Form No. 3430-222 Rev A TX 1000 compacte werktuigdrager Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) 22327—Serienr.: 404356214 en hoger 22327G—Serienr.: 404356214 en hoger 22327HD—Serienr.: 404356214 en hoger 22328—Serienr.: 404356214 en hoger 22328HD—Serienr.
andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u dit product op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.
Motorolie verversen .......................................... 32 Onderhoud brandstofsysteem ............................. 34 Water aftappen uit brandstoffilter/waterafscheider ........................................................ 34 Brandstoffilterbus en inlinefilter vervangen ..................................................... 35 Brandstofleidingen en aansluitingen controleren.................................................... 35 Het brandstofsysteem ontluchten .....................
Veiligheid • Houd uw handen en voeten uit de buurt van de bewegende onderdelen en werktuigen. • Gebruik de machine enkel als de schermen en GEVAAR andere beveiligingsmiddelen aanwezig zijn en naar behoren werken. Mogelijk lopen er in uw werkgebied onder grond leidingen van nutsbedrijven. Als u deze beschadigt, kan dat elektrische schokken of een explosie veroorzaken. • Laat geen omstanders of kinderen het werkgebied betreden.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers. decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Explosiegevaar 2. Geen vonken of vuur en niet roken 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. decal93-9084 93-9084 6.
decal115-4865 115-4865 2. Lees de Gebruikershandleiding. 1. Motorkoelvloeistof decal130-7637 130-7637 decal117-3276 117-3276 1. Motorkoelvloeistof onder druk 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Explosiegevaar – Lees de Gebruikershandleiding. 4. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 1. Knipperlichtsignaal – Temperatuur koelvloeistof motor 2. Ononderbroken lichtsignaal – Druk motorolie 3. Knipperlichtsignaal – Gloeibougie 6. Motor – Starten 4.
Sticker 136-5750 is enkel voor machines met brede rupsbanden. decal136-5750 136-5750 1. Lees de Gebruikershandleiding. decal131-8026 131-8026 1. Accuvermogen uitschakelen 2. Aan 3. Uit 4. Lees de Gebruikershandleiding. decal133-8056 133-8056 7 2.
decal137-9030 137-9030 1. Motor – afzetten 2. Motor – draaien 3.
decal131-0708 131-0708 1. Vooruit 2. Rechtsaf 3. Achteruit 4. Linksaf decal131-0710 131-0710 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 7. Handen of voeten kunnen worden gesneden of geamputeerd – Wacht tot alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert, blijf uit de buurt van bewegende onderdelen en houd alle beschermende delen op hun plaats. 2. Waarschuwing – Zorg ervoor dat u opgeleid bent voor gebruik 8.
decal136-5824 136-5824 1. Stopcontact 7. Motortoerental 2. Hydraulische vloeistof – traag 8. Werktuig neerlaten/zweefstand. 9. Werktuig naar voren kantelen. 3. Hydraulische vloeistof – snel 4. Hydraulisch werktuig – neutraal 10. Werktuig opheffen. 5. Hydraulisch werktuig – vooruit 11. Werktuig naar achteren kantelen. 6. Hydraulisch werktuig – achteruit 12.
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen (Figuur 4) voordat u de motor start en de machine gebruikt. Schakelbord g259644 Figuur 4 g031208 1. Scherm 2. Stopcontact 6. Gashendel 7. Contactschakelaar 3. Referentiebalk 8. Tractiebediening 4. Plug 9. Hendel van laadarm/werktuigkanteling 5. Hendel voor hulphydrauliek 10.
Tractiebediening g259649 Figuur 8 g259646 Figuur 5 • Voor een bocht naar links draait u de 1. Referentiebalk 2. Tractiebediening tractiebediening linksom (Figuur 9). • Om vooruit te rijden, beweegt u de tractiehendel naar voren (Figuur 6). g259648 Figuur 9 • Om de machine te stoppen, laat u de g259645 tractiebediening los (Figuur 5). Figuur 6 Opmerking: Hoe verder u de tractiebediening in een bepaalde richting beweegt, hoe sneller de machine in die richting gaat.
