Form No. 3439-266 Rev A TX 700 compacte werktuigdrager Modelnr.: 22351—Serienr.: 400000000 en hoger Modelnr.: 22351G—Serienr.: 400000000 en hoger Modelnr.: 22352—Serienr.: 400000000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden.
Inhoud Onderhoud bedieningsysteem .................................. 46 De bedieningsorganen afstellen ............................. 46 Onderhoud hydraulisch systeem ............................... 47 Veiligheid van het hydraulische systeem .................. 47 Hydraulische druk aflaten....................................... 47 Specificaties hydraulische vloeistof ......................... 47 Het peil van de hydraulische vloeistof controleren........................................................
Veiligheid • Laat geen omstanders of kinderen het werkgebied Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de norm ISO 20474-15:2019. • Schakel de machine uit, zet de motor af en verwijder betreden. het sleuteltje voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert, bijtankt of verstoppingen uit de machine verwijdert. Algemene veiligheid Onjuist gebruik of onderhoud van deze machine kan letsel tot gevolg hebben.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers. decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Explosiegevaar 2. Geen vonken of vuur en niet roken 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. decal93-9084 93-9084 6.
decal117-3276 117-3276 1. Motorkoelvloeistof onder druk 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Explosiegevaar – Lees de Gebruikershandleiding. 4. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. decal125-6694 125-6694 1. Locatie bevestigingspunt decal120-0625 120-0625 1. Knelpunt, hand – Houd handen uit de buurt. decal130-7637 130-7637 decal125-6139 125-6139 1. Hefpunt en bevestigingspunt 1. Knipperlichtsignaal – Temperatuur koelvloeistof motor 2.
decal139-1159 139-1159 1. Waarschuwing – Houd omstanders op een afstand. decal131-8026 131-8026 1. Accuvermogen uitschakelen 2. Uit 3. Aan 4. Lees de Gebruikershandleiding. decal139-1164 139-1164 1. Pletgevaar van bovenaf, vallende lading – Zorg dat de snelbevestigingshendels vergrendeld zijn. decal133-8062 133-8062 decal136-4863 136-4863 decal139-1173 1.
decal145-0638 145-0638 1. Auxiliary 5. Werktuig laten zakken 2. Hendel ontgrendeling 6. Werktuig naar achteren kantelen 7. Werktuig opheffen 3. Hendel vergrendeling 4. Werktuig naar voren kantelen decal140-5792 140-5792 1. Lees de Gebruikershandleiding. 9. Luchtfilter van motor 2. Controleer om de 8 bedrijfsuren 10. Spanning van riem 3. Diesel 11. Hydraulische vloeistof 4. Smeerpunten 12. Vloeistofspecificatie 5. Motorolie 6. Brandstof/waterafscheider 13. Inhoud 14.
decal145-0637 145-0637 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 7. Handen of voeten kunnen worden gesneden of geamputeerd – Wacht tot alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert, blijf uit de buurt van bewegende onderdelen en houd alle beschermende delen op hun plaats. 2. Waarschuwing – Zorg ervoor dat u opgeleid bent voor gebruik 8. Ontploffingsgevaar; gevaar voor elektrocutie – Bel de van de machine alvorens ermee te werken.
Algemeen overzicht van de machine g318735 Figuur 3 1. Rupsband 6. Hydraulische hulpkoppelingen 11. Bestuurdersplatform 2. Arm van lader 7. Motorkap 12. Parkeerrem 3. Hefcilinder 8. Hefpunt 13. Vergrendelingspedaal hulphydrauliek 4. Bindoog 5. Montageplaat 14. Bedieningspaneel 9. Brandstofmeter 10. Bindoog 15.
Bedieningsorganen Schakelaar voor het activeren van de tractie Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen voordat u de motor start en de tractie-eenheid gebruikt. De tractiebediening is automatisch uitgeschakeld wanneer u de machine start. Bedien de schakelaar voor het activeren van de tractie nadat u de machine hebt gestart om de tractiebediening te gebruiken. Bedieningspaneel Tractiebediening g259646 Figuur 5 1. Referentiebalk 2.
• Voor een bocht naar rechts draait u de tractiebediening Hendel voor de laderarm/werktuigkanteling rechtsom. Beweeg de hendel langzaam om de armen van de lader te bedienen en het werktuig te kantelen. Opmerking: Met de vergrendelde stand (zweefstand) kunnen werktuigen zoals de nivelleerschuif en het hydraulische blad de contouren van de grond volgen (bijvoorbeeld zweven). g259649 Figuur 8 • Voor een bocht naar links draait u de tractiebediening linksom. g356466 Figuur 10 1. Vergrendelde stand 4.
