Operator's Manual

23
1
2
3
4
5
67
10
11
9
8
Figuur 21
1. Hefarm
2. Beugel van zwenkwielarm
3. Maaihoogtestang
4. Voeringen van hefarm
5. Drukringen
6. Gaffelpen
7. R-pen
8. Kraag voor maaihoogte
9. Gaffelpen
10. R-pen
11. Tapbout
6. Herhaal dit bij de ander hefarm.
7. Start de tractie-eenheid en hef de maaidekken op.
8. Duw de achterkant van het maaidek omlaag en steek de
maaihoogtestangen door de voeringen van de hefarm.
9. Monteer de kragen voor de maaihoogte op de
maaihoogtestangen en zet deze vast met gaffelpennen
en R-pennen (Fig. 21). Laat de kop van de gaffelpen
naar de voorkant van het maaidek wijzen.
10. Plaats een 1/2 x 3/4 inch tapbout en een ring op beide
maaihoogtestangen (Fig. 21).
Schuinstand van het maaidek
afstellen
Schuinstand van het maaidek meten
De schuinstand van het maaidek is het verschil in de
maaihoogte van de voorkant van het mesvlak tot de
achterkant van het mesvlak. Toro adviseert een schuinstand
van 6 mm. Dit wil zeggen dat de achterkant van het
mesvlak 6 mm hoger is dan de voorkant.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Stel het maaidek in op de gewenste maaihoogte.
3. Draai een mes zodat dit recht naar voren wijst.
4. Meet met een korte liniaal de afstand van de grond tot
de voorste rand van het mes. Draai de rand van het mes
achterwaarts en meet de afstand van de grond tot de
rand van het mes.
5. Trek de afstand aan de voorkant van de afstand aan de
achterkant om de schuinstand te berekenen.
6. Draai de contramoeren aan de onderkant van de
maaihoogtestangen los (Fig. 22).
1
2
Figuur 22
1. Maaihoogtestang 2. Contramoer
7. Draai aan de maaihoogtestangen om de achterkant van
het maaidek hoger of lager te zetten en een correcte
schuinstand te verkrijgen.
8. Draai de contramoeren vast.
Onderhoud van de lagerbussen
in de zwenkwielarmen
In de boven- en onderkant van de buis in de zwenkwielarmen
zitten lagerbussen gedrukt. Deze lagerbussen zullen na vele
bedrijfsuren slijten. Om de lagerbussen te controleren, moet u