Referentiestang van laderbediening De referentiestang van de bediening van de lader helpt uw hand stabiliseren terwijl u de hendel voor de laderarm/werktuigkanteling bedient (Figuur 3). Hendel voor hulphydrauliek • Om een hydraulisch werktuig naar voren te • g029293 Figuur 10 1. Zweefstand 2. Laat de armen van de lader neer. 3. Hef de armen van de lader op. 4. Werktuig naar achteren kantelen. 5. Werktuig naar voren kantelen.
Parkeerremhendel Als dit gebeurt, zet de motor dan onmiddellijk af en controleer het oliepeil. Als het oliepeil te laag is, vul dan olie bij en controleer op mogelijke lekkage. • Draai de parkeerremhendel naar links om de parkeerrem in werking te stellen (Figuur 14). Opmerking: De tractie-eenheid kan een stukje rollen voor de remmen aangrijpen. • Draai de parkeerremhendel naar rechts om de parkeerrem vrij te zetten.
Storthoogte (met standaard bak) Bereik – volledig omhooggebracht (met standaard bak) Hoogte tot scharnierpen (met standaard bak in hoogste stand) g030520 Figuur 20 206 cm Werktuigen/accessoires • Tractie neutraal – geeft weer dat de tractiebediening in de staat 155 cm 62 cm NEUTRAALSTAND Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden.
Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale • bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. • Voor gebruik graven. Let op de locatie van ongemarkeerde objecten en structuren, zoals ondergrondse opslagtanks, putten en septische systemen. Inspecteer het terrein waarop u de machine gaat gebruiken en verwijder afval. Zorg ervoor dat er zich geen omstanders in het werkgebied bevinden voordat u de machine start. Zet de machine af als iemand het gebied betreedt.
hoeveelheden die u binnen 180 dagen kunt gebruiken zodat u altijd verse brandstof heeft. Gebruik zomerdieselbrandstof (nr. 2-D) bij temperaturen boven -7 °C en winterdieselbrandstof (nr. 1-D of nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen beneden -7 °C. Gebruik van winterdieselbrandstof bij lage temperaturen biedt een lager vlampunt en een lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en vermindert de kans dat de filters verstopt raken.
Tijdens gebruik • Controleer of alle aandrijvingen in de neutraalstand Veiligheid tijdens het werk • Algemene veiligheid • Vervoer geen lading als de armen zijn opgeheven. • • • • • • • • • • • Zorg ervoor dat de lading tijdens het vervoer dicht bij de grond is. Overschrijd nooit het nominale werkvermogen, omdat de machine instabiel kan worden waardoor u de controle over de machine verliest. Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde hulpstukken en accessoires.
lege bak is de achterzijde van de machine de zware kant, terwijl met een volle bak de voorzijde de zware kant is. De meeste andere werktuigen zorgen ervoor dat het gewicht voornamelijk op de voorkant van de machine rust. De machine kan plotseling omslaan als een rupsband over de rand komt, of als de rand instort. Houd een veilige afstand tussen de machine en een gevarenzone aan.
Zet de gashendel op SNEL om de beste prestaties te verkrijgen. U kunt de gasinstelling echter gebruiken om met lagere snelheden te werken. De motor afzetten 1. 2. 3. 4. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking (indien aanwezig op de machine) en laat de laderarmen neer. Zorg ervoor dat de hendel van de hulphydrauliek in de stand NEUTRAAL staat. Zet de gashendel op de stand LANGZAAM.
Hydraulische slangen aansluiten WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. Vloeistof die in de huid is geïnjecteerd, dient binnen enkele uren operatief te worden verwijderd door een arts die bekend is met deze vorm van verwondingen, omdat er anders gangreen kan ontstaan.