Bediening hulphydrauliek Vergrendeling van klep van lader Met vergrendeling van de klep van de lader kunt u de hendel voor de laderarm/werktuigkanteling zo vergrendelen dat u deze niet naar voren kan bewegen. Dit voorkomt dat iemand per ongeluk de armen van de lader neerlaat tijdens onderhoudswerkzaamheden. Bevestig de klep van de lader met de vergrendeling, naast de cilindervergrendelingen, steeds wanneer u de machine moet uitschakelen met omhooggebrachte armen van de lader.
Parkeerremhendel • Draai de parkeerremhendel naar links om de parkeerrem in werking te stellen. Opmerking: De tractie-eenheid kan een stukje g029665 rollen voor de remmen aangrijpen. Figuur 16 • Draai de parkeerremhendel naar rechts om de parkeerrem vrij te zetten. Lampje gloeibougies Opmerking: Het zou kunnen dat u de tractiebediening moet afstellen om de rempennen vrij te zetten en de hendel te draaien. Het lampje rechts knippert als de gloeibougies zijn opgeladen en zij de motor opwarmen.
Lampje acculading Model 22351 en 22351G Breedte Lengte Hoogte Gewicht Bedrijfscapaciteit (met bestuurder van 75 kg en de standaard bak) Kantelcapaciteit (met bestuurder van 75 kg en de standaard bak) Wielbasis Storthoogte (met standaard bak) Bereik – volledig omhooggebracht (met standaard bak) Hoogtetot scharnierpen (met standaard bak in hoogste stand) Als de accu bijna leeg is, blijft het lampje rechts ononderbroken branden. Als dit gebeurt, zet dan de motor af en laad de accu op of vervang deze.
Gebruiksaanwijzing Brandstofveiligheid • Wees zeer voorzichtig bij het omgaan met brandstof. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Brandstof is ontvlambaar en de dampen kunnen tot ontploffing komen. • Doof alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere ontstekingsbronnen. Voor gebruik • Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat of blik voor de brandstof.
Biodiesel klaar Belangrijk: Controleer het niveau van de hydraulische vloeistof en ontlucht het brandstofsysteem voordat u de motor voor het eerst start; zie Het peil van de hydraulische vloeistof controleren (bladz. 48) en Het brandstofsysteem ontluchten (bladz. 36). Deze machine kan ook gebruik maken van een dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80% petrodiesel). Het deel petrodiesel moet een laag of ultralaag zwavelgehalte hebben.
Tijdens gebruik • Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u een bocht maakt of wegen en voetpaden oversteekt. Let op het verkeer. Veiligheid tijdens het werk • Stop het werktuig als u niet aan het werken bent. • Stop de machine, zet de motor uit, verwijder het Algemene veiligheid • Overschrijd nooit het nominale werkvermogen, omdat sleuteltje en controleer de machine als u een voorwerp hebt geraakt. Voer de noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt.
uw beoordelingsvermogen wanneer u dit onderzoek uitvoert. – • Verminder uw snelheid en wees extra voorzichtig op Ga er altijd van uit dat de machine onder stroom staat als u een elektrische of communicatieleiding raakt. Probeer de machine niet te verlaten. • Lekkend gas is zowel ontvlambaar als explosief en kan hellingen. De toestand van de grond kan van invloed zijn op de stabiliteit van de machine. ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben. Rook niet terwijl u de machine bedient.
De motor afzetten 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking (indien aanwezig op de machine) en laat de laderarmen neer. 2. Zorg ervoor dat de hendel van de hulphydrauliek in de stand NEUTRAAL staat. 3. Zet de gashendel op de stand LANGZAAM. 4. Als de motor zwaar belast is geweest of heet is, moet u deze nog een minuut laten draaien voordat u het contactsleuteltje op UIT draait. g003710 Figuur 24 Opmerking: De motor kan dan afkoelen voordat u hem uitzet.
VOORZICHTIG Hydraulische koppelingen, hydraulische leidingen/kleppen en hydraulische vloeistof kunnen heet zijn. U kunt zich verbranden als u hete onderdelen aanraakt. • Draag handschoenen als u werkt aan de hydraulische koppelingen. • Laat de machine afkoelen voordat u de hydraulische onderdelen aanraakt. • Zorg ervoor dat u niet in aanraking komt met gemorste hydraulische vloeistof. Als het werktuig hydraulisch wordt bediend, moet u de hydraulische slangen als volgt aansluiten: g003711 1.
