Form No. 3353-288 Rev B 72I Maaidek met zijuitworp 60I Maaidek met zijuitworp Groundsmaster 3320 en 3280-D Modelnr. 30368 – Serienr. 250000001 en hoger Modelnr. 30366 – Serienr.
Waarschuwing Ongelijke meshoogten corrigeren . . . . . . . . . . . . . Drijfriem vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Grasgeleider vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CALIFORNIA Proposition 65 Waarschuwing Inleiding De uitlaatgassen van de dieselmotor van dit product bevatten bestanddelen waarvan bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kunnen veroorzaken. Inhoud Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheid • te snel rijden, Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 (als de correcte stickers zijn aangebracht) en de B71.4-2004 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), die van kracht zijn op het moment van productie als de machine is uitgerust met het achtergewicht dat wordt vermeld in de handleiding van de tractie-eenheid.
• Controleer of de instrumenten die registreren dat de bestuurder op de stoel zit, de veiligheidsschakelaars en de veiligheidsschermen zijn bevestigd en naar behoren werken. Gebruik de machine uitsluitend als deze naar behoren werkt. • Bij gebruik van werktuigen nooit de afvoeropening naar omstanders toe richten of personen in de buurt van de in werking zijnde machine laten komen. • Gebruik de machine nooit als schermen, afdekplaten of andere beveiligingsmiddelen zijn beschadigd of ontbreken.
• Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u een bocht maakt of wegen en voetpaden oversteekt. • Haal voorzichtig de druk van onderdelen met opgeslagen energie. • Gebruik de maaimachine niet als u onder de invloed van alcohol of drugs bent. • Maak de accukabels los of verwijder de bougie voordat u reparatiewerkzaamheden gaat verrichten Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Sluit eerst de pluspool van de accu aan en daarna de minpool.
• Maai niet in de buurt van steile hellingen, greppels of dijken. De machine kan plotseling omslaan als een wiel over de rand van een klip of greppel komt, of als een rand afbrokkelt. • Draag geen tennisschoenen of gymschoenen als u de machine gebruikt. • Het verdient aanbeveling veiligheidsschoenen en een lange broek te dragen. Dit is verplicht op grond van diverse plaatselijke veiligheidsvoorschriften en verzekeringsbepalingen. • Maai niet op nat gras.
• U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. • Indien belangrijke reparaties nodig zijn of hulp is vereist, moet u contact opnemen met een erkende Toro-dealer. • Om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat de machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro-onderdelen gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-6697 1. Lees de Gebruikershandleiding. 2. Vul om de 50 bedrijfsuren bij met SAE 80w-90 (API GL-5) olie. 106-6753 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2.
107-2908 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2. Machine kan voorwerpen uitwerpen – Zorg ervoor dat de grasgeleider op zijn plaats zit. 3. Handen of voeten kunnen worden gesneden/ geamputeerd, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 108-1988 1. Geleiding van drijfriem 110-0642 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Machine kan kantelen – Laat het maaidek neer als u een helling afrijdt.
7-1622 Specificaties Specificaties Maaibreedte 60 inch of 72 inch maaibreedte, 3 maaimessen. Maaihoogte 25–177 mm afstelbaar in stappen van 13 mm. U kunt de maaihoogte afstellen door de afstandsstukken op de zwenkwielen te verplaatsen en de lengte van de maaihoogtestang te veranderen. Constructie De maaikast is vervaardigd van staal met dikte nr. 7 en versterkt met buizen en platen.
Montage Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Losse onderdelen Opmerking: Gebruik deze lijst om te controleren of alle onderdelen die nodig zijn voor de montage, zijn geleverd. Zonder deze onderdelen kan de montage niet worden voltooid. Sommige onderdelen kunnen al in de fabriek zijn gemonteerd.
moet worden gebruikt om de maaihoogte af te stellen. Schuif een drukring op de as en duw de zwenkwielas door de zwenkwielarm. Plaats nog een drukring en de overige afstandsstukken op de as en monteer het klemkapje om de set vast te zetten (Fig. 1). Gevaar Als de motor wordt gestart terwijl de aftakas kan ronddraaien, ontstaat kans op ernstig letsel. Belangrijk De drukringen, niet de afstandsstukken, moeten contact maken met de boven- en de onderkant van de zwenkwielarm.