Opmerking: Als u eerst de mannelijke voordat u de machine afstelt of er onderhouds- of reparatiewerkzaamheden op uitvoert. aansluiting van het werktuig bevestigt, heft u de druk in het werktuig op. 6. Druk de vrouwelijke aansluiting van het werktuig op de mannelijke aansluiting op de machine. 7. Trek aan de slangen om te controleren of de aansluiting betrouwbaar is. • Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
De machine transporteren Gebruik een aanhanger of vrachtwagen voor zwaar vervoer om de machine te transporteren. Gebruik altijd een oprijplaat over de volledige breedte. Zorg ervoor dat de aanhanger of vrachtwagen is voorzien van alle benodigde remmen, verlichting en aanduidingen die wettelijk vereist zijn. Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies. Met behulp van deze informatie kunt u voorkomen dat omstanders of uzelf letsel oplopen.
4. Breng de armen van de lader omlaag. 5. Laad de machine op de aanhanger met de zwaarste kant naar de bovenste zijde van de oprijplaat gericht, en zorg dat de lading onderaan zit (Figuur 28). 2. Rij de machine van de aanhanger met de zwaarste kant naar de bovenste zijde van de oprijplaat gericht, en zorg dat de lading onderaan zit (Figuur 30). • Als de machine een vol ladingwerktuig heeft (bv. een bak) of een niet-belaadbaar werktuig (bv.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Om de 25 bedrijfsuren • Verwijder het luchtfilterdeksel, verwijder vuil en controleer de onderhoudsindicator van het luchtfilter. • Controleer het peil van de hydraulische vloeistof. Om de 50 bedrijfsuren • Controleer de conditie van de accu. • Controleer de spanning van de rupsbanden en breng ze op de juiste spanning. Om de 100 bedrijfsuren • De motorolie verversen. (Vaker onderhoud uitvoeren in erg stoffige of zanderige omstandigheden.
Procedures voorafgaande aan onderhoud 7. Breng langzaam de armen van de lader omlaag totdat de cilindervergrendelingen contact maken met de cilinderbehuizingen en de uiteinden van de stang. De cilindervergrendelingen verwijderen en opslaan De cilindervergrendelingen gebruiken Belangrijk: Verwijder de cilindervergrendelingen van de stangen en vergrendel ze volledig in de opslagstand voordat u de machine bedient.
Inspectieluik aan de achterzijde openen. 1. Verwijder de bevestiging (Figuur 34). g031217 g031215 Figuur 34 Figuur 32 1. Vergrendelschroef van de motorkap 1. Bevestiging 3. Motorkap 2. Motorkapvergrendeling 2. Draai de motorhendel rechtsom (Figuur 32). 3. Til de handgrepen op en klap de motorkap omhoog (Figuur 32). 4. Zet de steunstang vast. Hef het inspectieluik aan de achterzijde op om toegang te krijgen tot de interne onderdelen (Figuur 34). 3.
Het voorscherm verwijderen. 1. Open de motorkap en zet deze vast met de steunstang. 2. Draai de 2 bovenste bouten en 2 voorste bouten los. g256988 Figuur 37 g247902 Figuur 36 1. Bout 3. Verwijder het scherm. De voorkap verwijderen 1. Verwijder de 2 bovenste bouten (⅜" x 1"), 2 ringen en 2 onderste bouten (5/16" x ⅝") van de voorkap. 2. Verwijder de voorkap. 29 1. Bovenste bout – ⅜" x 1" (2) 3. Ring (2) 2. Voorkap 4.
Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks (onmiddellijk na elke wasbeurt). Type vet: vet voor algemene doeleinden. 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking en laat de laderarmen neer. 2. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 3. Reinig de smeernippels met een doek. 4. Sluit een smeerpistool aan op elke smeernippel (Figuur 38, Figuur 39 en Figuur 40).
