsniveau voor de linkerhand = 1,1 m/s2 Onzekerheidswaarde (K) = 0,6 m/s2 De gemeten waarden zijn bepaald volgens de procedures in EN ISO 20643.
Stabiliteitsgegevens De volgende tabel bevat de aanbevolen maximale hellingshoek voor de tractie-eenheid in de aangegeven standen. Als de hellingshoek groter is dan de vermelde hellingshoek, kan de machine instabiel worden. Bij de gegevens in de tabel wordt ervan uitgegaan dat de armen van de lader volledig omlaag zijn. Als de armen van de lader omhoog staan, kan dit de stabiliteit beïnvloeden. De gebruikershandleiding van elk werktuig vermeldt 3 stabiliteitswaarden, 1 per hellingshoek.
Hellingsindicator G011841 Figuur 3 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. Raadpleeg het hoofdstuk Stabiliteitsgegevens om de maximale hellingshoek te bepalen waarbij de machine veilig kan worden gebruikt. Gebruik de hellingsindicator om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine op een helling gaat gebruiken. Gebruik de machine niet op hellingen die steiler zijn dan de maximale hellingshoek die in het hoofdstuk Stabiliteitsgegevens is aangegeven.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 100-8821 93-6686 1. Ledematen kunnen bekneld raken en handen worden gesneden – Blijf op een veilige afstand van de voorzijde van de machine als de armen van de lader zijn opgeheven. 1. Hydraulische vloeistof 2. Lees de Gebruikershandleiding. 93-7814 1.
5-4856 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding; maximaal draagvermogen van 228 kg; geen passagiers. 115-4861 1. Hulphydrauliek 3. Vooruit 2. Vergrendeld achteruit (uitsparing) 4. Neutraal (uit) 115-4857 1. Laat de armen van de lader neer. 2. Emmer leegstorten. 4. De emmer ophalen. 5. Bak boven de grond laten zweven. 115-4862 3. Hef de armen van de lader op. 1. Vergrendeling van klep van lader – niet vergrendeld 115-4858 1.
117-1806 115-4860 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Waarschuwing – Stel de parkeerrem in werking, zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en breng de armen omlaag voordat u de machine verlaat. 3. Ledematen kunnen bekneld raken – Monteer de vergrendeling van de cilinder en lees de instructies alvorens service- of onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. 4.
117-4045 1. Lees de Gebruikershandleiding in het inspectieluik achteraan. 7. Choke 13. Motor - Lopen 2. Snel 3. Continu verstelbare regeling 8. UIT 9. Brandstof 14. Motor – Uitschakelen 15. Waarschuwing – Bedien deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 4. Langzaam 10. Temperatuur van hydraulische vloeistof 16. Gevaar voor elektrische schok, bovengrondse elektrische leidingen – Blijf uit de buurt van bovengrondse elektrische leidingen. 5. Gashendel 11. Urenteller 17.
Algemeen overzicht van de machine Figuur 4 1. Rupsband 5. Armen van de lader 9. Bevestigingsplaat 2. Afsteleenheid rupsband 6. Motorkap 3. Hefcilinder 7. Koppelingen hulphydrauliek 11. Schakelbord 4. Cilindervergrendeling 8. Kantelcilinder 10. Bevestigingsogen 13. Brandstoftank 14. Veiligheidsplaat voor achteruit 12.
Referentiebalk • Voor een bocht naar rechts draait u de tractiebediening rechtsom (Figuur 9). Gebruik tijdens het rijden met de tractie-eenheid de referentiebalk als handgreep en hefboompunt om de tractiebediening en de hendel voor de hulphydrauliek te bedienen. Voor een soepele, gecontroleerde bediening neemt u nooit beide handen van de referentiebalk tijdens het bedienen van de tractie-eenheid.
