Operator's Manual

Onderhoud
brandstofsysteem
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbrandstof
uiterstontvlambaarenzeerexplosief.Brand
ofexplosievanbrandstofkanbrandwonden
bijuofanderenenmateriëleschade
veroorzaken.
Tapdebrandstofafuitdebrandstoftanks
wanneerdemotorkoudis.Doeditbuiten
opeenopenterrein.Eventueelgemorste
brandstofopnemen.
Rooknooitalsubenzineaftaptenblijf
uitdebuurtvanopenvuurofalsdekans
bestaatdatbenzinedampendooreenvonk
kunnenontbranden.
RaadpleegBrandstofveiligheid
(bladz.15)vooreenvolledigelijst
vanbrandstofgerelateerdevoorzorgen.
Brandstofltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
aan)
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Opendemotorkapenverwijderhetlinker
zijscherm.
4.Draaidetankdoplosomdedrukteverminderen.
5.Klemdebrandstoeidingenaanbeidezijden
vanhetbrandstoflter(Figuur42).
g005558
Figuur42
1.Filter
2.Slangklem
6.Drukdeuiteindenvandeslangklemmennaar
elkaartoeenschuifzewegvanhetlter(Figuur
42).
7.Plaatseenbakonderdebrandstofslangenom
weglekkendebenzineoptevangenenverwijder
vervolgenshetltervandebrandstofslangen.
8.Schuifdebrandstoeidingenopdeaansluitingen
vanhetnieuwebrandstoflter.Zorgerhierbij
voordatdepijlophetlterindezelfderichting
wijstalsdatdebrandstofstroomt,duswegvan
debrandstoftankaandekantvandeuitgaande
brandstoeidingenrichtingdebrandstofpomp
aandekantvandeinkomendebrandstoeiding.
Belangrijk:Monteernooiteenvuillter.
9.Schuifdeslangklemmendichttegenhetlter
aan.
10.Verwijderdeklemwaarmeeude
benzinestroomhebtgeblokkeerdenopende
brandstofafsluitkleppen.
11.Bevestigdetankdop.
12.Plaatshetzijschermensluitdemotorkap.
Brandstofaftappenuitde
brandstoftank
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Tapmetbehulpvandesifonpompdebrandstof
uitdetank.
Opmerking:Omdatdetanknutochleegis,is
diteenuitstekendmomentomhetbrandstoflterte
vervangen.
35