Form No. 3383-121 Rev A Cirkelmaaier van 183 cm Cirkelmaaier van 157 cm Cirkelmaaier van 152 cm Groundsmaster® 360- en 7200-serie tractie-eenheid Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) 30353—Serienr.: 30354—Serienr.: 30456—Serienr.: 30457—Serienr.: 30481—Serienr.
Maaiers met modelnummers 30353, 30457 en 30354 voldoen aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen. De maaier met modelnummer 30456 voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen als de CE-conformiteitsset, onderdeelnr. 117-9248, wordt gemonteerd op de maaier. Zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Figuur 1 1.
Veiligheid • Vervang defecte geluiddempers/knalpotten. • Als een machine uitgerust is met een maaier dient u voor gebruik altijd de messen, mesbouten en maai-inrichting visueel te controleren op slijtage en beschadiging. Vervang versleten of beschadigde messen en bouten altijd als complete set om een goede balans te behouden. Veilige bediening De volgende instructies zijn ontleend aan CEN-norm EN 836:1997 en ANSI B71.4-2012. Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen.
• Houd de motor, geluiddemper, accubehuizing en de • Denk eraan dat elke helling gevaarlijk is. Het rijden • • • • • • • • • • brandstofopslagplaats vrij van overtollig vet, gras en bladeren om brandgevaar te verminderen. op met gras begroeide hellingen vereist bijzondere zorgvuldigheid.
• Accugassen kunnen ontploffen. Houd sigaretten, vonken • Verwijder obstakels zoals stenen, boomtakken, enz. uit en open vuur uit de buurt van de accu. het werkgebied, of markeer deze. In hoog gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar. • Gebruik altijd originele Toro-onderdelen zodat de originele standaarden worden gehandhaafd. • Let op greppels, kuilen, stenen, gaten en verhogingen in het maaigebied die de werkhoek veranderen, omdat de machine kan omkantelen op oneffen terrein.
93-6687 1. Niet hierop stappen. 93-6697 1. Lees de Gebruikershandleiding. 2. Vul om de 50 bedrijfsuren bij met SAE 80w-90 (API GL-5) olie. 120-6604 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders uit de buurt van de machine. 2. Handen of voeten kunnen worden (af)gesneden, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen en houd alle beschermende delen op hun plaats. 93–6696 1. Opgeslagen energie – Lees de Gebruikershandleiding. 3.
Montage Instructiemateriaal en aanvullende onderdelen Omschrijving Hoeveelheid Gebruik 1 1 1 Lees het materiaal en bewaar het op een geschikte plaats. Onderdelencatalogus Gebruikershandleiding Certificaat van Integriteit en Naleving Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. VOORZICHTIG Wees voorzichtig bij het losmaken van de trekkoppelingen. De torsieveren van de trekkoppelingen kunnen deze laten draaien tijdens het verwijderingsproces.
2. Monteer de (4) gaffelpennen en ringpennen waarmee de hefkettingen van het maaidek aan de afstelgaffels op het maaidek zijn bevestigd (Figuur 2). 3. Maak het eindjuk van de aandrijfas vast aan de tandwielkast van het maaidek: A. Zorg ervoor dat de sleuf en de rolpengaten van het aandrijfasjuk overeenkomen met de as van de tandwielkast. B. Schuif het aandrijfaseindjuk op de as van de tandwielkast. C. Bevestig het eindjuk van de aandrijfas met de rolpen aan de as van de tandwielkast (Figuur 4). D.
6. Draai het mes op elke as totdat de uiteinden in de lengterichting liggen. Gebruiksaanwijzing 7. Meet de afstand van de grond tot de voorste rand van het mes. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. 8. Draai aan de contramoeren waarmee de gaffels/kettingen van het maaidek zijn bevestigd aan het maaidek, totdat het maaidek horizontaal staat (Figuur 5).
De glijder(s) afstellen 2. Zet de gashendel op Langzaam, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat. Monteer de glijders in de laagste stand als de machine wordt gebruikt bij een maaihoogte van meer dan 64 mm en in de hoogste stand als de machine wordt gebruikt bij een maaistand van minder dan 64 mm. 3.
