Form No. 3383-139 Rev A Groundsmaster® 7200 en 7210 maaier Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) 30360—Serienr.: 314000001 en hoger 30363—Serienr.: 314000001 en hoger 30363TC—Serienr.: 314000001 en hoger 30363TE—Serienr.: 314000001 en hoger 30461—Serienr.: 314000001 en hoger 30462—Serienr.: 314000001 en hoger 30464—Serienr.
verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. U kunt rechtstreeks contact opnemen met Toro op www.Toro.com voor informatie over producten en accessoires, om een dealer te vinden of om uw product te registreren.
Inhoud Luchtfilter controleren. ..........................................43 Motorolie verversen................................................43 Onderhoud brandstofsysteem .....................................45 Onderhoud van de waterafscheider ..........................45 Brandstoftank reinigen............................................45 Brandstofleidingen en -verbindingen.........................45 Het brandstofsysteem ontluchten .............................45 Injectors ontluchten...................
Veiligheid ◊ onjuist gebruik van de rem, ◊ het type machine is niet geschikt voor het specifieke werk, Machines met modelnummer 30461, 30462, 30363TC, 30363TE, 30464, 30465, of 30464TC voldoen minstens aan CEN-norm EN 836:1997 en de B71.4-2012 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), van kracht op het moment van productie. Machines met modelnummers 30360, 30363, 30467 en 30468 voldoen minstens aan de B71.
• Kleed u onmiddellijk om als er brandstof wordt gemorst • op uw kleding. Doe de brandstoftank nooit te vol. Plaats de brandstoftankdop en draai deze goed aan. • • Gebruiksaanwijzing • Let goed op, verminder uw snelheid en wees voorzichtig • • • • • • • • • • • als u een bocht maakt. Kijk achterom en naar links en naar rechts voordat u van richting verandert. Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte lopen, omdat zich daar giftige koolmonoxidedampen kunnen verzamelen.
• Gebruik altijd originele Toro-onderdelen zodat de • Vervang versleten of beschadigde onderdelen met het oog originele standaarden worden gehandhaafd. op een veilig gebruik. • Als het nodig is de brandstoftank af te tappen, doe dit • Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde werktuigen. dan buiten. De garantie kan komen te vervallen als werktuigen worden gebruikt die niet zijn goedgekeurd.
Geluidsdruk • Zorg ervoor dat u de veiligheidsgordel in een noodgeval snel kunt losmaken. Opmerking: De gegevens in dit hoofdstuk zijn uitsluitend van toepassing op machines waarop het EU-logo is aangebracht. Modellen 30363 TC en 30363 TE • Denk erom dat er geen omkantelbeveiliging is als de rolbeugel omlaag is geklapt. • Controleer het maaigebied en klap de omkantelbeveiliging nooit omlaag op golvend terrein, steile hellingen of in de buurt van aflopende waterkanten.
Gemeten trillingsniveau = 0,48 m/s2 Onzekerheidswaarde (K) = 0,5 m/s2 De gemeten waarden zijn bepaald volgens de procedures in EN 836.
Hellingsindicator G011841 Figuur 3 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. De maximale hellingshoek waarbij u de machine veilig kunt gebruiken is 15 graden. Gebruik het hellingsschema om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine bedient. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 15 graden. Langs de betreffende lijn van de aanbevolen hellingshoek vouwen. 2. Lijn deze rand uit met een verticaal oppervlak, bijvoorbeeld een boom, gebouw of hek. 3.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 107-2908 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen—Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 112-1461 2.
0-8254 1. Motor – Afzetten 2. Motor – Lopen 3. Motor – Starten 110-8253 1. Aftakas–Uitgeschakeld 4. Continu snelheidsregeling 2. Aftakas – Ingeschakeld 5. Langzaam 110-9796 3. Snel 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekeringen. 110-8252 1. Lees de Gebruikershandleiding. 3. Hydraulische vloeistof 5. Motorkoelvloeistof 2. Parkeerrem 4. Brandstof 6.
