Operator's Manual

15
64 mm of lager en ontdekt dat er aangekoekt gras tussen het
wiel en de vork zit, moet u de machine in de tegengestelde
richting laten werken om het maaisel te verwijderen.
3. Verwijder het klemkapje van de spilas (Fig. 6) en schuif
de as uit de zwenkwielarm. Plaats de twee opvulstukken
(3 mm) op de spilas zoals zij oorspronkelijk werden
geplaatst. Deze opvulstukken zijn nodig om ervoor te
zorgen dat de maaidekken over de gehele breedte
horizontaal staan. Schuif het benodigde aantal
afstandsstukken van 1,25 cm op de spilas om de
gewenste maaihoogte te bereiken; schuif daarna de
klemring op de as.
Raadpleeg Figuur 7 om vast te stellen welke combinatie
afstandsstukken moet worden gebruikt om de maaihoogte
af te stellen.
4
2
3
5
1
Figuur 6
1. Zwenkwiel
2. Klemkapje
3. Afstandsstukken
4. Opvulstukken
5. Montagegaten van as
Figuur 7
4. Druk de zwenkwielas door de zwenkwielarm. Plaats de
opvulstukken (zoals deze oorspronkelijk zijn geplaatst)
en de overige afstandsblokken op de spilas. Monteer het
klemkapje om alles goed vast te zetten.
5. Verwijder de R-pen en de gaffelpen waarmee de kraag
voor de maaihoogte is bevestigd aan de maaihoogtestang
op de achterkant van het maaidek (Fig. 8).
1
3
2
Figuur 8
1. Maaihoogtestang
2. Kraag voor maaihoogte
3. Gaffelpen en R-pen
6. Houd de kraag voor de maaihoogte recht voor de
openingen van de gewenste maaihoogte op de
maaihoogtestang (Fig. 9).
7. Borg de afstelling met de gaffelpen en de R-pen.