Form No. 3356–640 Rev. A 72 inch Maaidek met zijafvoer 60 inch Maaidek met zijafvoer Groundsmaster 3320 en 3280-D Modelnr. 30368 – Serienr. 270000001 en hoger Modelnr. 30366 – Serienr.
Waarschuwing Controle op kromme messen . . . . . . . . . . . . . . . . . Maaimes(sen) verwijderen en monteren . . . . . . . . Maaimes(sen) controleren en slijpen . . . . . . . . . . . Ongelijke meshoogten corrigeren . . . . . . . . . . . . . Drijfriem vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Grasgeleider vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De Algemene Garantiebepalingen voor Toro–producten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheid • onjuist gebruik van de rem; • het type machine is niet geschikt voor het specifieke werk; Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 (als de correcte stickers zijn aangebracht) en de B71.4–2004 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), die van kracht zijn op het moment van productie als de machine is uitgerust met het achtergewicht dat wordt vermeld op de gewichtentabel in de gebruikershandleiding van de tractie-eenheid.
Gebruiksaanwijzing • Verander de instellingen van de motor niet en voorkom overbelasting van de motor. De motor met te hoog toerental laten draaien kan de kans op lichamelijk letsel vergroten. • Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte lopen, omdat zich daar giftige koolmonoxidedampen kunnen verzamelen. • Voordat u de bestuurdersplaats verlaat: • Maai uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht. – stop de machine op een horizontaal oppervlak.
Onderhoud en stalling • Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen. Stel indien mogelijk de machine niet af terwijl de motor loopt. • Draai alle moeren, bouten en schroeven regelmatig strak aan, zodat de machine steeds veilig kan worden gebruikt. • Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte; doe dit niet in de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u deze aansluit op of losmaakt van de accu.
• Controleer elke dag of de interlockschakelaars goed functioneren. Als een schakelaar defect is, moet u deze vervangen voordat u de machine gebruikt. Vervang om de twee jaar alle interlockschakelaars van het veiligheidssysteem, ongeacht of ze wel of niet naar behoren functioneren. Onderhoud en stalling • Let goed op dat er voldoende ruimte boven de machine is (denk aan takken, deuropeningen, elektrische kabels) voordat u onder een object rijdt, en zorg ervoor dat u dit niet raakt.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93–6697 1. Lees de Gebruikershandleiding. 2. Vul om de 50 bedrijfsuren bij met SAE–80w–90 (API GL 5) olie. 106–6753 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2.
107–2908 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2. Machine kan voorwerpen uitwerpen – Zorg ervoor dat de grasgeleider op zijn plaats zit. 110–0629 (model 30366) 3. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Machine kan kantelen – Laat het maaidek neer als u een helling afrijdt.
107–1622 108–1986 1. Maaihoogte Specificaties Specificaties Maaibreedte 60 inch of 72 inch maaibreedte, 3 maaimessen. Maaihoogte 25–127 mm afstelbaar in stappen van 13 mm. U kunt de maaihoogte afstellen door de afstandsstukken op de zwenkwielen te verplaatsen en de lengte van de maaihoogtestang te veranderen. Constructie De maaikast is vervaardigd van staal met dikte nr. 7 en versterkt met buizen en platen.
Montage Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Losse onderdelen Opmerking: Gebruik deze lijst om te controleren of alle onderdelen die nodig zijn voor de montage, zijn geleverd. Zonder deze onderdelen kan de montage niet worden voltooid. Sommige onderdelen kunnen al in de fabriek zijn gemonteerd.
Gevaar 6 Als de motor wordt gestart terwijl de aftakas kan ronddraaien, ontstaat kans op ernstig letsel. 2 4 8 7 3 1 U mag nooit de motor starten en de aftakashendel bedienen als de aftakas niet is bevestigd aan de tandwielkast van het maaidek. 8 7 Monteer de grasgeleider 5 (uitsluitend model 30368) Figuur 1 Waarschuwing 1. 2. 3. 4. 5. Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan het maaidek voorwerpen in de richting van de bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig letsel veroorzaken.