0-9196 1. Vooruit 3. Langzaam 5. Achteruit 2. Snel 4. Neutraalstand 6. Plaats van sleepklep; draai de sleepkleppen vast met een torsie van tot 6,78 ± 1,13 Nm. 7. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de hydraulische vloeistof. 100-6578 93-7818 1. Risico om gegrepen te worden, riem – Gebruik de machine nooit als de veiligheidsschermen of afdekplaten zijn verwijderd; zorg ervoor dat deze op hun plaats zitten; blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 1.
106-6755 1. Motorkoelvloeistof onder druk. 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Explosiegevaar – Lees de Gebruikershandleiding. 4. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 106-9206 1. Specificatie torsie van wielen 2. Lees de Gebruikershandleiding. 107-3069 1. Waarschuwing – Er is geen omkantelbeveiliging als de rolbeugel omlaag is geklapt. 2.
106-9290 1. Inputs 5. In stoel 2. Niet geactiveerd 6. Aftakasschakelaar 3. Uitschakeling bij te hoge temperatuur 7. Parkeerrem buiten werking 11. START 4. Waarschuwingslampje te hoge temperatuur 8. Neutraalstand 9. Outputs 10. Aftakas 13. Start 14. Vermogen 12. ETR (Activeren om te lopen) 110-9781 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Gevaar voor vergiftiging en risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden – Houd kinderen op veilige afstand van de accu. 3.
Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Explosiegevaar 107-1866 1. Gevaar voor kantelen, schuiven of verlies van controle, steile randen - maak geen scherpe bochten als u snel rijdt, maar vertraag en draai geleidelijk. Gebruik de machine niet in de buurt van steile randen, hellingen van meer dan 15 graden of water; blijf op een veilige afstand van steile randen. 2. Waarschuwing - draag geen veiligheidsgordel als de kantelbeugel omlaag geklapt is.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 6 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Geen onderdelen vereist – De rolbeugel afstellen. Wiel 1 Linker achterwiel monteren (uitsluitend modellen 30464TC en 30363TC) Geen onderdelen vereist – Controleer de bandenspanning. Geen onderdelen vereist – Monteer de gewichten Geen onderdelen vereist – Peil van hydraulische vloeistof, motorolie en koelvloeistof controleren.
1 2 De rolbeugel afstellen Linker achterwiel monteren (uitsluitend modellen 30464TC en 30363TC) Geen onderdelen vereist Procedure Benodigde onderdelen voor deze stap: 1. Maak de R-pennen los en verwijder de 2 pennen van de rolbeugel (Figuur 4). 1 Wiel Procedure 1 1. Plaats kriksteunen onder de linker achterkant van de machine. 4 2 2. Verwijder de wielmoeren van de montagetapeinden van het wiel 3 3. Trek de beugel en de verpakking van de wielnaaf. 4.
4 Gewichten monteren (conform EU-voorschriften) Geen onderdelen vereist Procedure Op machines met 183 cm maaidekken zonder werktuigen hoeven geen extra gewichten te worden gemonteerd om te voldoen aan de CE-normen. Soms moet u echter de machine verzwaren met gewichten, afhankelijk van de grootte/het type van het maaidek en de werktuigen die u op de machine monteert.
Algemeen overzicht van de machine 5 Vloeistofpeil controleren 3 4 5 Geen onderdelen vereist 6 4 2 Procedure 1. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof vóór het starten van de motor; zie Peil van het hydraulische systeem controleren. 2. Controleer het motoroliepeil vóór en na het starten van de motor, zie Motoroliepeil controleren. 3. Controleer het peil van de koelvloeistof vóór het starten van de motor; zie Het koelsysteem controleren.
Rijhendels Urenteller Met behulp van de rijhendels kunt u de machine vooruit- en achteruit laten rijden en bochten maken. Zie Met de machine rijden (bladz. 26). De urenteller registreert het aantal uren dat de motor in bedrijf is geweest. De urenteller werkt als het contactsleuteltje op Lopen staat Gebruik deze tijden om regelmatig onderhoudswerkzaamheden te plannen.
Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. VOORZICHTIG Deze machine stelt de gebruiker bloot aan geluidsniveaus van meer dan 85 dBA. Bij langdurige blootstelling kan dit leiden tot gehoorbeschadiging. Draag gehoorbescherming als u deze machine gebruikt.
