Form No. 3327-199 Rev A 53 cm Achtervanger Maaimachine Modelnr. 26634—Serienr.
Dit vonkontstekingssysteem is in overeenstemming met de Canadese ICES-002. Inleiding Lees deze handleiding zorgvuldig, zodat u weet hoe u het product op de juiste wijze kunt gebruiken en onderhouden. De informatie in deze handleiding kan u en anderen helpen om letsel en schade te voorkomen. Hoewel Toro veilige producten ontwerpt en fabriceert, blijft u verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van het product. Inhoud Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instructie Er worden in deze handleiding nog twee woorden gebruikt om u op belangrijke informatie te wijzen. Important attendeert u op bijzondere technische informatie en Note: duidt algemene informatie aan die uw bijzondere aandacht verdient. • Lees deze handleiding aandachtig door. Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en weet hoe u ze moet gebruiken, voordat u de maaimachine start. • Laat kinderen nooit de maaimachine gebruiken.
• Waarschuwing: Benzine is uiterst ontvlambaar. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen: • Zorg ervoor dat het mes (of de messen) stilstaat als u de maaimachine schuin moet houden om oppervlakken over te steken die niet met gras zijn begroeid, en als u de machine naar het terrein brengt waar u moet maaien of daar weer weghaalt. – Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of blikken die speciaal daarvoor bedoeld zijn. – Vul de brandstoftank nooit binnenshuis; tijdens het bijvullen niet roken.
• Gebruik de maaimachine niet als u onder invloed van alcohol of drugs verkeert. • Probeer nooit de hoogte van de wielen af te stellen, terwijl de motor loopt. • Als de maaimachine abnormaal begint te trillen, moet u de motor afzetten en onmiddellijk nagaan wat de oorzaak daarvan is. Trillingen duiden meestal op problemen.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-4105 3. Maaimachine kan voorwerpen uitwerpen—zorg ervoor dat het veiligheidsscherm op zijn plaats zit. 1. Waarschuwing—lees de gebruikershandleiding en zorg ervoor dat u die begrijpt. 2. Machine kan voorwerpen uitwerpen—Houd omstanders op een afstand. 4.
Het startkoord bevestigen 6. Zet de kabels vast aan de onderzijde van de linkerbuis met een kabelklemband (Fig. 4). Plaats de klemband 2,5 cm onder de bocht in de handgreep, zoals is afgebeeld in Figuur 4. Trek het startkoord door de koordgeleider op de handgreep (Fig. 6). 1 1 2 2 m-2882 Figuur 6 791 1. Koordgeleider 2. Startkoord Figuur 4 1. Kabelklemband Note: Om het koord gemakkelijker te kunnen bevestigen, drukt u de bedieningsstang op de handgreep in om de mesrem te ontkoppelen. 2.
Olie bijvullen gaat als volgt: Danger 1. Zet de maaimachine op een horizontaal oppervlak. 2. Maak de omgeving van de peilstok schoon (Fig. 7). In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. 3. Verwijder de peilstok uit de olievulbuis door de dop linksom te draaien en eruit te trekken. 4. Veeg de peilstok met een schone doek schoon.
Gebruik regelmatig een brandstofstabilisator/conditioner tijdens gebruik en stalling. Een stabilisator/conditioner houdt tijdens het gebruik de motor schoon en voorkomt dat er tijdens de stalling harsachtige afzettingen in de motor worden gevormd. Gebruiksaanwijzing Important Gebruik nooit andere brandstofadditieven dan een brandstofstabilisator/conditioner. Gebruik geen stabilizers op basis van alcohol zoals ethanol, methanol, of isopropanol.
Note: De aandrijfwielen worden geleverd met vrijloopkoppelingen waardoor u de maaimachine gemakkelijker achteruit kunt trekken als u de wielaandrijving uitschakelt. Om de koppelingen uit te schakelen, duwt u de maaimachine minstens 2,5 cm vooruit, nadat u de wielaandrijving hebt uitgeschakeld. Note: Gebruik de hulpstartknop niet om een warme motor die maar kort heeft uitgestaan weer te starten. Bij koud weer kan echter gebruik van de hulpstartknop ook in die situatie nodig zijn. 4.
Maaien met de graszak De graszak gebruiken De graszak monteren Warning 1. Wacht tot alle bewegende delen tot stilstand gekomen zijn. Door een versleten graszak kunnen steentjes en andere voorwerpen worden uitgeworpen in de richting van de bestuurder of de omstanders. Uitgeworpen voorwerpen kunnen ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen aan de bestuurder of omstanders. 2.
Tips voor bediening en gebruik Warning • Neem de veiligheidsinstructies goed door en lees deze handleiding zorgvuldig, voordat u met de maaimachine gaat werken. Als de motor van de maaimachine tijdens het maaien sneller loopt dan de fabrieksinstelling, kan de machine een stuk van het mes of een motoronderdeel uitwerpen in de richting van de gebruiker of de omstanders. Dit kan ernstig lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken.
• Als de maaimachine de bladeren niet fijn genoeg maakt, is het beter om wat langzamer te maaien. Bladeren fijnmaken • Na het maaien moet altijd 50 % van het gazon zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan meerdere rondgangen over de bladeren vereisen. • Als u veel eikenbladeren fijnmaakt, kunt u in het voorjaar kalk op het gazon strooien. Dit vermindert de zuurgraad van de eikenbladeren.