Na gebruik Een defecte machine verplaatsen Belangrijk: U mag de machine niet slepen of trekken zonder dat u eerst de sleepkleppen hebt geopend, omdat anders het hydraulische systeem beschadigd raakt.
De machine transporteren Gebruik een aanhanger of vrachtwagen voor zwaar vervoer om de machine te transporteren. Gebruik altijd een oprijplaat over de volledige breedte. Zorg ervoor dat de aanhanger of vrachtwagen is voorzien van alle benodigde remmen, verlichting en aanduidingen die wettelijk vereist zijn. Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies. Met behulp van deze informatie kunt u voorkomen dat omstanders of uzelf letsel oplopen.
De machine laden WAARSCHUWING Als een machine wordt geladen op een aanhanger of een vrachtwagen of wordt uitgeladen, wordt de kans vergroot dat de machine kantelt. Dit kan ernstig lichamelijk letsel of de dood veroorzaken. • Ga zeer voorzichtig te werk als u een machine een oprijplaat op-/afrijdt. • Laad de machine in en uit met de zwaarste kant naar de bovenste zijde van de oprijplaat gericht.
De machine omhoogbrengen Verwijder eventuele aangekoppelde werktuigen en breng de machine omhoog met behulp van de 4 hefpunten. Overschrijd een hoek van 20 graden niet wanneer u de machine omhoogbrengt; gebruik de minimale kettinglengtes die hieronder zijn aangegeven. g377831 Figuur 32 1. Kettinglengte voor achterste hefpunt (2) – 118,9 cm 2.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Veiligheid bij onderhoud VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Om de 100 bedrijfsuren • Controleer de slangen van het koelsysteem. • Controleer de hydraulische leidingen op lekkages, losgeraakte aansluitingen, kinken, loszittende steunen, slijtage, beschadigingen als gevolg van weersinvloeden en de inwerking van chemicaliën. • Controleer of er aangekoekt vuil op het chassis zit. Om de 250 bedrijfsuren • Ververs de motorolie en vervang het filter. (Vaker onderhoud uitvoeren in erg stoffige of zanderige omstandigheden.
Procedures voorafgaande aan onderhoud De cilindervergrendelingen gebruiken WAARSCHUWING Als de armen van de lader in de opgeheven stand staan, kunnen deze omlaag komen waardoor iemand die eronder staat bekneld kan raken. Plaats de cilindervergrendeling(en) voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert waarbij de armen van de lader omhoog moeten staan. 1. Start de motor. 2. Breng de armen van de lader volledig omhoog. 3. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 4.
2. Verwijder de achterste kap. g031216 g367612 Figuur 35 Figuur 37 1. Lipje op steunstang 1. Zeskantbout met flens — ⅜" x 1" (5) 2. Sluit de kap en vergrendel deze door op de voorzijde van de kap te drukken tot deze op zijn plaats klikt. 3. Maak de vergrendeling vast met de vergrendelsleutel. 3. 2. Zeskantbout met flens — 5/16" x ¾" (2) Maak de slangklem los van de slang en koppel de slang van de kap. De achterste kap verwijderen 1. Verwijder de 2 zijkussens. g367611 Figuur 38 1.
Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks (onmiddellijk na elke wasbeurt). Type vet: vet voor algemene doeleinden. g365300 Figuur 39 30 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking en laat de laderarmen neer. 2. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 3. Reinig de smeernippels met een doek.
Onderhoud motor Veiligheid van de motor • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. • Verander nooit de stand van de toerenregelaar van de • motor en laat de motor niet te snel draaien. Houd uw handen, voeten, gezicht, andere lichaamsdelen en kleding uit de buurt van de geluiddemper en andere hete oppervlakken. Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer de onderhoudsindicator van het luchtfilter.
5. E. Maak de vergrendelingen op het luchtfilterdeksel los en neem het deksel eraf. Belangrijk: Verwijder het luchtfilter niet. Sluit de motorkap. Motorolie verversen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer het motoroliepeil. Om de 250 bedrijfsuren—Ververs de motorolie en vervang het filter. (Vaker onderhoud uitvoeren in erg stoffige of zanderige omstandigheden.
