Form No. 3372-470 Rev A Maaier van 183 cm (60 inch) met zijafvoer Groundsmaster® 3320/3280-D Tractie-unit Modelnr.: 30366—Serienr.: 312000001 en hoger Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u naar www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Er worden in deze handleiding nog 2 woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.
Inhoud Veiligheid Inleiding....................................................................... 2 Veiligheid ..................................................................... 3 Veilige bediening .................................................. 3 Veiligheid Toro-maaiers ........................................ 5 Veiligheids- en instructiestickers ........................... 7 Montage ......................................................................
• • • • veilig te werken. Gebruik alleen door de fabrikant goedgekeurde accessoires en werktuigen. Draag geschikte kleding en uitrusting, zoals een helm, een veiligheidsbril en gehoorbescherming. Lang haar, losse kleding of sieraden kunnen worden gegrepen door bewegende onderdelen. Inspecteer het terrein waarop u de maaimachine gaat gebruiken en verwijder eventuele voorwerpen die door de machine kunnen worden uitgeworpen. Wees extra voorzichtig wanneer u met benzine of andere brandstof bezig bent.
• Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten als u de machine stalt of transporteert. U mag brandstof niet opslaan in de nabijheid van een open vuur of binnenshuis aftappen uit de brandstoftank. • Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Laat personeel dat niet bekend is met de instructies, nooit onderhoudswerkzaamheden aan de machine uitvoeren. • Plaats onderdelen op kriksteunen indien dit nodig is. • Haal voorzichtig de druk van onderdelen met opgeslagen energie.
voldoende kracht hebben om door de huid heen te dringen, en letsel veroorzaken. • Voordat u het hydraulische systeem loskoppelt of werkzaamheden eraan verricht, moet u alle druk in het systeem opheffen. Dit doet u door de motor af te zetten en de maaidekken neer te laten op de grond. • Als de motor moet lopen om onderhouds- of afstelwerkzaamheden uit te voeren, moet u uw kleding, handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de maaidekken, werktuigen en bewegende delen houden.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 117–4979 1. Ledematen kunnen worden gegrepen – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen en houd alle beschermende delen op hun plaats. 107-2908 120-6604 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 1.
100-5622 1. Maaihoogte-instelling 107-1622 108-1986 1. Maaihoogte 107-2916 1. Verwijder het sleuteltje uit het contact en lees de Gebruikershandleiding voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 2. Machine kan voorwerpen uitwerpen – Gebruik de maaimachine niet als de grasgeleider omhoog geklapt of verwijderd is; zorg ervoor dat de grasgeleider is gemonteerd; houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 8 3.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd.
1 2 De hefarmen aan de tractie-eenheid bevestigen De hefarmen aan het maaidek bevestigen Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Draaipenconstructie 1 Hefarm, rechts 2 Borgpen 1 Hefarm, links 4 Drukring van nylon 4 Gaffelpen 2 R-pen 2 Maaihoogtekraag 2 Gaffelpen 2 R-pen 2 Tapbout, 1/2 x 3/4 inch 2 Ring Procedure 1.
1. Verwijder de borgpen, bouten en borgmoeren waarmee het vrouwelijke uiteinde van de aftakas aan de as van de tractie-eenheid is bevestigd. 2. Verwijder de aftakas van de as van de tractie-eenheid en bewaar deze voor toekomstig gebruik. 3. Monteer met de borgpen het vrouwelijke uiteinde van de aftakas die werd meegeleverd met het maaidek, aan de as van de tractie-eenheid. 4. Draai de bouten en borgmoeren vast. 4 De aftakas aan de tandwielkast van het maaidek bevestigen Geen onderdelen vereist Procedure 1.
Algemeen overzicht van de machine 5 De machine smeren Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Geen onderdelen vereist Procedure Maaibreedte 152,4 cm Voordat de machine wordt gebruikt, moet deze worden gesmeerd, zodat een goede smering is gewaarborgd; zie Lagers en Lagerbussen smeren. Als de machine niet goed is gesmeerd, kunnen belangrijke onderdelen hierdoor voortijdig slijten of defect raken.
Maaihoogte instellen Gebruiksaanwijzing U kunt de maaihoogte instellen van 25 tot 127 mm, in stappen van 13 mm. Om de maaihoogte in te stellen, moet u de assen van de zwenkwielen in de bovenste of onderste openingen in de zwenkwielvorken plaatsen en vervolgens een gelijk aantal afstandsstukken toevoegen aan de zwenkwielvorken of verwijderen. Daarna bevestigt u de maaihoogtekraag aan de gewenste openingen in de maaihoogtestang.
Opmerking: Als u de machine afstelt op maaihoogten van 25 mm, 38 mm of in sommige gevallen 51 mm, moet u de glijders en de rollen in de bovenste openingen plaatsen. asbout worden geplaatst in de onderste opening van het zwenkwielvork om te voorkomen dat er zich gras opeenhoopt tussen het wiel en de vork.
dat u de sluitnokken en de plaat zodanig plaatst dat u het beste maairesultaat verkrijgt. 1. Om de sluitnokken te verstellen, draait u de hendel omhoog om ze los te maken (Figuur 13). 2. Plaats de plaat en de sluitnokken op zodanige wijze in de sleuven dat de machine de gewenste afvoer heeft. 3. Draai de hendel terug om de plaat en de sluitnokken vast te zetten (Figuur 13). 4. Als de sluitnokken de plaat niet goed vergrendelen of te strak zijn, draait u de hendel los en draait u de sluitnok.