• Het deel biodiesel van de brandstof moet voldoen aan de GEVAAR specificatie ASTM D6751 of EN 14214. In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die brandstofdampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Het dieselmengsel moet voldoen aan ASTM D975 of EN 590. • Gelakte oppervlakken kunnen worden beschadigd door biodiesel.
WAARSCHUWING Er is geen omkantelbeveiliging als de rolbeugel omlaag is geklapt. • Klap de rolbeugel uitsluitend omlaag als dit absoluut noodzakelijk is. • Doe de veiligheidsgordel niet om als de rolbeugel omlaag is geklapt. Figuur 9 • Rij langzaam en voorzichtig. 1. Onderkant van de vulbuis • Klap de rolbeugel omhoog zodra de ruimte dit toelaat. 5. Draai de tankdoppen stevig vast. Neem gemorste brandstof op. Opmerking: Vul de brandstoftanks na elk gebruik indien dit mogelijk is.
GEVAAR Bij maaien op nat gras of een steile helling bestaat de kans dat de wielen slippen en u de macht over de machine verliest. Wielen die over randen heen komen, kunnen tot gevolg hebben dat de machine omkantelt, hetgeen ernstig of dodelijk letsel dan wel verdrinking kan veroorzaken. Er is geen omkantelbeveiliging als de rolbeugel omlaag is geklapt. Figuur 11 1. Pen Houd de rolbeugel altijd in de omhoog geklapte en vergrendelde stand en doe de veiligheidsgordel om. 3. Montage-opening 2.
Parkeerrem vrijzetten VOORZICHTIG Duw de parkeerremhendel naar voren en naar beneden om de parkeerrem vrij te zetten (Figuur 14). Deze machine stelt de bestuurder bloot aan geluidsniveaus van meer dan 85 dBA. Bij langdurige blootstelling kan dit leiden tot gehoorbeschadiging. Draag gehoorbescherming als u deze machine gebruikt. Wij adviseren u beschermende uitrusting te gebruiken, zoals een veiligheidsbril, gehoorbescherming, veiligheidsschoenen en een helm.
6. Draai het contactsleuteltje naar rechts op Lopen (Figuur 16). stilstand zijn gekomen voordat u de bedieningspositie verlaat. 4. Verwijder het contactsleuteltje voordat u de machine vervoert of opslaat. Het indicatielampje van de gloeibougie gaat dan 6 seconden branden. Belangrijk: Verwijder het sleuteltje omdat de kans bestaat dat de brandstofpomp of accessoires in werking blijven waardoor de accu kan ontladen.
Bediening van het maaidek Opmerking: Hoe verder u de rijhendels beweegt (in beide richtingen), des te sneller zal de machine in de gewenste richting rijden. Het maaidek opheffen en neerlaten met de hefschakelaar Met de hefschakelaar kunt u het maaidek opheffen en neerlaten (Figuur 18). De motor moet lopen om deze hendel te kunnen bedienen. 1 Figuur 17 1. Rijhendel – onvergrendelde neutraalstand 2. Centrale onvergrendelde stand 3. Vooruit 4. Achteruit G020873 De machine stoppen Figuur 18 1.
Aftakas inschakelen Met de aftakasschakelaar kunt u de maaimessen en verschillende aangedreven werktuigen in- en uitschakelen. 1. Een koude motor moet u 5 tot 10 minuten warm laten worden voordat u de aftakas inschakelt. 2. Neem plaats op de bestuurdersstoel en zet de rijhendels in de neutraalstand. 1 3. Trek de aftakasschakelaar omhoog om de aftakas in te schakelen (Figuur 19). 2 Figuur 19 G020870 Figuur 20 1. Aftakasschakelaar 1. Aanslagpen Aftakas uitschakelen 2. Aanslag voor maaihoogte 4.
Figuur 21 1. Schroef 3. Glijder 2. Flensbout 4. Moer Figuur 22 1. Flensmoer 2. Lagerbus 4. Verwijder de flensbout en de moeren van elke glijder. 5. Zet de glijders in de gewenste stand en zet ze vast met de flensbouten en de moeren. 4. Afstandsstuk 5. Bout 3. Antiscalpeerrol Opmerking: Gebruik uitsluitend de bovenste of middelste openingen om de glijders af te stellen.