Onderhoud motor Veiligheid van de motor • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. • Verander nooit de stand van de toerenregelaar van de motor en laat de motor niet te snel draaien. • Houd uw handen, voeten, gezicht, kleding en andere lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper en andere hete oppervlakken.
3. Als het filter beschadigd is, mag u het niet gebruiken. 2. Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en laat de motor afkoelen. Monteer het filter voorzichtig (Figuur 41). 3. Opmerking: Zorg ervoor dat het filter volledig vastzit door de buitenring van het filter tijdens de montage aan te drukken. Open de motorkap en zet vast met de steunstang. 4. Maak schoon rond de oliepeilstok en de olievuldop (Figuur 43). Belangrijk: Druk niet op het zachte midden van het filter. 4.
Motorolie verversen 1. 6. Verwijder de olievuldop en giet langzaam ongeveer 80% van de gespecificeerde hoeveelheid olie in het klepdeksel. 7. Controleer het oliepeil. 8. Giet langzaam extra olie bij totdat het oliepeil de bovenste opening op de peilstok bereikt. 9. Plaats de vuldop terug. Start de motor en laat deze 5 minuten lopen. Opmerking: Warme olie kan beter worden afgetapt. 2. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 3.
8. Controleer het oliepeil. 9. Giet langzaam extra olie bij totdat het oliepeil de bovenste opening op de peilstok bereikt. 10. Plaats de vuldop terug. 11. Monteer de voorkap; zie De voorkap verwijderen (bladz. 29). Onderhoud brandstofsysteem GEVAAR In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Raadpleeg Brandstofveiligheid (bladz.
Brandstoffilterbus en inlinefilter vervangen Brandstofleidingen en aansluitingen controleren Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking en laat de laderarmen neer. 2. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 3. Open het achterste inspectieluik; zie Inspectieluik aan de achterzijde openen. (bladz. 28). 4.
Onderhoud elektrisch systeem • Om de machine elektrisch op te laden, draait u de accu-ontkoppelingsschakelaar rechtsom naar de stand AAN (Figuur 48). • Om de machine elektrisch te ontladen, draait u de accu-ontkoppelingsschakelaar linksom naar de stand UIT (Figuur 48). Veiligheid van het elektrisch systeem • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool.
Accu verwijderen WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of installeren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine. • Voorkom dat metalen gereedschappen kortsluiting veroorzaken tussen de accupolen en metalen onderdelen van de machine. 1.
Accu opladen De accu reinigen Opmerking: Zorg ervoor dat de accuklemmen en WAARSCHUWING de gehele accubehuizing schoon zijn; dit helpt de levensduur van de accu te verlengen. Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. 1. Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu komen. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking (indien aanwezig op de machine) en laat de laderarmen neer. 2.
Accu monteren Plaats de accu zoals wordt getoond in Figuur 51. g204572 Figuur 51 Onderhoud van een reserveaccu 1. De oorspronkelijke accu heeft geen onderhoud nodig. Raadpleeg voor het onderhoud van een reserveaccu de instructies van de fabrikant. Open de motorkap, plaats de steunstang en verwijder het linkerzijscherm. 2. Verwijder de kap van de pool voor de startkabel (Figuur 52). De machine starten met startkabel WAARSCHUWING Contact met hete oppervlakken kan lichamelijk letsel veroorzaken.
3. Sluit één uiteinde van de plus (+) van de startkabel aan op de pool voor de startkabel (Figuur 52). 4. Sluit het andere uiteinde van de plus (+) van de startkabel aan op de pluspool van de accu in de andere machine. 5. Sluit het ene uiteinde van de min (-) van de startkabel aan op de minpool van de accu in de andere machine. 6. Sluit het andere uiteinde van de min (-) van de startkabel aan op een aardingspunt, zoals een ongeverfde bout of een deel van het chassis. 7.
Onderhoud aandrijfsysteem Onderhoud van de rupsbanden Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren—Controleer de spanning van de rupsbanden en breng ze op de juiste spanning. g029756 Figuur 55 Brede rupsband afgebeeld Om de 50 bedrijfsuren—Controleer de spanning van de rupsbanden en breng ze op de juiste spanning. Bij elk gebruik of dagelijks—Reinig de rupsbanden. 2.