Schuinstand van het maaidek afstellen De schuinstand van het maaidek is het verschil in de maaihoogte van de voorkant van het mesvlak tot de achterkant van het mesvlak. Toro adviseert een schuinstand van 6 mm. Dit wil zeggen dat de achterkant van het mesvlak 6 mm hoger is dan de voorkant. 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. Figuur 14 2. Stel het maaidek in op de gewenste maaihoogte. 3. Draai een mes zodat dit recht naar voren wijst. 4.
Tips voor bediening en gebruik 2. Controleer of de voor- en achterbanden een spanning van 138- kPa (20- psi) hebben. Indien nodig moet u ze oppompen totdat de bandenspanning correct is. 3. Controleer of de banden van alle zwenkwielen een spanning van 345 kPa hebben. 4. Controleer op kromme messen; zie Controleren op kromme messen. 5. Maai het gras in een testgebied om te controleren of alle maaidekken op dezelfde hoogte maaien. 6.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 2 bedrijfsuren • Draai de moeren van de zwenkwielen vast Na de eerste 10 bedrijfsuren • Draai de moeren van de zwenkwielen vast • Draai de mesbouten vast Bij elk gebruik of dagelijks • Smeer de lagerbussen van de zwenkwielarmen • Smeer de zwenkwiellagers • Maaimessen controleren Om de 50 bedrijfsuren • • • • • • Controleer de smeerolie van de tandwielkast Spuit vet in alle smeernippels Draai de moeren van de
Smering Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren De machine is voorzien van smeerpunten die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis. Als de machine in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet u alle lagers en lagerbussen om de 50 bedrijfsuren of direct na een wasbeurt smeren. 1.
Figuur 23 1. Maaihoogtestang 3. Maaihoogtekraag 2. Bout en ring 4. R-pen en gaffelpen Figuur 22 1. Peilstok/vulplug 3. Verwijder de R-pen en gaffelpen waarmee de kraag aan de maaihoogtestang aan de achterzijde van het maaidek is bevestigd (Figuur 23). Verwijder de maaihoogtekraag. Vooronderhoud 4. Verwijder de R-pen en gaffelpen waarmee de hefarmen aan de beugels van de zwenkwielarm zijn bevestigd (Figuur 24).
(Figuur 26). De kop van de gaffelpen moet naar de voorzijde van het maaidek wijzen. 10. Monteer een bout van 1/2 x 3/4 inch en een ring bovenop elke maaihoogtestang (Figuur 26). Figuur 25 1. Aftakas GEVAAR Als de motor wordt gestart en de aftakas kan draaien, kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben. U mag de motor niet starten en de aftakashendel niet inschakelen als de aftakas niet is aangesloten op de tandwielkast van het maaidek. Het maaidek aan de tractie-eenheid koppelen 1.
4. Om het zwenkwiel in elkaar te zetten, drukt u het lager in de wielnaaf. Om de lagers te monteren, moet u op de buitenste loopring van het lager drukken. 1. Breng het maaidek omhoog zodat de wielen vrijkomen van de grond. Zet het maaidek vast om te voorkomen dat dit per ongeluk naar beneden valt. 2. Verwijder het klemkapje, de afstandsstuk(ken) en de drukring van de bovenkant van de zwenkwielas. 3. Trek de zwenkwielas uit de buis waarin deze is bevestigd.
Het/de mes(sen) controleren en slijpen stap 2. Het verschil tussen de afstanden die zijn gemeten bij stap2 en 3 mag niet meer bedragen dan 3 mm. Als dit verschil meer dan 3 mm bedraagt, is het mes krom en moet het worden vervangen, zie Het maaimes verwijderen.
mes bevinden. Draai de mesbout vast met een torsie van 115–149 Nm. Ongelijke meshoogte controleren en corrigeren Indien de messen niet op gelijke hoogte zijn afgesteld, zullen er na het maaien strepen zichtbaar zijn in het gazon. Dit probleem kan worden gecorrigeerd door de messen recht te zetten en ervoor te zorgen dat alle messen op hetzelfde niveau maaien. Figuur 31 1. Snijrand 3. Slijtage/groefvorming 2. Gebogen deel/vleugel 4. Scheur 1.
De aandrijfriem vervangen De drijfriem van het maaimes, die wordt gespannen door de veerbelaste spanpoelie, is vervaardigd van zeer duurzaam materiaal. De riem zal echter na vele bedrijfsuren tekenen van slijtage gaan vertonen. Tekenen dat een riem aan het slijten is zijn: gieren tijdens het draaien van de riem, als de messen slippen tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren. Vervang de riem als u deze zaken constateert. 1. Laat de maaidekken neer op de grond.
Figuur 36 1. Bout 2. Afstandsstuk 5. Gemonteerde veer 6. Grasgeleider 3. Borgmoer 7. L-vormige uiteinde van de veer achter de rand van het maaidek plaatsen voordat u de bout monteert 8. J-vormig haakuiteinde van veer 4.
Opmerkingen: 27
De garantie totaaldekking van Toro Beperkte garantie Gedekte voorwaarden en producten De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.