2. Zet de gashendel op Langzaam, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat. 3. Hef de voorkant van de machine op en plaats deze op kriksteunen. 4. Maak de bevestigingen los waarmee de rollen vastzitten aan het maaidek, en zet de rollen naar wens hoger of lager; zie Figuur 24 tot en met Figuur 28 voor zover van toepassing op uw maaidek. Figuur 26 Uitsluitend Guardian-maaidekken 1. Bout 2.
Veiligheidssysteem testen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Controleer de werking van het veiligheidssysteem telkens voordat u de machine in gebruik neemt. Als het veiligheidssysteem niet werkt zoals hieronder wordt beschreven, moet u het direct laten repareren door een erkende servicedealer. 1. Neem plaats op de bestuurdersstoel, stel de parkeerrem in werking en schakel de aftakas in. Probeer de motor te starten; de motor mag nu niet gaan draaien. 2.
Bestuurdersstoel instellen De bestuurdersstoel verstellen U kunt de stoel naar voren en naar achteren verschuiven. De stand van de stoel moet zo zijn dat u de machine het best kunt bedienen en dat u comfortabel zit. 1. Om de bestuurdersstoel in te stellen, moet u de instelhendel zijwaarts bewegen. Hiermee ontgrendelt u de stoel (Figuur 31). Figuur 29 1. Kap op zijpaneel 2. Vergrendelingen Op de SCM zitten 11 LED's die gaan branden om verschillende systeemcondities aan te geven.
1 Figuur 32 1. Knop voor stoelophanging 2. Instelling gewicht van bestuurder De rugleuning verstellen G020871 Figuur 33 De rugleuning kan worden versteld zodat u kunt rijden in een comfortabele stand. Zet de rugleuning in een stand die voor u het meest comfortabel is. 1. Stoelvergrendeling Om de rugleuning te verstellen, draait u de knop onder de rechter armsteun in een van beide richtingen om de meest comfortabele positie te verkrijgen (Figuur 31).
moet u de aanhanger of vrachtwagen zo plaatsen dat deze lager op de helling staat en de hellingbaan hoger op de helling. Hierdoor wordt de hoek die de hellingbaan maakt, zo klein mogelijk. De aanhanger of de vrachtwagen moet zo horizontaal mogelijk staan. Belangrijk: Probeer de machine niet te keren als deze op de hellingbaan staat; u kunt de controle verliezen en de kans bestaat dat de machine van de zijkant van de hellingbaan afrijdt.
1 Figuur 35 1. Aanhanger 3. Niet groter dan 15 graden 2. Volledige oprijplaat 4. Volledige oprijplaat – zijaanzicht Transport van de machine G020874 Figuur 36 WAARSCHUWING 1. Bevestigingspunt (linkerkant getoond). Deelname aan het wegverkeer zonder richtingaanwijzers, verlichting, reflectoren of een bord met de aanduiding "Langzaam rijdend voertuig", is gevaarlijk en kan leiden tot ongelukken die lichamelijk letsel veroorzaken. 2.
Gras niet te kort afmaaien Als de maaibreedte van het maaidek groter is dan die van het maaidek dat u voorheen gebruikte, zet u de maaihoogte één stand hoger. Hierdoor voorkomt u dat oneffenheden te kort worden afgemaaid. Selecteer de juiste maaihoogteinstelling Verwijder bij het maaien ongeveer 25 mm of niet meer dan 1/3 van de grassprieten. Bij zeer lang, mals en dicht gras moet u wellicht de snelheid aanpassen en/of de maaihoogte-instelling een stap omhoog zetten.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker– en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 10 bedrijfsuren • Bevestigingsbouten van het frame aandraaien. • Wielmoeren aandraaien. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Smeerolie van tandwielkast van maaidek verversen. • Ververs de motorolie en vervang het filter. Na de eerste 200 bedrijfsuren • Hydraulische filter vervangen en hydraulische vloeistof verversen.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Zo.
