Form No. 3438-843 Rev B Cirkelmaaiers van 152, 157 en 183 cm Groundsmaster® 360- en 7200-serie tractie-eenheid Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) 30353—Serienr.: 30353—Serienr.: 30456—Serienr.: 30457—Serienr.: 30481—Serienr.: 30481—Serienr.
De maaier met modelnummer 30456 voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen als de CE-conformiteitsset (model 30658) wordt gemonteerd op de maai-eenheid. Modelnummer 30353 vereist de CE-conformiteitsset model 30685, 30457 vereist CE-conformiteitsset 30683, 30481 vereist CE-conformiteitsset 30679. Zie voor bijkomende details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.
Veiligheid Controlelijst voor dagelijks onderhoud .............. 16 Smering ............................................................ 17 Drijfriemen van maaimessen vervangen ........... 19 Onderhoud van de maaimessen ....................... 19 Schoonmaken onder de maai-eenheid ............. 23 Stalling .................................................................... 24 Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de B71.
Veiligheid van de maai-eenheid • De maai-eenheid is slechts een volledige machine wanneer deze gemonteerd is op een tractie-eenheid. Lees de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid zorgvuldig voor de volledige instructies over het veilig gebruik van de machine. • Stop de machine, verwijder het sleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u het werktuig controleert nadat u een voorwerp heeft geraakt of de machine abnormaal begint te trillen.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal93-6687 93-6687 1. Niet hierop stappen. decal93-7818 93-7818 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voor instructies om de mesbout/moer vast te zetten met een torsie van 115–149 N·m. decal93-6696 93-6696 1. Opgeslagen energie – Lees de Gebruikershandleiding.
decal133-8061 133-8061 decal112-1461 112-1461 1. Geleiding van drijfriem decal117-4979 117-4979 1. Ledematen kunnen worden gegrepen – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen en houd alle beschermende delen op hun plaats. decal120-6604 120-6604 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders uit de buurt van de machine. 2. Handen of voeten kunnen worden (af)gesneden, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen en houd alle beschermende delen op hun plaats. 3.
Montage De bestaande maai-eenheid verwijderen (indien aanwezig) Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. 1. Het afstandsstuk van het pedaal monteren Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak met de maai-eenheid volledig omhooggebracht. Schakel de motor uit, schakel de parkeerrem in, en verwijder het contactsleuteltje.
B. 3. Schuif voorzichtig de bevestigingspen uit het draagframe en de trekkoppeling (Figuur 4). A. Verwijder de rolpen uit het eindjuk en de as van de tandwielkast (Figuur 6). Let met het oog op de hermontage op de locatie van de maaihoogtepen in de maaihoogtebeugel (Figuur 5). Verwijder de maaihoogtepen uit de maaihoogtebeugel. g012230 Figuur 6 1. Aandrijfas 3. Rolpen 2. Inbusbouten en borgmoeren 4. Tandwielkast B. Draai de 2 inbusbouten en borgmoeren los (Figuur 6). C.
4. C. Bevestig het eindjuk van de aandrijfas met de rolpen aan de as van de tandwielkast (Figuur 6). D. Draai de borgmoeren vast om het eindjuk aan de as van de tandwielkast te bevestigen (Figuur 6). Draai de borgmoeren vast met een torsie van 20 tot 25 N·m. 6. Draai het mes op elke as totdat de uiteinden in de lengterichting liggen. 7. Meet de afstand van de grond tot de voorste rand van het mes. 8.
Gebruiksaanwijzing 7) vastzitten om de achterkant van de maai-eenheid hoger te zetten, zodat de schuinstand 8 tot 11 mm is. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Afstelling Maaihoogte instellen De maaihoogte kan worden ingesteld van 2,5 tot 15,8 cm in stappen van 6 mm door de aanslagpen in verschillende openingen te plaatsen. 1.
stellen. De onderste openingen worden gebruikt als de glijders op een Guardian maaier worden omgewisseld, waarbij zij de bovenste openingen op de andere kant van de maai-eenheid worden. plus 18 mm. Voor de stand van 15,8 cm is er slechts 1 opening, deze bevindt zich in de tweede rij. Hiermee wordt de stand van 15,8 cm niet verhoogd met 6 mm. 4. Stel de antiscalpeerrollen en glijders naar wens af. 6. Draai de schroef vooraan elke glijder aan tot 9 à 11 N·m.
g004658 Figuur 11 g004487 1. 38 mm 2. 51 mm 5. 3. 64 mm 4. 76 mm en hoger Figuur 12 Alle maai-eenheden 1. Voorrol Monteer de flensmoer, de lagerbus, het afstandsstuk en de bout. Vastdraaien met een torsie van 54 tot 61 Nm (Figuur 10). 2. Rolas Rollen instellen Monteer de rollen in de laagste stand als de machine wordt gebruikt bij een maaihoogte van meer dan 64 mm en in de hoogste stand als de machine wordt gebruikt bij een maaistand van minder dan 64 mm. 1.
Tips voor bediening en gebruik SNEL-stand gashendel/Rijsnelheid Om tijdens het maaien genoeg vermogen voor de machine en het maaidek te behouden, moet u de gashendel op Snel zetten en uw rijsnelheid aanpassen aan de omstandigheden. Verlaag de rijsnelheid als de belasting van de maaimessen verhoogt. Verhoog de rijsnelheid als de belasting van de messen verlaagt. Maairichting Maai afwisselend in verschillende richtingen om te voorkomen dat er na verloop van tijd voren op de grasmat ontstaan.
