Operator's Manual

g013315
Figuur11
4.Vuldebrandstoftankmetloodvrijebrandstoftot
netonderdelterkorfvangaas.
Belangrijk:Deruimteindetankgeeftde
brandstofdekansomuittezetten.Vulde
brandstoftankniethelemaalvol.
5.Draaidetankdopstevigvast.
6.Neemeventueelgemorstebrandstofop.
Startenenstoppenvande
motor
Motorstarten
1.Zetdebrandstofklepopen.
2.Zetdechokehendelnaarvorenalsueenkoude
motormoetstarten.
3.ZetdegashendelhalverwegetussenLANGZAAM
(schildpad)enSNEL(haas).
Opmerking:Alsdemotorwarmofheetis,
hoeftudechokeniettegebruiken.
4.Houdedodemanshendelingedruktmetéén
hand.
5.Trekkrachtigaandehandgreepomdemotor
testarten.
6.Zodrademotorstart,beweegtudechokehendel
langzaamnaarrechts.
Opmerking:Alsdemotorafslaatofhapert,
zetdechokedanopnieuwnaarlinkstotdatde
motoropgewarmdis.
7.Zetdegashendelopdegewenstestand.
Demotorafzetten
1.Laatdedodemanshendellos.
2.Zetdebrandstofklepdicht.
3.Wachttotdatallebewegendeonderdelentot
stilstandzijngekomen.
12