Operator's Manual

zijnniethetzelfde.Benzinemet15%ethanol
(E15)pervolumeisnietgeschiktvoorgebruik.
Gebruiknooitbenzinediemeerdan10%
ethanolpervolumebevat,zoalsE15(bevat
15%ethanol),E20(bevat20%ethanol),ofE85
(bevattot85%ethanol).Ongeschiktebenzine
gebruikenkanleidentotverminderdeprestaties
en/ofmotorschadediemogelijknietgedektwordt
doordegarantie.
Geenbenzinegebruikendiemethanolbevat.
Indewintergeenbrandstofbewarenin
debrandstoftankofinvaten,tenzijueen
brandstofstabilisatorgebruikt.
Mengnooitoliedoorbenzine.
Gebruikvanstabilisator/conditio-
ner
Gebruikvanstabilisator/conditionerindemachine
biedtdevolgendevoordelen:
Houdtbrandstoflangerverswanneerdezewordt
gebruiktvolgensdevoorschriftenvandefabrikant
vandestabilisator.
Houdtdemotortijdenshetgebruikschoon.
Voorkomtharsachtigeafzettingeninhet
brandstofsysteem,dietotstartproblemenkunnen
leiden
Belangrijk:Gebruiknooitbrandstofadditieven
diemethanolofethanolbevatten.
Voegdejuistehoeveelheidstabilisator/conditioner
aandebrandstoftoe.
Opmerking:Stabilisator/conditionerwerkthet
bestalsdezemetversebenzinewordtgemengd.
Gebruikaltijdeenstabilisatoromhetrisicovan
harsachtigeafzettingeninhetbrandstofsysteem
zokleinmogelijktehouden.
Brandstoftankvullen
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerking(indienvan
toepassing)enlaatdehydraulischehenrichting
neer.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat
demotorafkoelen.
3.Reinigdeomgevingvandetankdopenverwijder
deze(Figuur15).
g247445
Figuur15
1.Dopvanbrandstoftank
4.Gietbrandstofindetanktotdathetpeil6tot
13mmonderdeonderkantvandevulbuisstaat.
Belangrijk:Deruimteindetankgeeftde
brandstofdekansomuittezetten.Vulde
brandstoftankniethelemaal.
5.Draaidetankdopstevigvast.
6.Neemeventueelgemorstebrandstofop.
Dagelijksonderhoud
uitvoeren
Voerelkedagvoordatudemachinestartde
proceduresuitinhetonderdeelT elkensvoor
gebruik/DagelijksinOnderhoud(bladz.23).
Motorstarten
1.Zetdegashendelhalverwegetussendestanden
LANGZAAMenSNEL(Figuur16).
g007809
Figuur16
1.Gashendel3.Sleuteltje
2.Chokehendel
2.ZetdechokehendelindestandAAN(Figuur16).
19