De maai-eenheid schoonhouden Verwijder na elk gebruik maaisel en vuil van de onderkant van de maai-eenheid. Als zich gras en vuil in de maai-eenheid ophopen, leidt dat uiteindelijk tot een onbevredigend maairesultaat. Houd de motor, geluiddemper, accubehuizing, parkeerrem, maaidekken en de brandstofopslagplaats vrij van overtollig vet, gras en bladeren om het risico op brand te verminderen. Neem gemorste olie of brandstof meteen op.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker– en rechterzijde van de machine. WAARSCHUWING Als u de machine opkrikt en op slechts één krik laat steunen terwijl u onder de maai-eenheid werkt, bestaat de kans dat de krik omvalt zodat het maaidek naar beneden valt waarbij u of omstanders worden verpletterd. Plaats de machine altijd op minstens 2 assteunen als u de machine hebt opgekrikt.
Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na de eerste 50 bedrijfsuren Bij elk gebruik of dagelijks Om de 50 bedrijfsuren Onderhoudsprocedure • De conditie van de drijfriemen van de maaimessen op de maai-eenheid controleren. • De maaimessen controleren. • Maak de maai-eenheid schoon. • Vet in de smeernippels van de lagers en lagerbussen spuiten. Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma.
Smering wordt gebruikt. Bij gebruik in deze omstandigheden kan er vuil terechtkomen in de lagers en lagerbussen, hetgeen tot snellere slijtage kan leiden. Pomp vet in de smeernippels onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht het voorgeschreven interval. Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren De machine is voorzien van smeerpunten die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet op lithiumbasis.
g004646 Figuur 19 Opmerking: De levensduur van lagers kan worden bekort door verkeerde wasmethoden. Was de machine niet als deze nog heet is en richt een hogedruk- of hogevolumespuit nooit op de lagers of pakkingen.
Drijfriemen van maaimessen vervangen Onderhoud van de maaimessen Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor scherpe maaimessen. Scherpe messen snijden het gras goed af zonder het te scheuren of te kwetsen. Door scheuren en kwetsen wordt het gras bruin aan de randen, waardoor het langzamer groeit en gevoeliger is voor ziekten. De drijfriemen van de maaimessen, die worden gespannen door de veerbelaste spanpoelie, zijn vervaardigd van zeer duurzaam materiaal.
Controle op kromme messen GEVAAR Als het mes gaat slijten, kan er een groef ontstaan tussen de vleugel en het platte deel van het mes. Uiteindelijk kan dan een stuk van het mes afbreken en van onder de maaikast worden weggeslingerd waardoor de bestuurder of een omstander ernstig letsel kan oplopen. • Controleer op gezette tijden het maaimes op slijtage of beschadigingen. • Probeer nooit een krom mes te richten of een gebroken of gescheurd mes te lassen. • Vervang een versleten of beschadigd mes. 1.
oorspronkelijke hoek in stand. Het mes blijft in balans als u van beide snijranden dezelfde hoeveelheid materiaal verwijdert. WAARSCHUWING Een krom of beschadigd mes kan breken en u of omstanders ernstig letsel toebrengen. • Vervang altijd een krom of beschadigd mes door een nieuw mes. • Vijl of maak nooit scherpe inkepingen in de snijranden of het oppervlak van het mes. g000276 Figuur 23 Maaimessen verwijderen 1.
8. Draai aan de contramoeren waarmee de gaffels/kettingen van de maai-eenheid zijn bevestigd aan de maaier, totdat de maai-eenheid horizontaal staat (Figuur 26). g004480 Figuur 25 1. As 3. Antiscalpeerplaat 2. Vleugel van het mes 4. Mesbout 3. Draai de mesbout vast met een torsie van 115-150 N·m. g325709 Figuur 26 Ongelijke meshoogte corrigeren 1. Voorste gaffelketting maaier 2. Achterste gaffelketting maaier 3. Ketting Als maaibanen ongelijk worden gemaaid, moet u dit als volgt corrigeren: 1.
1. 2. Breng de maai-eenheid omlaag naar de grond, zet de gashendel op LANGZAAM, schakel de motor uit, stel de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje. Verwijder elke dag het aangekoekte gras aan de onderkant van de maai-eenheid. Verwijder de borgmoer, bout, veer en afstandsstuk waarmee de bevestigingen van de grasgeleider vastzitten op de draaibeugels (Figuur 27). Verwijder een beschadigde of versleten grasgeleider. g004485 Figuur 27 1. Bout 2. Afstandsstuk 5. Gemonteerde veer 6.
Stalling 1. Schakel de aftakas uit, laat het tractiepedaal naar de neutraalstand komen en stel de parkeerrem in werking. 2. Zet de gashendel in de stand LANGZAAM, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat. 3. Laat de motor afkoelen voordat u de machine afstelt, schoonmaakt, stalt of repareert. 4.
Opmerkingen:
Inbouwverklaring The Toro Company, 8111 Lyndale Ave. South, Bloomington, MN, VS verklaart dat de volgende eenheid/eenheden voldoet/voldoen aan de vermelde richtlijnen als ze volgens de bijgeleverde instructies gemonteerd worden op bepaalde Toro machines, zoals beschreven in de relevante conformiteitsverklaringen. Modelnr.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro garantie Garantie gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.