Motorolie verversen en filter vervangen Het motoroliepeil controleren 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking en laat de laderarmen neer. 2. Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en laat de motor afkoelen. 3. Open de motorkap. 4. Controleer het oliepeil en vul indien nodig bij met olie. 1. Start de motor en laat deze 5 minuten lopen. Opmerking: Warme olie kan beter worden afgetapt. 2. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 3.
8. Plaats een ondiepe opvangbak of een doek onder het filter om olie op te vangen. 9. Vervang het oliefilter. Onderhoud brandstofsysteem GEVAAR In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Raadpleeg Brandstofveiligheid (bladz. 16) voor een volledige lijst van brandstofgerelateerde voorzorgen. Waterafscheider aftappen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1.
Filter van waterafscheider vervangen Brandstoffilter van de slang vervangen Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking en laat de laderarmen neer. 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking en laat de laderarmen neer. 2. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 2. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 3.
Het brandstofsysteem ontluchten Brandstofleidingen en aansluitingen controleren U moet het brandstofsysteem ontluchten voordat u de motor start, indien zich één van de volgende situaties heeft voorgedaan: Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) • Eerste keer starten van een nieuwe machine • De motor is gestopt omdat de brandstof op was.
Onderhoud van de accu Onderhoud elektrisch systeem Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Veiligheid van het elektrisch systeem De accu verwijderen • Maak de accukabels los voordat u reparatiewerkzaamheden uitvoert; zie De accu-ontkoppelingsschakelaar gebruiken (bladz. 37). WAARSCHUWING • Laad de accu op in een open, goed geventileerde Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken.
De accu reinigen Opmerking: Zorg ervoor dat de accuklemmen en de Accu opladen WAARSCHUWING gehele accubehuizing schoon zijn; dit helpt de levensduur van de accu te verlengen. Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu komen. Belangrijk: Zorg ervoor dat de accu altijd volledig geladen is (soortelijk gewicht 1,265).
3. Schuif het rode stofkapje voor de accupool op de pluspool van de accu. 4. Gebruik de eerder verwijderde bevestigingsmiddelen om de minkabel (zwart) op de minpool (–) van de accu aan te sluiten. 5. WAARSCHUWING Accu's bevatten zuur en produceren ontvlambare gassen. • Bescherm te allen tijde uw ogen en gezicht voor de accu's. Sluit de motorkap. • Leun niet over de accu's.
Onderhoud van de zekeringen De elektrische installatie is beveiligd door middel van zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er een zekering is doorgebrand, moet u echter het onderdeel of circuit controleren op defecten of kortsluiting.
Onderhoud aandrijfsysteem Onderhoud van de rupsbanden Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren—Controleer de spanning van de rupsbanden en breng ze op de juiste spanning. Na de eerste 50 bedrijfsuren—Controleer de spanning van de rupsbanden en breng ze op de juiste spanning. Om de 50 bedrijfsuren—Controleer de spanning van de rupsbanden en breng ze op de juiste spanning.
4. Rupsbanden vervangen Draai de bouten los op de achterste kap en verwijder de kap. Verwijderen van de rupsbanden 1. Verwijder eventuele aangekoppelde werktuigen. 2. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en zorg er hierbij voor dat slechts 1 tandwielhelft aangrijpt op de rupsband. g366295 Figuur 57 1. Achterste kap 5. 2. Bout (2) Draai de contramoer los en stel de spanschroef zodanig af dat de speling van de rupsband 13 mm bedraagt. g366389 Figuur 59 1. Tandwielhelft 3.
7. Draai de contramoer los en draai aan de spanschroef om de spanning op te heffen. 11. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 12. Verwijder de rupsband van het rupsbandframe, de aandrijfspil en dan het voorwiel. De rupsband plaatsen 1. Leg de nieuwe rupsband rond het voorwiel. g363401 Figuur 61 1. Spanschroef 8. 2. Contramoer Verwijder het gedeelte van de tandwielaandrijving dat niet met de rupsband is verbonden.
6. Onderhoud koelsysteem Breng schroefdraadborgmiddel aan op de bouten van de tandwielaandrijvinghelft die u hebt verwijderd en monteer de andere tandwielhelft. Draai de bouten vast met een torsie van 80 tot 99 N·m. Veiligheid van het koelsysteem • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten bereik van kinderen en huisdieren houden.
Het koelvloeistofpeil controleren Onderhouden remmen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer het koelvloeistofpeil in de expansietank. De parkeerrem testen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Het koelsysteem bevat een mengsel met een 50/50 verhouding van water en permanente ethyleenglycol-antivries. 1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat de laderarmen zakken, stel de parkeerrem in werking en zet de motor af. 2.
