FORM NO. 3355–904 Modelnr. 30355–210000001 & hoger GEBRUIKERSHANDLEIDING 72” MAAIDEK MET ACHTERUITWORP Voor GroundsmasterR 3000 serie tractie-eenheden Het is van essentieel belang dat u of elke andere gebruiker van de machine eerst de handleiding leest en begrijpt alvorens de motor te starten. Hierdoor wordt maximale veiligheid, optimale maairesultaten en inzicht in het product verkregen.
INLEIDING Het 72” maaidek met achteruitworp is een geavanceerde machine waar het gaat om constructie, ontwerp en veiligheid, en biedt u, mits op de juiste manier onderhouden, uitstekende prestaties. Het is een product van hoogwaardige kwaliteit en TORO denkt daarom ook aan het toekomstig gebruik van de machine en de veiligheid van de gebruiker. Lees daarom deze handleiding om uzelf vertrouwd te maken met de instructies met betrekking tot de juiste assemblage, de bediening en het onderhoud.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Het veiligheidssymbool betekent VOORZICHTIG, WAARSCHUWING of GEVAAR – “instructie voor persoonlijke veiligheid”. Lees die instructie en zorg ervoor dat u die begrijpt omdat deze betrekking heeft op de veiligheid. Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk letsel.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES 13. Voordat u de motor start: A. Stel de parkeerrem in werking. B. Controleer of het tractiepedaal in de neutraalstand staat en de aftakas is uitgeschakeld. C. Zodra de motor start, zet u de parkeerrem vrij en haalt u uw voet van het tractiepedaal. De machine mag niet bewegen. Als dit wel het geval is, dan is de contraveer van de neutraalstand verkeerd afgesteld.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES 29. Alvorens het hydraulische systeem los te koppelen of werkzaamheden daaraan te verrichten, moet u alle druk in het systeem opheffen. Dit doet u door de motor af te zetten en de werktuigen neer te laten op de grond. 30. Als de motor moet lopen om onderhouds- of afstelwerkzaamheden uit te voeren, moet u uw kleding, handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de maaidekken, werktuigen en bewegende delen houden. 31.
VEILIGHEIDS- EN INSTRUCTIESTICKERS De volgende stickers bevinden zich op de machine. Als een sticker onleesbaar wordt of beschadigd raakt, moet u deze vervangen. Onderdeelnummers van de stickers worden hieronder en in uw onderdelencatalogus vermeld. Nieuwe exemplaren kunt u bestellen via een erkende Toro-dealer. Op de onderkant van de tandwielkast (Onderdeelnr. 93–6697) Smeerpunt Op de voorkant van het maaidek (Onderdeelnr. 93–7818) Komt in de plaats van sticker Onderdeelnr.
VEILIGHEIDS- EN INSTRUCTIESTICKERS Op de voorkant van het maaidek (Onderdeelnr. 66–6380) Op de achterkant van het maaidek (Onderdeelnr. 93–7828) Komt in de plaats van sticker Onderdeelnr. 66–6380 om te voldoen aan de Europese voorschriften GEVAAR! Veiligheidsscherm is niet gemonteerd. Niet gebruiken. Op de achterkant van het maaidek (Onderdeelnr. 93–4977) Op de voorkant van het maaidek (Onderdeelnr. 66–1340) Op de voorkant van het maaidek (Onderdeelnr. 93–7824) Komt in de plaats van sticker Onderdeelnr.
SPECIFICATIES Type: 72” maaibreedte, 3 maaimessen Maaihoogte: 25,4 tot 127 mm, instelbaar in stappen van 12,7 mm. Instelling voorkant met borgpen en groeven in zwenkwielas. Instelling achterkant met ophangbeugels en pen. Constructie: Kast is vervaardigd van 0,1046 mm staal en versterkt met 63,5 x 0,1345 mm hoekprofiel. Aandrijving van maaidek: De tandwielkast is op het maaidek gemonteerd en wordt aangedreven door een aftakas. De kracht wordt behulp van één B-profielsnaar overgebracht op de messen.
LOSSE ONDERDELEN OPMERKING: Gebruik deze lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Zonder deze onderdelen kan de montage niet worden uitgevoerd.