4. Verwijder de borgbout, het afstandsstuk en de moer (Figuur 57). g203962 Figuur 58 1. Groene indicator op sticker g257903 2. Spanblok Figuur 57 1. Borgbout 3. Afstandsstuk 2. Spanschroef 4. Moer 5. Gebruik een dopsleutel van ½" en draai de spanschroef tot de rupsband 13 mm doorbuigt zoals getoond in Figuur 56. 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking en laat de laderarmen neer. 2. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 3.
8. 8. in werking, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje. Controleer dat het spanblok zich in het groene gedeelte van de sticker bevindt, of 1,3 cm van de achterkant van de spanbuis, voor beide rupsbanden (Figuur 58). Indien nodig instellen. Gebruik een dopsleutel van ½" en verminder de spanning door de spanschroef rechtsom te draaien (Figuur 57 en Figuur 61). Rupsbanden vervangen Machines met smalle rupsbanden Vervang de rupsbanden als ze erg versleten zijn. 1.
en bevestig de schroef met de borgbout, het afstandsstuk en de moer. g259736 22. Laat de machine neer op de grond. 23. Herhaal de procedure om de andere rupsband te vervangen. 24. Rij de machine naar een horizontaal oppervlak en parkeer de machine daar, stel de parkeerrem in werking, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje. 25. Controleer of de rupsband 12,7 mm doorbuigt zoals getoond in Figuur 56. Figuur 63 Machines met brede rupsbanden 12.
g203963 Figuur 67 1. Spanmoer g217640 2. Spanschroef Figuur 66 1. Moer 2. Ring 3. Buitenste voorwiel 4. Rupsband 8. Verwijder de rupsband (Figuur 66). 9. Trek de 2 grote ringen uit de buitenste wielen, 1 aan elke zijde van elk wiel (Figuur 66). 10. Verwijder oud vet en vuil uit het gebied waar de ringen zaten en reinig de lagers in de wielen. Vul vervolgens dit gebied aan elke kant van elk wiel met vet. 11. Plaats de grote ringen op de wielen (bovenop het vet). 12.
Onderhoud koelsysteem 3. Controleer het koelvloeistofpeil in de expansietank (Figuur 68). Het koelvloeistofpeil hoort op of boven de markering aan de zijkant van de tank te staan. Veiligheid van het koelsysteem • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten bereik van kinderen en huisdieren houden. • Als u hete, onder druk staande koelvloeistof over u heen krijgt of in aanraking komt met een hete radiateur of omliggende delen, kunt u ernstige brandwonden oplopen.
Onderhoud bedieningsysteem Onderhouden remmen De parkeerrem testen De bedieningsorganen afstellen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1. Schakel de parkeerrem in; zie Parkeerremhendel (bladz. 14). 2. Start de motor. 3. Probeer de machine langzaam vooruit of achteruit te rijden. 4. Als de machine beweegt, neem dan contact op met uw erkende servicedealer voor onderhoud. De bedieningsorganen worden in de fabriek afgesteld voordat de machine wordt verzonden.
Specificaties hydraulische vloeistof Onderhoud hydraulisch systeem Inhoud hydraulische tank: 37,9 liter Veiligheid van het hydraulische systeem Gebruik slechts 1 van de volgende vloeistoffen in het hydraulische systeem: • Toro Premium transmissie-/hydraulische • Waarschuw onmiddellijk een arts als er tractorvloeistof (vraag uw erkende servicedealer om meer informatie) hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid.
Het peil van de hydraulische vloeistof controleren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren Belangrijk: Gebruik altijd de juiste hydraulische vloeistof. Vloeistoffen voor algemeen gebruik brengen schade toe aan het hydraulische systeem. Zie Specificaties hydraulische vloeistof (bladz. 48). 1. Verwijder eventuele aangekoppelde werktuigen. 2. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 3. Breng de laadarmen omhoog en breng de cilindervergrendelingen aan. 4.