Referentiestang van laderbediening De referentiestang van de bediening van de lader helpt uw hand stabiliseren terwijl u de hendel voor de laderarm/werktuigkanteling bedient. Hendel voor hulphydrauliek Om een hydraulisch werktuig vooruit te bedienen, draait u de hendel voor hulphydrauliek naar achteren en trekt u deze omlaag naar de referentiestang (Figuur 13, nummer 1).
Brandstofmeter De brandstofmeter geeft aan hoeveel brandstof er in de tank zit. Temperatuurlampje hydraulische vloeistof Als de hydraulische vloeistof te heet wordt, gaat dit lampje branden en klinkt er een waarschuwingssignaal. Als dit gebeurt, moet u de motor afzetten en de tractie-eenheid laten afkoelen. Urenteller/toerenteller Als de motor is afgezet, verschijnt op de urenteller/toerenteller het aantal uren dat de tractie-eenheid in bedrijf is geweest.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing GEVAAR In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: Controleer voordat u de tractie-eenheid bedient het brandstof- en oliepeil en verwijder vuil. Zorg ervoor dat het werkgebied vrij is van mensen en van vuil.
2. Verwijder het sleuteltje en laat de motor afkoelen. GEVAAR 3. Open de motorkap. In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen, waardoor vonken ontstaan die brandstofdampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet brandstofvaten altijd op de grond en uit de buurt van de machine alvorens de tank bij te vullen.
Opmerking: Als de motor warm of heet is, hoeft u de choke niet te gebruiken. Raadpleeg Hydraulische vloeistof verversen (bladz. 45) voor informatie over de hydraulische vloeistof. 4. Draai het contactsleuteltje naar de stand START. Laat het sleuteltje los zodra de motor aanslaat. Belangrijk: Gebruik altijd de juiste hydraulische vloeistof. Vloeistoffen voor algemeen gebruik brengen schade toe aan het hydraulische systeem. Belangrijk: Stel de startmotor telkens niet langer dan 10 seconden in werking.
Cilindervergrendeling gebruiken VOORZICHTIG De kans bestaat dat een kind of ongeoefende omstander de machine probeert te bedienen en daarbij letsel oploopt. WAARSCHUWING Als de armen van de lader in de opgeheven stand staan, kunnen deze omlaag komen waardoor iemand die eronder staat bekneld kan raken. Verwijder altijd het contactsleuteltje wanneer u de machine achterlaat, ook al is het slechts voor een paar seconden.
4. Verwijder de lynchpen waarmee de cilindervergrendeling is bevestigd. 5. Hef de armen van de lader op terwijl u tegelijkertijd de bevestigingsplaat naar achteren kantelt. 5. Draai de cilindervergrendeling omhoog op de arm van de lader en bevestig deze met de lynchpen. Belangrijk: U moet het werktuig omhoog brengen totdat het vrij is van de grond, en de bevestigingsplaat helemaal naar achteren kantelen. 6. Breng de armen van de lader omlaag. 6. Zet de motor af. Werktuigen gebruiken 7.
Hydraulische slangen aansluiten 9. Zet de schakelhendel van de hulphydrauliek in de NEUTRAALSTAND. WAARSCHUWING Een werktuig verwijderen Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. Vloeistof die in de huid is geïnjecteerd, dient binnen enkele uren operatief te worden verwijderd door een arts die bekend is met deze vorm van verwondingen, omdat er anders gangreen kan ontstaan.
bovenste zijde van de oprijplaat gericht. Als de machine uitgerust is met een werktuig, rij de machine dan naar voren de oprijplaat op en achteruit de oprijplaat af (Figuur 22); als er geen werktuig op de machine staat, rij dan achteruit de oprijplaat op en vooruit de oprijplaat af (Figuur 23). WAARSCHUWING Als een machine wordt geladen op een aanhanger of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat de machine kantelt. Dit kan ernstig lichamelijk letsel of de dood veroorzaken.
