Operator's Manual
WAARSCHUWING
Hetehydraulischevloeistofkanernstige
brandwondenveroorzaken.
Laatdehydraulischevloeistofafkoelenvoordat
uonderhoudswerkzaamhedenverrichtaanhet
hydraulischesysteem.
1.Schakeldeaftakasuitensteldeparkeerremin
werking.
2.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatude
bedieningspositieverlaat.
Belangrijk:Gebruiktervervanginggeenlter
voormotorolieomdatditernstigeschadeaan
hethydraulischesysteemkanveroorzaken.
3.Verwijderdedopvanhethydraulischereservoiren
bedekdeopeningtijdelijkmeteenplasticzaken
eenelastiekjeomtevoorkomendatallehydraulische
vloeistofnaarbuitenstroomt.
4.Ganaarhetbrandstoflteronderdehydraulische
tankenplaatseenopvangbakonderhetlter
(
Figuur49).
Figuur49
5.Verwijderhetoudelterenveegdepakkingvande
ltertussenstukschoon(
Figuur50).
6.Smeereendunlaagjehydraulischevloeistofopde
rubberenpakkingvanhetnieuwelter.
7.Monteerhetnieuwehydraulischelterophet
ltertussenstuk.Niettevastaandraaien.
8.Verwijderdeplasticzakvandeopeninginde
reservoirenlaathetltervollopenmethydraulische
vloeistof.
9.Alshethydraulischeltervolis,moethetlter
rechtsomdraaientotdatderubberenpakkingcontact
maaktmethetltertussenstuk.Draaihetlter
vervolgensnogeens1/2slag(Figuur50).
Figuur50
1.Hydraulischelter
3.Tussenstuk
2.Pakking
10.Neemgemorstevloeistofop.
11.Controleerdevloeistofinhetreservoirenvulbij
metvloeistoftotdathetpeildeKOUD-markering
opdekeerplaatbereikt.
Belangrijk:Gebruikdevoorgeschreven
vloeistofofeengelijkwaardigproduct.Andere
vloeistoffenkunnenschadeaanhetsysteem
veroorzaken.
12.Startdemotorenlaatdezeongeveertweeminuten
lopenomluchtuithetsysteemteverwijderenZet
demotorafencontroleeropolielekkages.Alseen
ofbeidewielennietwillendraaien,zieHydraulische
systeemontluchten.
13.Controleernogmaalshetpeilenvulindiennodigbij.
Niettevolvullen.
Hydraulischesysteemontluchten
Hettractiesysteemontluchtzichzelf,maarhetkan
noodzakelijkzijnhetsysteemteontluchtenalsde
vloeistofwordtververstofnadaterwerkzaamhedenzijn
verrichtaanhetsysteem.
1.Schakeldeaftakasuitensteldeparkeerremin
werking.
2.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatude
bedieningspositieverlaat.
3.Krikdeachterkantvandemachineomhoogtotdat
deaandrijfwielenvrijvandegrondkomen.
4.Startdemotorenzetdegashendelopstationair
toerental.
Alshetaandrijfwielnietronddraait,kuntuhet
systeemontluchtendoorhetwielvoorzichtignaar
vorentedraaien.
39










