Operator's Manual

22
2
3
1
4
Figuur 19
1. Hefarm
2. Gaffelpen
3. R-pen
4. Beugel van zwenkwielarm
5. Rol het maaidek weg van de tractie-eenheid en maak
het mannelijke en het vrouwelijke gedeelte van de
aftakas los van elkaar (Fig. 20).
1
1
Figuur 20
1. Aftakas
Gevaar
Als de motor wordt gestart terwijl de aftakas kan
ronddraaien, ontstaat kans op ernstig letsel.
U mag de motor niet starten en de aftakashendel
bedienen als de aftakas niet is bevestigd aan de
tandwielkast van het maaidek.
Montage van het maaidek aan
de tractie-eenheid
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak en zet
de motor af.
2. Plaats het maaidek vóór de tractie-eenheid.
3. Schuif de mannelijke aftakas in de vrouwelijke aftakas
(Fig. 20).
4. Zet de hefhendel in de Zweef-stand. Duw een hefarm
omlaag totdat de openingen in de hefarm zich tegenover
de openingen in de beugel van de zwenkwielarm
bevinden en de maaihoogtestang in de voeringen van de
hefarm kan worden gestoken (Fig. 21).
5. Bevestig de hefarm aan de zwenkwielarm met (2)
drukdringen, een gaffelpen en een R-pen. Plaats de
drukringen tussen de hefarm en de beugel van de
zwenkwielarm (Fig. 21). Steek het uiteinde van de
borgpen in de sleuf in het lipje van de zwenkwielarm
om de borgpen op zijn plaats te houden.