1 2 6 g027996 5 Figuur 24 1. Oprijplaat over volledige breedte in opslagpositie 4. De oprijplaat is minstens 4 keer zo lang als de afstand van de aanhangwagen of de laadbak tot de grond 2. Zijaanzicht van oprijplaat over volledige breedte in laadpositie 5. H = Afstand van de aanhanger of laadbak tot de grond 3. Niet groter dan 17 graden 6.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • Hydraulisch filter vervangen. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Ververs de motorolie en vervang het filter. • Controleer de spanning van de rupsbanden en breng ze op de juiste spanning. • • • • • Bij elk gebruik of dagelijks Controleer het motoroliepeil.
VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Haal het sleuteltje uit het contact en maak de bougiekabel los voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan het voertuig. Druk de kabel opzij, zodat deze niet onbedoeld contact kan maken met de bougie. Procedures voorafgaande aan onderhoud Zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje voordat u de kappen opent.
Het achterste inspectieluik sluiten 5 1. Plaats het achterste inspectieluik achteraan de tractie-eenheid en zorg ervoor dat de lipjes zijn uitgelijnd in de sleuven. 2. Duw het inspectieluik naar voren en zorg ervoor dat de schroeven van de handknoppen zijn uitgelijnd met de openingen met schroefdraad in de machine. 3. Draai de handknoppen goed vast om het achterste inspectieluik op zijn plaats vast te zetten. Zijschermen verwijderen g013122 Figuur 29 1. Open de motorkap. 2.
Smering De tractie-eenheid smeren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks (onmiddellijk na elke wasbeurt). Type smeermiddel: Universeel smeervet. 1. Laat de laadarmen naar beneden en zet de motor uit. Verwijder het sleuteltje. 2. Reinig de smeernippels met een doek. 3. Sluit een smeerpistool aan op elke smeernippel (Figuur 32. Figuur 31 1. Moer 2. Oliekoeler 3. Voorscherm 4. Borstbouten 7. Verwijder het voorscherm. 8.
Onderhoud motor 6. Reinig de binnenkant van het luchtfilterdeksel met perslucht. Onderhoud van het luchtfilter 7. Controleer de onderhoudsindicator van het luchtfilter. • Als de indicator niet rood is, reinig dan het vuil van Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer de onderhoudsindicator van het luchtfilter. Om de 25 bedrijfsuren—Verwijder het luchtfilterdeksel, verwijder vuil en controleer de onderhoudsindicator van het luchtfilter. de deksel en plaats het deksel terug.
Motoroliepeil controleren 1 2 Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren—De motorolie verversen. Om de 200 bedrijfsuren—Vervang het oliefilter. Opmerking: U moet vaker de olie verversen en het filter vervangen als het voertuig wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. 3 4 Type olie: Reinigingsolie (API-klasse SG, SH, SJ of hoger) 5 6 Carterinhoud: met filter, 2,0 liter Viscositeit: zie onderstaande tabel G018430 Figuur 34 1. Slangklem 4.
6. Smeer een dun laagje schone olie op de rubberen pakking van het nieuwe filter. 7. Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk. Draai het oliefilter rechtsom totdat de rubberen pakking contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter vervolgens nog eens 1/2 slag. 8. Vul het carter met het juiste type nieuwe olie; zie Olie verversen (bladz. 32). Figuur 36 1. Olieaftapplug Onderhoud van de bougies 5. Als alle olie is afgetapt, kunt u de aftapplug weer terugplaatsen.
Onderhoud brandstofsysteem Belangrijk: Bougies nooit schoonmaken. Bougies altijd vervangen bij zwarte laag op de bougie, versleten elektroden, vettige laag op de bougie of scheuren. Brandstoffilter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) 1. Breng de armen van de lader omlaag, zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 2. Open de motorkap en verwijder het linker zijscherm. 3. Draai de tankdop los om de druk te verminderen. 4.
Brandstof aftappen uit de brandstoftank Onderhoud elektrisch systeem GEVAAR Onderhoud van de accu In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer het peil van het accuzuur (alleen vervangende accu). • Tap de brandstof af uit de brandstoftank wanneer de motor koud is. Doe dit buiten op een open terrein.
