Operator's Manual

1.Plaatshetwerktuigopeenhorizontaaloppervlak
enzorgervoordaterachterhetwerktuiggenoeg
ruimtevoordemachineis.
2.Startdemotor.
3.Kanteldebevestigingsplaatvoorhetwerktuig
naarvoren.
4.Plaatsdebevestigingsplaatindebovenstelip
vandeontvangerplaatophetwerktuig(Figuur
4).
g003710
Figuur4
1.Bevestigingsplaat
2.Ontvangerplaat
5.Brengdearmenvandeladeromhoogterwijlu
tegelijkertijddebevestigingsplaatnaarachteren
kantelt.
Belangrijk:Brenghetwerktuigomhoog
totdathetvrijisvandegrondenkantelde
bevestigingsplaathelemaalnaarachteren.
6.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
7.Zetdesnelkoppelingspennenvastenzorg
ervoordatdezevolledigindebevestigingsplaten
zitten(Figuur5).
Belangrijk:Indiendepennennietkunnen
ronddraaienalszezijnvastgezet,is
debevestigingsplaatnietpreciesrecht
tegenoverdeopeningenindeontvangerplaat
vanhetwerktuiggeplaatst.Controleerde
ontvangerplaatenreinigdezeindiennodig.
g003711
Figuur5
1.Snelkoppelingspennen
(vastgezet)
3.Vastgezet
2.Nietvastgezet
WAARSCHUWING
Alsdesnelkoppelingspennenniet
volledigindebevestigingsplatenzitten,
bestaatdekansdathetwerktuigvande
machinevalt,waardooruofomstanders
bekneldkunnenraken.
Zorgervoordatde
snelkoppelingspennenvollediginde
bevestigingsplatenzitten.
12