11 9 2 8 10 1 1 3 4 4 7 6 1. Draaipen 2. Hefarm 3 5 Figuur 2 3. Draaibeugel 4. Contraveer van rem 2 7. Monteer de wielset. Draai de moeren vast met een torsie van 61–75 Nm. 8. Herhaal dit aan de andere kant van het machine. Hefarmen bevestigen aan het maaidek 1. Plaats het maaidek vóór de tractie-eenheid. 2. Zet de hefhendel in de Zweef-stand.
8. Plaats een 1/2 x 3/4 inch tapbout en een ring op beide maaihoogtestangen (Fig. 3). Aftakas bevestigen aan tandwielkast van maaidek 1. Schuif de mannelijke aftakas in de vrouwelijke aftakas. Houd de montageopeningen in de aandrijfas van de tandwielkast recht voor de openingen in de aftakas en schuif deze in elkaar. 2 4 1 2 Figuur 4 1. Aftakas 2. Bouten en borgmoeren 3. Tandwielkast 4. Rolpen 2. Zet deze vast met een rolpen. 3. Draai de tapbouten en moeren vast.
Vóór het gebruik 1. Start de motor en hef de maaidekken op zodat de maaihoogte kan worden gewijzigd. Zet de motor af en verwijder het sleuteltje nadat het maaidek is opgeheven. Voorzichtig 2. Plaats de assen van de zwenkwielen in dezelfde gaten in beide zwenkwielvorken. Raadpleeg Figuur 7 om vast te stellen wat de correcte openingen voor de instelling van de maaihoogte zijn.
7. Borg de afstelling met de gaffelpen en de R-pen. Opmerking: Laat de kop van de gaffelpen in de richting van de voorkant van het maaidek wijzen indien dit mogelijk is. Opmerking: Als u de machine afstelt op maaihoogten van 25, 38 of in sommige gevallen 51 mm, moet u de ski’s en de rol in de bovenste gaten plaatsen. Schuinstand van het maaidek afstellen Figuur 7 4. Druk de zwenkwielas door de zwenkwielarm.
Ski’s afstellen De ski’s moeten worden gemonteerd in de laagste stand als de machine wordt gebruikt bij een maaihoogte van meer dan 64 mm, en in de hoogste stand als de machine wordt gebruikt bij een maaihoogte van minder dan 64 mm. Om de ski’s af te stellen, moet u de flensbout en de moeren verwijderen. Vervolgens zet u de ski’s in de gewenste positie en monteert u de bevestigingen weer (Fig. 11). Figuur 13 3. Monteer de flensmoer, de lagerbus, het afstandsstuk en de bout.
Inwendige achterrollen afstellen (Fig. 15) 2. Plaats de plaat en de sluitnokken op zodanige wijze in de sleuven dat de machine de gewenste afvoer heeft. 1. Verwijder de borgmoeren waarmee de rolassen zijn bevestigd aan de onderkant van het maaidek. 3. Draai de hendel terug om de plaat en de sluitnokken vast te zetten. 4. Als de nokken de plaat niet op zijn plaats houden of deze te vast zit, moet u hendel losmaken en aan de sluitnok draaien.
Positie B 3. Controleer of de banden van alle zwenkwielen een spanning van 345 kPa (50 psi) hebben. Indien nodig moet u ze oppompen totdat de bandenspanning correct is. Zet de plaat in deze positie als u het maaisel opvangt. Middelste positie 4. Controleer op kromme messen; zie Controle op kromme messen, blz. 24. 5. Maai het gras in een testgebied om te controleren of alle maaidekken op dezelfde hoogte maaien. 6.