Onderhoud riemen Onderhoud bedieningsysteem De riemspanning van de wisselstroomdynamo controleren De bedieningsorganen afstellen De bedieningsorganen worden in de fabriek afgesteld voordat de machine wordt verzonden. Na vele bedrijfsuren moet u echter mogelijk de uitlijning van de tractiebediening, de NEUTRAALSTAND van de tractiebediening en de sporing van de tractiebediening in de stand volledig vooruit opnieuw afstellen.
Specificaties hydraulische vloeistof Onderhoud hydraulisch systeem Capaciteit hydraulisch systeem: 37,8 liter Gebruik slechts 1 van de volgende vloeistoffen in het hydraulische systeem: Veiligheid van het hydraulische systeem • Toro Premium transmissie-/hydraulische tractorvloeistof (vraag uw erkende servicedealer om meer informatie) • Waarschuw onmiddellijk een arts als er hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid.
Het peil van de hydraulische vloeistof controleren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren 7. Als het peil te laag staat, vult u vloeistof bij tot het correcte peil. 8. Plaats de vuldop terug. 9. Breng de beugel omlaag. Belangrijk: Gebruik altijd de juiste hydraulische vloeistof. Vloeistoffen voor algemeen gebruik brengen schade toe aan het hydraulische systeem. Zie Specificaties hydraulische vloeistof (bladz. 47). 1. Verwijder eventuele aangekoppelde werktuigen. 2.
9. Reiniging Sluit de motorkap. Hydraulische vloeistof verversen Vuil verwijderen Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking en laat de laderarmen neer. 2. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 3. Plaats een grote opvangbak geschikt voor 57 liter onder de aftapplug op de hydraulische tank.
Het chassis reinigen Stalling Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer of er aangekoekt vuil op het chassis zit. Veiligheid tijdens opslag • Zet de motor uit, verwijder de contactsleutel en wacht Na verloop van tijd zal er vuil aankoeken op het chassis onder de motor. Dit moet worden verwijderd. Open de motorkap en inspecteer regelmatig het gebied onder de motor met behulp van een zaklamp. Als de laag vuil 2,5 tot 5 cm dik is, moet u het chassis schoonmaken. 1.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem De startmotor slaat niet aan. Mogelijke oorzaak 1. De elektrische aansluitingen zijn gecorrodeerd of zitten los. 1. Controleren of de elektrische aansluitingen goed contact maken. 2. Doorgebrande of losse zekering. 3. Accu is leeg. 4. Relais of schakelaar is beschadigd. 2. Zekering goed inzetten of vervangen. 3. Accu opladen of vervangen. 4. Neem contact op met een erkende servicedealer. 5. Neem contact op met een erkende servicedealer. 6.
Probleem De motor start, maar blijft niet lopen. Mogelijke oorzaak 1. De ontluchting van de brandstoftank wordt belemmerd. 1. Draai de dop los. Als de motor wel loopt met de dop los, moet u de dop vervangen. 2. Vuil of water in het brandstofsysteem. 2. Brandstof aftappen uit de brandstoftank en deze schoonspoelen. Tank vullen met verse brandstof. 3. Brandstoffilter vervangen. 4.
Probleem De motor raakt oververhit. Mogelijke oorzaak 1. Meer koelvloeistof nodig. 1. Koelvloeistof controleren en bijvullen. 2. Luchtstroom naar de radiator is belemmerd. 3. Verkeerd oliepeil in het carter. 2. Bij elk gebruik radiateurscherm controleren en reinigen. 3. Vullen of aftappen totdat het oliepeil de volmarkering bereikt. 4. De lading verminderen; met een lagere snelheid rijden. 5. Brandstof aftappen uit de brandstoftank en deze schoonspoelen. Tank vullen met verse brandstof. 6.
Probleem Overmatige zwarte rook uit de uitlaat. Mogelijke oorzaak 1. De motor is te zwaar belast. 1. De lading verminderen; met een lagere snelheid rijden. 2. De luchtfilters zijn vuil. 2. Geef de luchtfilters een onderhoudsbeurt. 3. Brandstof aftappen uit de brandstoftank en deze schoonspoelen. Tank vullen met verse brandstof. 4. Neem contact op met een erkende servicedealer. 5. Neem contact op met een erkende servicedealer. 6. Neem contact op met een erkende servicedealer. 3.
Privacyverklaring EEA/VK Toro's gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
California Proposition 65 waarschuwing – alleen voor Californië Wat is een waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.