2. Maak de pluskabel (rood) los van de positieve (+) accupool. 3. Verwijder de accu uit de machine. Belangrijk: Vul de accu nooit met gedistilleerd water als de accu nog in de machine zit. Er zou dan accuzuur op andere onderdelen kunnen komen, wat tot corrosie kan leiden. 2 3 4. Maak de bovenkant van de accu schoon met een tissue. 5. Verwijder de vuldoppen van de accu (Figuur 41). 1 G003794 6.
Onderhoud aandrijfsysteem 4 2 3 Onderhoud van de rupsbanden 1 Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren—Controleer de spanning van de rupsbanden en breng ze op de juiste spanning. Bij elk gebruik of dagelijks—Reinig de rupsbanden. G003792 Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer de rupsbanden op overmatige slijtage (vervang de rupsbanden als deze versleten zijn). Figuur 42 1. Pluspool van de accu 3. Rode (+) oplaadkabel 2. Minpool van de accu 4.
Figuur 45 Figuur 43 1. Rupsband 3. Wegwielen 2. Kettingwielaandrijving 4. Spanwiel 1. Borgbout 3. Spanbuis 2. Spanschroef 4. Spanwiel 4. Gebruik een dopsleutel van 1/2 inch en draai de spanschroef linksom tot de afstand tussen de spanmoer en de achterzijde van de spanbuis (Figuur 44) 7 cm is. De spanning van de rupsbanden afstellen 5. Lijn de dichtstbijzijnde inkeping in de spanschroef uit met de opening van de borgbout en bevestig de schroef met de borgbout en moer (Figuur 45).
Model 22322 Vervang de rupsbanden als deze versleten zijn. 1. Breng de armen van de lader omlaag, zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 2. Breng de betreffende zijde omhoog ondersteun deze zodat de rupsband 7,6 cm tot 10 cm van de grond is. 3. Verwijder de borgbout en de moer (Figuur 45). 4. Gebruik een dopsleutel (1/2 inch) en verminder de spanning door de spanschroef rechtsom te draaien (Figuur 45 en Figuur 47). Figuur 46 1. Rupsband 5. Aansluitpunt rupsband 2.
13. Draai de moer vast met een torsie van 407 Nm. 14. Plaats de nieuwe rupsband en zorg ervoor dat de aansluitpunten van de rupsband goed tussen de tandwielen in het midden van de kettingwielaandrijving passen (Figuur 47). 15. Monteer het buitenste spanwiel en zet het vast met de moer die u eerder hebt verwijderd (Figuur 47). 16. Draai de moer vast met een torsie van 407 Nm. 17. Draai de spanschroef linksom tot de afstand tussen de spanmoer en de achterzijde van de spanbuis (Figuur 44) 7 cm is.
Onderhoud riemen Aandrijfriem vervangen/controleren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—De aandrijfriem op slijtage of beschadigingen controleren. Om de 200 bedrijfsuren—De drijfriem vervangen. Vervang de riem als u tekenen van slijtage, scheuren of schade ontdekt of na 200 bedrijfsuur, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden.
Onderhoud bedieningsysteem De bedieningsorganen worden in de fabriek afgesteld voor de tractie-eenheid wordt verzonden. Na vele bedrijfsuren moet u echter mogelijk de uitlijning van de tractiebediening, de neutraalstand van de tractiebediening en de sporing van de tractiebediening in de stand volledig vooruit opnieuw afstellen. Belangrijk: Voer alle procedures volledig en in de juiste volgorde uit om de bedieningsorganen correct af te stellen. Figuur 51 Veerhoes niet afgebeeld 1.
