Operator's Manual

16
Opmerking: Laat de kop van de gaffelpen in de richting
van de voorkant van het maaidek wijzen indien dit
mogelijk is.
Figuur 9
Opmerking: Als u de machine afstelt op maaihoogten van
25, 38 of in sommige gevallen 51 mm, moet u de ski’s en
de rol in de bovenste gaten plaatsen.
Ski’s afstellen
De ski’s moeten worden gemonteerd in de laagste stand als
de machine wordt gebruikt bij een maaihoogte van meer
dan 64 mm, en in de hoogste stand als de machine wordt
gebruikt bij een maaihoogte van minder dan 64 mm.
Om de ski’s af te stellen, moet u de flensbout en de moeren
verwijderen. Vervolgens zet u de ski’s in de gewenste
positie en monteert u de bevestigingen weer (Fig. 10).
1
Figuur 10
1. Ski
Rollen instellen
Opmerking: Als het maaidek wordt gebruikt op een
maaihoogte van 25 of 38 mm, moeten de rollen van het
maaidek in de bovenste openingen in de beugels worden
geplaatst.
1. Verwijder de schroef en de moer waarmee de as van de
rol is bevestigd aan de bevestigingsbeugel van het
maaidek (Fig. 11).
1
2
Figuur 11
1. Rol 2. As van rol
2. Schuif de as uit de onderste openingen in de beugel,
houd de rol voor de bovenste openingen en monteer de
as.
3. Monteer de schroef en de moer om het geheel vast te
zetten.
Ongelijke meshoogten
corrigeren
In verband met verschillen in gazoncondities en de
instellingen van het tegengewicht van de tractie-eenheid,
verdient het aanbeveling een deel van het gazon te maaien
en het uiterlijk ervan te controleren voordat u het gazon
echt gaat maaien.
1. Stel het maaidek in op de gewenste maaihoogte; zie De
maaihoogte instellen, blz. 14.
2. Controleer of de voor- en achterbanden een spanning
van 172–207 kPa (25–30 psi) hebben. Indien nodig
moet u ze oppompen totdat de bandenspanning correct
is.
3. Controleer of de banden van alle zwenkwielen een
spanning van 345 kPa (50 psi) hebben. Indien nodig moet
u ze oppompen totdat de bandenspanning correct is.
4. Controleer op kromme messen; zie Controle op
kromme messen, blz. 24.