Aantekening voor speciale aandachtsgebieden Controle uitgevoerd door: Item Datum Informatie VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
1. Veeg de smeernippels schoon zodat er geen ongerechtigheden kunnen binnendringen in het lager of de lagerbus. Figuur 38 en Figuur 39 tonen de plaatsen van de smeernippels. Belangrijk: De smeernippels op de assen van de zwenkwielen worden niet getoond. Pomp ook vet in deze smeernippels. 2. Spuit vet in de nippels. 3. Veeg overtollig vet weg.
Figuur 39 Smeerolie van tandwielkast van maaidek controleren Opmerking: De levensduur van lagers kan worden bekort door verkeerde wasmethoden. Was de machine niet als deze nog heet is en richt een hogedruk- of hogevolumespuit nooit op de lagers of pakkingen. Onderhoudsinterval: Om de 150 bedrijfsuren 1. Plaats het maaidek op een horizontaal oppervlak. Smeerolie van tandwielkast van maaidek controleren. 2. Laat het maaidek zakken tot een maaihoogte van 2,5 cm. 3.
9. Vul de tandwielkast met voldoende olie, ongeveer 283 ml, totdat het peil tussen de markeringen op de peilstok staat. 5. Til de voetsteun omhoog zodat de bovenkant van het maaidek zichtbaar is. 6. Verwijder de peilstok/vulplug op de bovenkant van de tandwielkast (Figuur 40) en controleer of het peil van de tandwielolie tussen de merktekens op de peilstok staat. Opmerking: Giet de tandwielkast niet te vol: dit kan de tandwielkast beschadigen. Figuur 40 1. Vulplug en peilstok 7.
Onderhoud motor 4. Verwijder en vervang het voorfilter (Figuur 41). Belangrijk: Reinig nooit een gebruikt element omdat dit kan leiden tot beschadiging van de filtermedia. Luchtfilter controleren. 1. Controleer de luchtfilterbehuizing op beschadigingen die een luchtlek zouden kunnen veroorzaken. Vervang een beschadigde luchtfilterbehuizing. Controleer het gehele luchtinlaatsysteem op lekken, beschadiging of losse slangklemmen. 5.
Opmerking: Toro Premium motorolie is verkrijgbaar bij uw dealer met een viscositeit van 15W-40 of 10W-30. Zie de onderdelencatalogus voor de onderdeelnummers. 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Open de motorkap. 3. Plaats een opvangbak onder het carter en recht onder de aftapplug (Figuur 43). 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat het maaidek neer, zet de gashendel op Langzaam, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje uit het contact. 2. Open de motorkap. 3.
Onderhoud brandstofsysteem 5. Smeer schone olie op de pakking van de filterbus. 6. Monteer de filterbus met de hand totdat de pakking contact maakt en draai deze vervolgens nog een halve slag verder. 7. Draai de aftapplug onder de filterbus vast. GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken.
VOORZICHTIG VOORZICHTIG De kans bestaat dat de motor hierbij start. Bewegende ventilatoren en riemen van een lopende motor kunnen ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. De kans bestaat dat de motor hierbij start. Bewegende ventilatoren en riemen van een lopende motor kunnen ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Houd daarom handen, vingers, losse kleding/sieraden en haar uit de buurt van de ventilator en de riem van de motor.
Onderhoud elektrisch systeem WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. Belangrijk: Als u werkzaamheden aan het elektrische systeem verricht, moet u altijd de accukabels, de min (-) kabel eerst, loskoppelen om mogelijk beschadiging van de bedrading tengevolge van kortsluiting te voorkomen.
Onderhoud aandrijfsysteem Bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Controleer de bandenspanning om de 50 bedrijfsuren of maandelijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden (Figuur 49). Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de voorgeschreven spanning hebben. De correcte spanning is 1,24 bar voor de achterbanden en 1,72 bar voor de banden van de zwenkwielen. Een ongelijke bandenspanning kan leiden tot onregelmatige maairesultaten.
Onderhoud koelsysteem GEVAAR Als u hete, onder druk staande koelvloeistof over u heen krijgt of in aanraking komt met een hete radiateur of omliggende delen, kunt u ernstige brandwonden oplopen. • Verwijder de radiateurdop nooit als de motor heet is. Laat de motor minstens 15 minuten afkoelen of wacht totdat de radiateurdop zover is afgekoeld dat u deze kunt aanraken zonder uw hand te branden. • Raak nooit de radiateur en omliggende delen aan als deze heet zijn. Figuur 50 1. Moer 2.