INSTRUCTIES VOOR DE ASSEMBLAGE MONTAGE VAN HET REMSCHERM (Fig. 1) 1. Verwijder de (2) tapbouten en (4) ringen waarmee de buitenrand van de linker bevestigingsplaat van de as is vastgezet. Opmerking: Op sommige modellen wordt ook een beugel van een plunjerschakelaar vastgezet met (1) van de tapbouten, zodat er maar (2) ringen worden gebruikt. 1 2 2. Monteer de bevestigingsplaat met (2) tapbouten en (2) ringen. Op elke tapbout moet een ring worden geplaatst tussen het remscherm en de bevestigingsplaat.
INSTRUCTIES VOOR DE ASSEMBLAGE HEFARMEN MONTEREN AAN MAAIDEK EN TRACTIE-EENHEID (Fig. 4–6) 1. Verstel de kogelverbinding in beide hefarmen totdat de afstand van het uiteinde van de hefarm tot het midden van de kogelverbinding 64 mm bedraagt. Draai de contramoer niet te vast aan. 3. Plaats het maaidek vóór de tractie-eenheid zodat de beugels van de kogelverbinding in één lijn met de montagegaten in de zwenkwielarmen staan.
INSTRUCTIES VOOR DE ASSEMBLAGE AANDRIJFAS BEVESTIGEN AAN TRACTIE- EENHEID (Fig. 7) TRANSPORTVERGRENDELING AFSTELLEN (Fig. 9) BELANGRIJK: De gaffels van de aandrijfas moeten exact in één lijn staan. 1. Start de tractie-eenheid, hef het maaidek op in de hoogst mogelijke positie en zet de motor af. 1. Draai de as totdat de gleuven in één lijn staan. Om de as te draaien, moet u een schroevendraaier in de universele verbinding steken. 2.
INSTRUCTIES VOOR DE ASSEMBLAGE ACHTERGEWICHTEN MONTEREN Overeenkomstig de norm van ANSI/OPEI B71.4–1999 moet de achterkant van de tractie-eenheid worden verzwaard en de tegendruk worden verhoogd. Gebruik onderstaande tabel om te bepalen welk gewicht en welke tegendruk zijn vereist. U kunt onderdelen bestellen bij een erkende Toro-dealer.
VÓÓR HET GEBRUIK SMEEROLIE VAN TANDWIELKAST CONTROLEREN (Fig. 10) De tandwielkast is ontworpen voor gebruik met SAE 80–90 tandwielolie. De tandwielkast is in de fabriek gevuld met olie; het oliepeil moet echter worden gecontroleerd voordat het maaidek voor de eerste keer wordt gebruikt. 1. Plaats de tractie-eenheid en het maaidek op een horizontaal oppervlak. 2. Verwijder de controleplug uit de zijkant van de tandwielkast en controleer of het oliepeil de onderkant van de opening bereikt.
VÓÓR HET GEBRUIK MAATWIELEN AFSTELLEN (Fig. 15) Opmerking: Als u het maaidek instelt op een maaihoogte van 25,4 mm, moeten de maatwielen in de hoogste stand worden gezet. 1. U stelt de maatwielen af door de vrijloopnaaf los te maken, de maatwielsteun op de gewenste hoogte te zetten en de vrijloopnaaf weer vast te draaien. Zorg ervoor dat de pennen van de maatwielsteun in de gaten in het maaidek zitten. SCHUINSTAND VAN MAAIDEK AFSTELLEN (Fig.
GEBRUIKSAANWIJZINGEN TIPS VOOR BEDIENING EN GEBRUIK 1. Maai als het gras droog is – Maai laat in de ochtend om dauw te vermijden waardoor het gras op kluitjes bij elkaar gaat zitten, of laat in de middag om te voorkomen dat het directe zonlicht het gevoelige, pas gemaaide gras schaadt. 2. Kies de juiste maaihoogte-instelling overeenkomstig de omstandigheden – Verwijder ongeveer 25 mm of niet meer dan 1/3 van de grassprieten bij het maaien.
SMERING LAGERS, LAGERBUSSEN EN TANDWIELKAST SMEREN (Fig. 18) Het maaidek moet regelmatig worden gesmeerd. Als de machine in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet u de lagers en lagerbussen van de zwenkwielen om de 8 bedrijfsuren of dagelijks smeren met Nr. 2 vet op lithium- of molydeenbasis voor algemene doeleinden, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. U moet direct na elke wasbeurt vet in de smeernippels spuiten, ongeacht de voorgeschreven interval. 1.