Rollen instellen Monteer de rollen in de laagste stand als de machine wordt gebruikt bij een maaihoogte van meer dan 64 mm en in de hoogste stand als de machine wordt gebruikt bij een maaistand van minder dan 64 mm. 1. Schakel de aftakas uit, laat het tractiepedaal los en stel de parkeerrem in werking. 2. Zet de gashendel op Langzaam, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
Kies de juiste maaihoogte-instelling voor de omstandigheden Verwijder bij het maaien ongeveer 2,5 cm of niet meer dan 1/3 van de grassprieten. Bij zeer lang, mals en dicht gras moet u wellicht de snelheid aanpassen en/of de maaihoogte-instelling een stap omhoog zetten.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. WAARSCHUWING Als u de machine opkrikt en op slechts op de krik laat steunen terwijl u onder het maaidek werkt, bestaat de kans dat de krik omvalt zodat het maaidek naar beneden valt waarbij u of omstanders worden verpletterd. Plaats de machine altijd op minstens 2 kriksteunen als u de machine hebt opgekrikt.
Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 50 bedrijfsuren Bij elk gebruik of dagelijks Om de 50 bedrijfsuren • Controleer de bandenspanning. • De conditie van de drijfriemen van het maaidek controleren. • De maaimessen controleren. • Reinig het maaidek. • Vet in de smeernippels van de lagers en lagerbussen spuiten. Controlelijst voor dagelijks onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di.
Smering in zeer stoffige en vuile omstandigheden wordt gebruikt. Bij gebruik in deze omstandigheden kan er vuil terechtkomen in de lagers en lagerbussen, hetgeen tot snellere slijtage kan leiden. Pomp vet in de smeernippels onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht het voorgeschreven interval. Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren 1. Veeg de smeernippels schoon zodat er geen ongerechtigheden kunnen binnendringen in het lager of de lagerbus.
Figuur 17 Opmerking: De levensduur van lagers kan worden bekort door verkeerde wasmethoden. Was de machine niet als deze nog heet is en richt een hogedruk- of hogevolumespuit nooit op de lagers of pakkingen.
Bandenspanning controleren 6. Smeer het dek volledig en de smeerpunten van de aandrijving van het dek. Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren 7. Plaats de drijfriemkappen terug. Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de voorgeschreven spanning hebben. De correcte spanning is 1,72 bar in de achterbanden en 1,03 bar in de voorbanden. Als de machine over een cabine beschikt, dienen zowel de voorals de achterbanden opgepompt te worden tot 1,72 bar.
2. Zet de gashendel op Langzaam, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat. GEVAAR Als het mes gaat slijten, kan er een groef ontstaan tussen de vleugel en het platte deel van het mes. Uiteindelijk kan dan een stuk van het mes afbreken en van onder de maaikast worden weggeslingerd waardoor de bestuurder of een omstander ernstig letsel kan oplopen.
Belangrijk: Het gebogen deel van het mes moet naar de binnenzijde van de maaikast wijzen om een goede maaikwaliteit te garanderen. vervanging nooit messen van andere fabrikanten omdat dit in strijd kan zijn met de veiligheidsnormen. WAARSCHUWING 2. Monteer de antiscalpeerplaat en de mesbout (Figuur 23). Contact met een scherp mes kan ernstig letsel veroorzaken. Draag handschoenen of wikkel een doek om de scherpe kanten van het mes. 1.
Grasgeleider vervangen 7. Meet de afstand van de grond tot de voorste rand van het mes. 8. Draai aan de contramoeren waarmee de gaffels/kettingen van het maaidek zijn bevestigd aan het maaidek, totdat het maaidek horizontaal staat (Figuur 24). WAARSCHUWING Als een uitwerpopening niet is afgesloten, kan de maaimachine voorwerpen in de richting van de bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u ook in contact komen met het mes.
Stalling Belangrijk: De grasgeleider moet volledig omlaag kunnen klappen. Til de grasgeleider omhoog om te controleren of deze volledig omlaag klapt. 1. Reinig het maaidek grondig en let daarbij speciaal op de volgende punten: Onderkant van het maaidek reinigen • Onder de maaier • De ruimte onder de drijfriemkappen van het maaidek Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks • Aftakas Verwijder elke dag het aangekoekte gras aan de onderkant van het maaidek. • Alle smeernippels en draaipunten 1.
Opmerkingen: 22
Inbouwverklaring The Toro Company, 8111 Lyndale Ave. South, Bloomington, MN, VS verklaart dat de volgende eenheid/eenheden voldoet/voldoen aan de vermelde richtlijnen als ze volgens de bijgeleverde instructies gemonteerd worden op bepaalde Toro-machines, zoals beschreven in de relevante gelijkvormigheidsattesten. Modelnr.: Serienr.
De garantie totaaldekking van Toro Beperkte garantie Gedekte voorwaarden en producten De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.