3. Nadat de radiateur grondig is gereinigd, moet u vuil verwijderen dat zich eventueel heeft verzameld in het kanaal op het onderste deel van de radiateur. 1. Controleer het koelvloeistofpeil in de expansietank (Figuur 51). Het koelvloeistofpeil behoort tussen de markeringen op de zijkant van de tank te staan. 4. Sluit de motorkap. Figuur 51 1. Expansietank 2. Als het koelvloeistofpeil te laag staat, verwijdert u de dop van de expansietank en vult u het systeem bij. Niet te vol vullen. 3.
Onderhouden remmen 4. Beweeg de schakelaar op of neer op de beugel tot de afstand tussen de sensor van de remas en de plunjer van de schakelaar 3,9 mm bedraagt (Figuur 53). De interlockschakelaar van de parkeerrem afstellen Opmerking: Zorg ervoor dat de sensor van de remas geen contact maakt met de plunjer van de schakelaar. 5. Draai de contramoeren van de schakelaar vast. 1.
Onderhoud riemen 2. Verwijder de drijfriemkappen die boven op het maaidek zitten. Zet de drijfriemkappen weg. Riem van wisselstroomdynamo controleren 3. Trek de spanpoelie weg van de bovenste drijfriem (Figuur 55) om deze te ontspannen en laat de drijfriem loskomen van de poelies.Gebruik hiervoor een onderbrekerstang of soortgelijk gereedschap. Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Controleer de toestand en de spanning van de riemen (Figuur 54) om de 100 bedrijfsuren. 1.
Onderhoud bedieningsysteem De interlockschakelaar voor de neutraalstand van de rijhendels afstellen 1. Breng de machine tot stilstand, zet de rijhendels volledig in de vergrendelde neutraalstand, stel de parkeerrem in werking en haal het sleuteltje uit het contact. 2. Draai de bouten los waarmee het voorpaneel vastzit, en verwijder het paneel (Figuur 56). 2 Figuur 57 1. Rijhendel 3. Schroeven 2. Interlockschakelaar van neutraalstand 4. 0,4 tot 1 mm 4.
2 1 G020875 Figuur 58 Figuur 60 1. Bouten 2. Bedieningspaneel 1. Neutraalstand 2. Vergrendelde neutraalstand 4. Zet de rijhendel in de neutraalstand zonder deze te vergrendelen (Figuur 60). 7. Als de rijhendel moet worden afgesteld, draait u de moer en de contramoer tegen de gaffel (Figuur 59). 5. Trek de hendel naar achteren totdat de gaffelpen (op de arm boven de taatsas) contact maakt met het uiteinde van de sleuf (en net druk op de veer begint uit te oefenen) (Figuur 59). 8.
WAARSCHUWING De motor moet lopen als u deze afstelling wilt uitvoeren. Contact met bewegende onderdelen of hete oppervlakken kan lichamelijk letsel veroorzaken. Houd kleding, gezicht, handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de draaiende onderdelen, de geluiddemper en andere hete oppervlakken. 1. Krik het frame omhoog en plaats dit op stabiele kriksteunen zodat de wielen vrij kunnen ronddraaien. 2. Schuif de stoel naar voren en ontgrendel deze. Kantel daarna de stoel omhoog en voren. 3.
WAARSCHUWING De beveiliging van het elektrische systeem zal niet goed werken als de verbindingsdraad is gemonteerd. • Maak de verbindingsdraad los van de stekker van de kabelboom en sluit de stekker aan op de stoelschakelaar als de afstelling klaar is. • Gebruik de machine nooit als de verbindingsdraad is gemonteerd en de stoelschakelaar is omgeleid. 13. Zet de stoel omlaag in positie. Figuur 63 14. Haal de kriksteunen weg. Maximumsnelheid instellen 1.
Figuur 64 1. Rijhendel 3. Bouten 2. Rijhendelsteun 4. Laat iemand de rijhendelsteunen (niet de rijhendels) helemaal naar voren duwen in de stand voor de maximumsnelheid en deze in die positie houden. 5. Stel de rijhendels zodanig af dat ze in een lijn staan (Figuur 65) en draai de bouten vast waarmee de rijhendels worden bevestigd aan de steunen.