Caution Als u de kabel op de bougie laat zitten, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Verwijder de bougiekabel van de bougie alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. Druk de kabel opzij, zodat deze niet onbedoeld contact kan maken met de bougie.
2. Maak de bougiekabel los van de bougie (Fig. 10). Important U mag het schuimelement of het papierelement nooit bestrijken met olie. Reinig het papierelement niet met perslucht. 3. Maak de moer op het steunblok los (Fig. 17). 1 8. Schuif het schuimelement voorzichtig over het paperelement (Fig. 15). 2 9. Monteer het luchtfilterdeksel (Fig. 15). 3 10. Zet het luchtfilterdeksel stevig vast met de twee knoppen (Fig. 15). 4 5 Important Zet de motor niet aan zonder luchtfilter.
Wielaandrijving smeren Olie aftappen boven maaidek (voorkeursmethode) Om de 25 bedrijfsuren of aan het einde van het seizoen moeten de aandrijfwielen worden gesmeerd. 1. Verwijder de graszak. 2. Maak de bougiekabel los van de bougie (Fig. 10). 1. Smeer twee à drie druppels dunvloeibare olie op de binnenkant van de voorwielen en op de buitenkant van alle wielbouten. 3. Tap de benzine af uit de brandstoftank; zie Benzine aftappen uit de brandstoftank, blz. 19. 2.
Olie aftappen onder het maaidek (optionele methode) 8. Vul het carter met nieuwe olie, totdat het peil de Full (vol)-markering op de peilstok bereikt. Zie Het carter vullen met olie, blz. 7. Note: Hiervoor hebt u een 3/8” dopsleutelverlengstuk nodig. 9. Plaats de peilstok. 10. Neem eventueel gemorste olie op. Warning 11. Sluit de bougiekabel aan op de bougie. 12. Voer de oude olie af volgens de plaatselijk geldende voorschriften.
Het mes controleren Het maaimes verwijderen Controleer voorzichtig het maaimes op scherpte en slijtage, in het bijzonder op de plaats waar het platte en het gekromde deel samenkomen (Fig. 22A). Omdat het metaal dat het platte en gekromde deel van het mes verbindt, kan wegslijten door zand en ander schurend materiaal, moet u dit steeds controleren voordat u gaat maaien. Als u een gleuf of slijtplek ziet (Fig. 22B en 22C), moet u het mes vervangen; zie Het maaimes verwijderen, blz. 18. 1 1.
Balanceren van het mes Het koelsysteem reinigen 1. Controleer de balans van het mes door het gat in het midden van het mes boven een spijker of de steel van een schroevendraaier te houden, die horizontaal in een bankschroef is geklemd (Fig. 25). Om de 100 bedrijfsuren of aan het begin van het seizoen moeten vuil en haksel dat aan de cilinder, de koelvinnen van de cilinderkop, en rond de carburateur en de verbinding is blijven zitten, worden verwijderd.
De motor gebruiksklaar maken Stalling 1. Terwijl de motor nog warm is, ververst u de olie in het carter. Zie Het carter vullen met olie op blz. 16. Om de maaimachine klaar te maken voor de stalling buiten het maaiseizoen moeten de aanbevolen onderhoudsprocedures worden uitgevoerd. Zie Onderhoud, blz. 13. 2. Verwijder de bougie (Fig. 10). 3. Giet met een olieblik ongeveer een eetlepel olie in het bougiegat. Stal de maaimachine op een koele, schone en droge plaats.
Na de stalling Warning Onjuist in- of uitklappen van de handgreep kan bekneld raken, uitrekken of andere beschadiging van een of meer kabels veroorzaken. Geknikte, uitgerekte of beschadigde kabels kunnen storingen veroorzaken, waardoor een onveilige situatie ontstaat. • Bekneld raken, uitrekken of andere beschadiging van de kabels voorkomen. • Let goed op de kabels bij in- of uitklappen van de handgreep. • De maaimachine niet gebruiken als één of meer kabels geknikt, uitgerekt of beschadigd zijn.
Storingen, oorzaak en remedie Uw maaimachine is ontworpen en gefabriceerd voor een probleemloze werking. Controleer zorgvuldig de volgende onderdelen en artikelen, en zie Onderhoud, blz. 13 voor meer informatie. Indien een probleem zich blijft voordoen, moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer. Probleem Motor start niet Motor start moeilijk of verliest g vermogen De motor loopt onregelmatig Mogelijke oorzaken Remedie 1. Brandstoftank leeg of oude benzine in het brandstofsysteem. 1.
Probleem De maaimachine of de motor trilt abnormaal Ongelijkmatig maaipatroon Afvoertunnel verstopt De zelfaandrijving van de maaimachine werkt niet Mogelijke oorzaken Remedie 1. Het mes is verbogen of uit balans. 1. Balanceer het mes. Vervang het mes als het is verbogen. 2. De mesbout zit los. 2. Draai de mesbout vast. 3. De onderkant van het maaidek is bedekt met maaisel en vuil. 3. Reinig de onderkant van het maaidek. 4. De bevestigingsbouten van de motor zitten los. 4.