Hefarmen bevestigen aan het maaidek 5. Start de tractie-eenheid en hef de maaidekken op. 6. Duw de achterkant van het maaidek omlaag en steek de maaihoogtestangen door de voeringen van de hefarm. 1. Plaats het maaidek vóór de tractie-eenheid. 7. Monteer de kragen voor de maaihoogte op de maaihoogtestangen en zet deze vast met gaffelpennen en R-pennen (Fig. 3). Laat de kop van de gaffelpen in de richting van de voorkant van het maaidek wijzen indien dit mogelijk is. 2. Zet de hefhendel in de Zweef-stand.
Voor het gebruik Voorzichtig 1 Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine. Smeerolie van de tandwielkast controleren 1. Peilstok-/vulplug De tandwielkast is ontworpen voor gebruik met SAE 80-90 tandwielolie.
64 mm of lager en ontdekt dat er aangekoekt gras tussen het wiel en de vork zit, moet u de machine in de tegengestelde richting laten werken om het maaisel te verwijderen. 3. Verwijder het klemkapje van de spilas (Fig. 6) en schuif de as uit de zwenkwielarm. Plaats de twee opvulstukken (3 mm) op de spilas zoals zij oorspronkelijk werden geplaatst. Deze opvulstukken zijn nodig om ervoor te zorgen dat de maaidekken over de gehele breedte horizontaal staan.
Rollen instellen Opmerking: Laat de kop van de gaffelpen in de richting van de voorkant van het maaidek wijzen indien dit mogelijk is. Opmerking: Als het maaidek wordt gebruikt op een maaihoogte van 25 of 38 mm, moeten de rollen van het maaidek in de bovenste openingen in de beugels worden geplaatst. 1. Verwijder de schroef en de moer waarmee de as van de rol is bevestigd aan de bevestigingsbeugel van het maaidek (Fig. 11).
5. Maai het gras in een testgebied om te controleren of alle maaidekken op dezelfde hoogte maaien. 6. Als de maaidekken nog moeten worden afgesteld, zoek dan een vlak oppervlak met een rechte rand van minstens 2 meter. 7. Om het mesvlak gemakkelijker te meten, moet u de machine in de hoogste maaistand zetten; zie De maaihoogte instellen. 8. Laat het maaidek neer op het vlakke oppervlak. Verwijder de kappen van de bovenkant van de maaidekken. 9.
Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. slechts om de 8–10 dagen maaien. Als u gedurende een langere periode niet kunt maaien door de weersomstandigheden of om andere redenen, moet u de eerstvolgende keer niet te kort maaien; vervolgens 2 à 3 dagen later met een lagere maaihoogte-instelling maaien.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 2 bedrijfsuren • Moeren van zwenkwielen aandraaien. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Moeren van zwenkwielen aandraaien. • Torsie van mesbouten controleren. • Maaimessen controleren. • Lagerbussen van zwenkwielarmen smeren.1 • Lagers van zwenkwielen smeren.1 Dagelijks Moeren van zwenkwielen aandraaien. Torsie van mesbouten controleren. Vet in smeernippels spuiten.
Figuur 16 Figuur 13 Figuur 14 Figuur 15 20
Maaidek loskoppelen van de tractie-eenheid 2. Plaats het maaidek op een horizontaal oppervlak en laat het maaidek neer. Verwijder de peilstok-/vulplug op de bovenkant van de tandwielkast (Fig. 17) en controleer of het peil van de tandwielolie tussen de merktekens op de peilstok staat. Als het peil te laag is, vult u bij met SAE 80–90 tandwielolie totdat het peil tussen de merktekens staat. 1.