Onderhoud hydraulisch systeem Het reservoir van het hydraulische systeem is in de fabriek gevuld met ongeveer 4,7 liter hoogwaardige transmissie-/hydraulische vloeistof voor tractoren. Aanbevolen wordt het reservoir bij te vullen met de volgende hydraulische vloeistof: Toro Premium Transmission/hydraulische tractorvloeistof (verkrijgbaar in emmers van 19 liter of vaten van 208 liter. (Zie de onderdelencatalogus van de Toro-dealer voor de onderdeelnummers).
Onderhoud van het maaidek WAARSCHUWING Als u de machine opkrikt en op slechts op de krik laat steunen terwijl u onder het maaidek werkt, bestaat de kans dat de krik omvalt zodat het maaidek naar beneden valt waarbij u of omstanders worden verpletterd. Plaats de machine altijd op minstens 2 kriksteunen als u de machine hebt opgekrikt. Figuur 67 1. Aftapplug van hydraulische reservoir VOORZICHTIG 3.
Controleer elke dag of de maaimessen scherp zijn en of ze versleten of beschadigd zijn. Slijp de messen indien dit nodig is. Als een mes beschadigd of versleten is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een origineel Toro-mes. GEVAAR Een versleten of beschadigd mes kan breken en een stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de richting van de gebruiker of omstanders en ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen. • Controleer op gezette tijden het maaimes op slijtage of beschadigingen.
2. Zet de gashendel op Langzaam, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat. 3. Draai de messen totdat de uiteinden in de lengterichting liggen (Figuur 70). uitsluitend originele Toro-messen gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit messen van andere fabrikanten omdat dit in strijd kan zijn met de veiligheidsnormen. WAARSCHUWING Contact met een scherp mes kan ernstig letsel veroorzaken.
Maaimessen monteren 5. Verwijder de kappen van de bovenkant van de maaidekken. 1. Monteer het mes op de as (Figuur 73). 6. Draai het mes op elke as totdat de uiteinden in de lengterichting liggen. Belangrijk: Het gebogen deel van het mes moet naar de binnenzijde van de maaikast wijzen om een goede maaikwaliteit te garanderen. 2. Monteer de antiscalpeerplaat en de mesbout (Figuur 73). 7. Meet de afstand van de grond tot de voorste rand van het mes. 8.
7. Draai aan de contramoeren waarmee de gaffels/kettingen van het maaidek vastzitten, om de achterkant van het maaidek hoger te zetten, zodat de schuinstand 8 mm is) (Figuur 75). Figuur 76 1. Ketting 3. Contramoer 4. Maaidek 5. Gemonteerde veer 6. Grasgeleider 3. Borgmoer 7. Linker haakeind van de veer achter de rand van het maaidek plaatsen voordat u de bout monteert 8. Rechter haakeind van veer 4. Veer Figuur 75 2. Gaffel 1. Bout 2. Afstandsstuk 3.
Reiniging Stalling Onderkant van het maaidek reinigen Machine 1. Reinig de machine, het maaidek en de motor grondig en let daarbij speciaal op de volgende punten: Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks • Radiateur en radiateurscherm • Onderkant van het maaidek • De ruimte onder de drijfriemkappen van het Verwijder elke dag het aangekoekte gras aan de onderkant van het maaidek. maaidek 1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
6. Plaatsen waar de lak is bekrast, beschadigd of geroest, moeten licht geschuurd en bijgewerkt worden. Eventuele deuken in de metalen carrosserie uitdeuken. 7. Verricht de volgende onderhoudswerkzaamheden aan de accu en de kabels: A. Haal de accuklemmen los van de accupolen. B. Reinig de accu, de klemmen en de polen met behulp van een staalborstel en een oplossing van zuiveringszout (natriumbicarbonaat). C. Smeer een dun laagje Grafo 112X-vet (Toro onderdeelnr.
Opmerkingen: 66
Opmerkingen: 67
De garantie totaaldekking van Toro Beperkte garantie Gedekte voorwaarden en producten De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.