4. Open de motorkap en zet deze vast met de steunstang. 5. Verwijder het rechter zijscherm; zie Zijschermen verwijderen (bladz. 28). 6. Verwijder de dop van de hydraulische tank en de peilstok (Figuur 73). g029729 Figuur 73 1. Vulbuis 2. Peilstok g205342 Figuur 72 5. Neem gemorste vloeistof op. 6. Start de motor en laat deze ongeveer 2 minuten lopen om lucht uit het systeem te verwijderen. 7. Zet de motor af en controleer op lekkages. 8.
12. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 13. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof en vul indien nodig de tank bij met vloeistof; raadpleeg Het peil van de hydraulische vloeistof controleren (bladz. 49). 14. Reiniging Vuil verwijderen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Belangrijk: Als de motor wordt gebruikt terwijl de schermen verstopt zijn en/of de uitlaatringen zijn verwijderd, kan dit leiden tot schade aan de motor door oververhitting.
Stalling Veiligheid tijdens opslag • Zet de motor uit, verwijder de contactsleutel en wacht tot alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en laat de machine afkoelen voordat u deze stalt. • U mag de machine of de brandstof niet opslaan in de nabijheid van een open vuur. g031235 Stalling Figuur 75 1. Onderste plaat 5. 6. 1. Verwijder het voorscherm; zie Het voorscherm verwijderen. (bladz. 29).
Problemen, oorzaak en remedie Probleem De startmotor slaat niet aan. Mogelijke oorzaak 1. De elektrische aansluitingen zijn gecorrodeerd of zitten los. 1. Controleren of de elektrische aansluitingen goed contact maken. 2. Doorgebrande of losse zekering. 3. Accu is leeg. 4. Relais of schakelaar is beschadigd. 2. Zekering goed inzetten of vervangen. 3. Accu opladen of vervangen. 4. Neem contact op met een erkende servicedealer. 5. Neem contact op met een erkende servicedealer. 6.
Probleem De motor start, maar blijft niet lopen. Mogelijke oorzaak 1. De ontluchting van de brandstoftank wordt belemmerd. 1. Draai de dop los. Als de motor wel loopt met de dop los, moet u de dop vervangen. 2. Vuil of water in het brandstofsysteem. 2. Brandstof aftappen uit de brandstoftank en deze schoonspoelen. Tank vullen met verse brandstof. 3. Brandstoffilter vervangen. 4.
Probleem De motor raakt oververhit. Mogelijke oorzaak 1. Meer koelvloeistof nodig. 1. Koelvloeistof controleren en bijvullen. 2. Luchtstroom naar de radiator is belemmerd. 3. Verkeerd oliepeil in het carter. 2. Bij elk gebruik radiateurscherm controleren en reinigen. 3. Vullen of aftappen totdat het oliepeil de volmarkering bereikt. 4. De lading verminderen; met een lagere snelheid rijden. 5. Brandstof aftappen uit de brandstoftank en deze schoonspoelen. Tank vullen met verse brandstof. 6.
Probleem Overmatige zwarte rook uit de uitlaat. Mogelijke oorzaak 1. De motor is te zwaar belast. 1. De lading verminderen; met een lagere snelheid rijden. 2. De luchtfilters zijn vuil. 2. Geef de luchtfilters een onderhoudsbeurt. 3. Brandstof aftappen uit de brandstoftank en deze schoonspoelen. Tank vullen met verse brandstof. 4. Neem contact op met een erkende servicedealer. 5. Neem contact op met een erkende servicedealer. 6. Neem contact op met een erkende servicedealer. 3.
Schema's g240932 Elektrisch schema (Rev.
g260360 Hydraulisch schema (Rev.
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw garantieclaim te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie mee te delen, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.