Gebruiksaanwijzing Maai met correcte tussenpozen In de meeste normale condities moet u ongeveer om de 4 à 5 dagen uw gazon maaien. Houd er echter rekening mee dat gras niet het hele jaar door even snel groeit. Om dezelfde maaihoogte aan te houden, iets wat wij sterk aanbevelen, moet u daarom in het vroege voorjaar vaker maaien en als het gras midden in de zomer minder snel groeit, moet u slechts om de 8–10 dagen maaien.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 2 bedrijfsuren • Moeren van zwenkwielen aandraaien. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Moeren van zwenkwielen aandraaien. • Torsie van mesbouten controleren. • Maaimessen controleren. • Lagerbussen van zwenkwielarmen smeren.1 • Lagers van zwenkwielen smeren.1 Dagelijks Moeren van zwenkwielen aandraaien. Torsie van mesbouten controleren. Vet in smeernippels spuiten.
1 Figuur 22 Figuur 25 1. Vul-/controleplug Maaidek loskoppelen van de tractie-eenheid 1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat het maaidek neer op de grond, zet de hefhendel in de Zweef-stand, schakel de motor uit en stel de parkeerrem in werking. 2. Verwijder de tapbout en de ring die op beide maaihoogtestangen zijn gemonteerd (Fig. 8). Figuur 23 3.
Montage van het maaidek aan de tractie-eenheid 4. Verwijder de R-pennen en gaffelpennen waarmee de hefarmen zijn bevestigd aan de beugels van de zwenkwielarm (Fig. 27). 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak en zet de motor af. 2. Plaats het maaidek vóór de tractie-eenheid. 3. Schuif de mannelijke aftakas in de vrouwelijke aftakas (Fig. 28). 1 4. Zet de hefhendel in de Zweef-stand.
6. Herhaal dit bij de andere hefarm. 6. Controleer de zwenkwielas op slijtage en vervang deze in geval van beschadiging. 7. Start de tractie-eenheid en hef de maaidekken op. 7. Steek de zwenkwielas door de lagerbussen en de bevestigingsbuis. Schuif de drukring en afstandsstuk(ken) op de as. Installeer het klemkapje op de zwenkwielas om alle onderdelen op hun plaats te houden. 8. Duw de achterkant van het maaidek omlaag en steek de maaihoogtestangen door de voeringen van de hefarm. 9.
Controle op kromme messen Maaimes(sen) verwijderen en monteren 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. Hef het maaidek op, stel de parkeerrem in werking, zet het tractiepedaal in de neutraalstand en schakel de aftakas uit. Zet daarna de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact. Zet het maaidek vast om te voorkomen dat dit per ongeluk naar beneden valt. Een mes moet worden vervangen als u een vast voorwerp heeft geraakt, of als het mes uit balans of krom is.
Maaimes(sen) controleren en slijpen Opmerking: Verwijder de messen en slijp ze op een slijpmachine. Nadat de snijranden zijn geslepen, monteert u het mes met de anti-scalpeercup en de mesbout; zie Maaimes(sen) verwijderen en monteren, blz. 24. Gevaar PLATTE DEEL VAN HET MES Een versleten of beschadigd mes kan breken en een stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de richting van de bestuurder of omstanders en ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
Ongelijke meshoogten corrigeren 1. Laat de maaidekken neer op de grond. Verwijder de drijfriemkappen die boven op het maaidek zitten. Zet de drijfriemkappen weg. Indien de messen niet op gelijke hoogte zijn afgesteld, zullen er na het maaien strepen zichtbaar zijn op de grasmat. Dit probleem kan worden gecorrigeerd door de messen recht te zetten en ervoor te zorgen dat alle messen op hetzelfde niveau maaien. 2. Trek de spanpoelie (Fig.
Grasgeleider vervangen 4. Monteer de bout en de moer. Plaats het rechter J-vormige haakeind van de veer om de grasgeleider (Fig. 39). Waarschuwing Belangrijk De grasgeleider moet omlaag in positie kunnen klappen. Til de grasgeleider omhoog om te controleren of deze volledig omlaag klapt. Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan het maaidek voorwerpen in de richting van de bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u ook in contact komen met het mes.
De Algemene Garantiebepalingen voor Toro–producten 2 jaar garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro–product (hierna: het “Product”) gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten* is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.