Montage van het maaidek aan de tractie-eenheid 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak en zet de motor af. 2. Plaats het maaidek vóór de tractie-eenheid. 1 3. Schuif de mannelijke aftakas in de vrouwelijke aftakas (Fig. 20). 4 2 4. Zet de hefhendel in de Zweef-stand. Duw een hefarm omlaag totdat de openingen in de hefarm zich tegenover de openingen in de beugel van de zwenkwielarm bevinden en de maaihoogtestang in de voeringen van de hefarm kan worden gestoken (Fig. 21). 3 Figuur 19 1.
Schuinstand van het maaidek afstellen 11 9 8 10 1 Schuinstand van het maaidek meten De schuinstand van het maaidek is het verschil in de maaihoogte van de voorkant van het mesvlak tot de achterkant van het mesvlak. Toro adviseert een schuinstand van 6 mm. Dit wil zeggen dat de achterkant van het mesvlak 6 mm hoger is dan de voorkant. 4 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 7 6 5 3 2. Stel het maaidek in op de gewenste maaihoogte. 3. Draai een mes zodat dit recht naar voren wijst. 4.
3. Controleer de lagers, het afstandsstuk en de binnenkant van de wielnaaf op slijtage. Beschadigde delen vervangen. de zwenkwielvork naar voren en naar achteren en van links naar rechts bewegen. Als de zwenkwielas los in de lagerbussen zit, zijn de lagerbussen versleten en moeten deze worden vervangen. 4. Om het zwenkwiel in elkaar te zetten, drukt u het lager in de wielnaaf. Om de lagers te monteren, moet u op de buitenste loopring van het lager drukken. 1.
Maaimes(sen) controleren en slijpen verschil tussen de afstanden die zijn gemeten bij stappen 2 en 3, mag niet meer zijn dan 3 mm. Als dit verschil meer bedraagt dan 3 mm, is het mes krom en moet het worden vervangen; zie Maaimes(sen) verwijderen, blz. 25. Gevaar Maaimes(sen) verwijderen en monteren Een versleten of beschadigd mes kan breken en een stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de richting van de bestuurder of omstanders en ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
Ongelijke meshoogten corrigeren Opmerking: Verwijder de messen en slijp ze op een slijpmachine. Nadat de snijranden zijn geslepen, monteert u het mes met de anti-scalpeercup en de mesbout; zie Maaimes(sen) verwijderen en monteren, blz. 25. Indien de messen niet op gelijke hoogte zijn afgesteld, zullen er na het maaien strepen zichtbaar zijn op de grasmat. Dit probleem kan worden gecorrigeerd door de messen recht te zetten en ervoor te zorgen dat alle messen op hetzelfde niveau maaien.
Drijfriem vervangen De drijfriem van het mes, die wordt gespannen door de veerbelaste spanpoelie, is vervaardigd van zeer duurzaam materiaal. De riem zal echter na vele bedrijfsuren tekenen van slijtage gaan vertonen. Tekenen dat een riem aan het slijten is zijn: gieren tijdens het draaien van de riem, als de messen slippen tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren. Vervang de riem als u een van deze zaken constateert. 1. Laat de maaidekken neer op de grond.
6 4 3 2 1 8 7 5 Figuur 32 1. 2. 3. 4. 5. 6. Bout Afstandsstuk Borgmoer Veer Veer, gemonteerd Grasgeleider 7. L-eind van veer, achter de rand van het maaidek plaatsen alvorens de bout te monteren 8. J-vormige haakeind van veer 3. Plaats een afstandsstuk en de veer op de grasgeleider. Plaats het L-eind van de veer achter de rand van het maaidek. Opmerking: Zorg ervoor dat het L-eind van de veer is geplaatst achter de rand van het maaidek voordat u de bout monteert zoals wordt aangegeven in Figuur 32. 4.