ONDERHOUD VOORZICHTIG 7. Draai de ontsluithendel omhoog en haal de asvergrendeling uit de gleuf in de hefarm van de tractie-eenheid. Om te voorkomen dat de motor tijdens onderhoudswerkzaamheden per ongeluk wordt gestart, moet u de motor afzetten en het sleuteltje uit het contact verwijderen. 5 1 MAAIDEK LOSKOPPELEN VAN TRACTIE-EENHEID (Fig. 19–21) 3 Opmerking: Werktuigen zijn zwaar en soms moeten zij door twee personen worden gehanteerd. 1.
ONDERHOUD 6. De eerste hefarm wordt als volgt bevestigd aan de tractie-eenheid: A. Verwijder de R-pen en de gaffelpen waarmee de grendelkap is bevestigd aan de hefarm. B. Draai de ontsluithendel omhoog. C. Schuif de hefarm van het maaidek op de hefarm van de tractie-eenheid en steek hierbij de asvergrendeling in de gleuf in de hefarm van de tractie-eenheid.
ONDERHOUD DRIJFRIEM VERVANGEN (Fig. 20–22) De drijfriem van het mes, die wordt gespannen door de veerbelaste spanpoelie, is vervaardigd van zeer duurzaam materiaal. De riem zal echter na vele bedrijfsuren tekenen van slijtage gaan vertonen. Tekenen dat een riem aan het slijten is zijn: gieren tijdens het draaien van de riem, als de messen slippen tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren. Vervang de riem als u deze zaken constateert. 1. Laat het maaidek neer op de grond.
ONDERHOUD ONDERHOUD VAN DE VOORSTE LAGERBUSSEN VAN DE ZWENKWIELVORKEN (Fig. 26) In de boven- en onderkant van de gietstukken van de zwenkwielvorken zitten lagerbussen gedrukt. Deze lagerbussen zullen na vele bedrijfsuren slijten. Om de lagerbussen te controleren, moet u de zwenkwielvork naar voren en naar achteren en van links naar rechts bewegen. Als de zwenkwielas los rond de lagerbussen zit, zijn de lagerbussen versleten en moeten deze worden vervangen. 1.
ONDERHOUD HET MAAIMES VERWIJDEREN (Fig. 28) Een mes moet worden vervangen als u een vast voorwerp heeft geraakt, of als het mes uit balans of krom is. Gebruik ter vervanging altijd originele TORO-messen zodat u zeker bent van een veilig gebruik en optimale prestaties. Gebruik nooit messen van andere fabrikanten, omdat deze gevaarlijk kunnen zijn. 1. Hef het maaidek op in de hoogste positie, zet de motor af en stel de parkeerrem in werking. 2.
ONDERHOUD 5. Controleer de snijranden van alle messen. Als de snijranden niet scherp zijn of bramen vertonen, moeten ze worden geslepen. Gebruik een vijl om de bovenkant van het mes te slijpen en de oorspronkelijke snijhoek te behouden en de beste resultaten te verkrijgen (Fig. 30). Controleer na het slijpen of het mes in balans is. UITSLUITEND SLIJPEN ONDER DEZE HOEK AANZICHT VAN HET UITEINDE Figuur 30 6.
ONDERHOUDSLIJST Datum 24 Uren Smering gebruikt
IDENTIFICATIE EN BESTELLING MODELNUMMER EN SEIRENUMMER Het maaidek heeft twee identificatienummers: een modelnummer en een serienummer. Beide nummers bevinden zich op een plaatje op de voorste buis van het maaidek, onder de kap. Vermeld in alle correspondentie betreffende het maaidek het modelnummer en het serienummer om ervoor te zorgen dat u de juiste informatie en vervangingsonderdelen krijgt. Als u vervangingsonderdelen bestelt bij een erkende TORO-dealer, moet u de volgende informatie geven: 1.
De Algemene Garantiebepalingen voor Toro–producten 2 jaar garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro–product (hierna: het “Product”) gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten* is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.