Figuur 54 1. Tractiebediening 2. Tractiebediening, bout en moer 5. Stel de tractiebediening zo af, dat deze gelijk en recht tegen de referentiebalk rust als u de bediening recht naar achteren trekt (Figuur 54 en Figuur 55). 2 g013014 1 Figuur 56 1. Tractiestang 2. Contramoer 4. Start de tractie-eenheid en zet gas 1/3 open. WAARSCHUWING Figuur 55 Als de tractie-eenheid loopt, kunt u worden gegrepen en gewond raken door bewegende onderdelen of brandwonden oplopen door hete oppervlakken. 6.
De sporing van de tractiebediening in de stand volledig vooruit afstellen. Onderhoud hydraulisch systeem Als de tractie-eenheid niet recht rijdt als u de tractiebediening tegen de referentiebalk houdt, moet u de volgende procedure uitvoeren: Hydraulisch filter vervangen Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Om de 200 bedrijfsuren 1. Rijd met de tractie-eenheid terwijl u de tractiebediening tegen de referentiebalk duwt en kijk in welke richting de tractie-eenheid afwijkt.
fabrikanten die garant staan voor de door hen aanbevolen vloeistoffen. WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. Vloeistof die in de huid is geïnjecteerd, dient binnen enkele uren operatief te worden verwijderd door een arts die bekend is met deze vorm van verwondingen, omdat er anders gangreen kan ontstaan.
Hydraulische leidingen controleren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer de hydraulische leidingen op lekkages, losgeraakte aansluitingen, kinken, loszittende steunen, slijtage, beschadigingen als gevolg van weersinvloeden en de inwerking van chemicaliën. (Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt.) Om de 1500 bedrijfsuren/Om de 2 jaar (houd hierbij de kortste periode aan)—Vervang alle bewegende hydraulische slangen.
Reiniging Het chassis reinigen Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer of er aangekoekt vuil op het chassis zit. Vuil verwijderen van de tractie-eenheid Open de motorkap en inspecteer regelmatig het gebied onder de motor met behulp van een zaklamp.
Belangrijk: Zorg ervoor dat er geen water in de motor of het elektrische systeem terechtkomt. 16. Schuif de brandstoftank gedeeltelijk in het chassis (Figuur 61). 17. Maak de ontluchtingsopening weer vrij en sluit de ontluchtingsslang erop aan. 18. Sluit de brandstofleiding aan en verwijder de klem. 19. Bevestig de tankdop en draai deze vast tot deze op zijn plaats klikt. 20. Sluit aan de rechterzijde van de tank de oranje draad aan op de middelste pool en de zwarte draad op de buitenste pool (Figuur 62).
Stalling 1. Breng de armen van de lader omlaag, zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 2. Verwijder vuil en roet van de buitenkant van de gehele machine, met name van de motor. Verwijder vuil en kaf van buitenkant van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing. 14. Werk alle krassen en beschadigingen van de lak bij. Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende servicedealer. 15. Stal de tractie-eenheid in een schone, droge garage of opslagruimte.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem De startmotor slaat niet aan. De motor start niet, start moeilijk of slaat af. De motor verliest vermogen. De motor raakt oververhit. Mogelijke oorzaak Remedie 1. Accu is leeg. 1. Accu opladen of vervangen. 2. De elektrische aansluitingen zijn gecorrodeerd of zitten los. 3. Relais of schakelaar is beschadigd. 2. Controleren of de elektrische aansluitingen goed contact maken. 3. Neem contact op met een erkende servicedealer. 1. De brandstoftank is leeg. 1.
Lijst met internationale dealers Dealer: Land: Telefoonnummer: Dealer: Land: Agrolanc Kft Asian American Industrial (AAI) B-Ray Corporation Brisa Goods LLC Casco Sales Company Ceres S.A. CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Cyril Johnston & Co. Fat Dragon Femco S.A. FIVEMANS New-Tech Co., Ltd ForGarder OU G.Y.K. Company Ltd.
Compact Utility Equipment CUE-producten De Toro garantie 1 jaar beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro Compact Utility Equipment (hierna: het 'product') vrij is van materiaalgebreken of fabricagefouten.