Operator's Manual

g012231
Figuur9
1.Maaihoogtestang
3.GaffelpenenR-pen
2.Maaihoogtekraag
6.Lijndemaaihoogtekraaguitmetdeopeningen
voordegewenstemaaihoogteopde
maaihoogtestang(Figuur10).
decal108-1986
Figuur10
7.ZetdeafstellingvastmetdegaffelpenenR-pen.
Opmerking:Plaatsdekopvandegaffelpen
indienmogelijknaardevoorzijdevanhet
maaidekgericht.
Opmerking:Alsudemachineafsteltop
maaihoogtenvan25mm,38mmofinsommige
gevallen51mm,moetudeglijdersenderollen
indebovensteopeningenplaatsen.
Schuinstandvande
maai-eenheidafstellen
Deschuinstandvandemaai-eenheidishetverschil
indemaaihoogtevandevoorkantvanhetmesvlak
totdeachterkantvanhetmesvlak.Gebruikeen
messchuinstandvan6mm.Ditwilzeggendatde
achterkantvanhetmesvlak6mmhogerisdande
voorkant.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
4.Steldemaai-eenheidinopdegewenste
maaihoogte.
5.Draaieenmeszodatditrechtnaarvorenwijst.
6.Meetmeteenkorteliniaaldeafstandvande
grondtotdevoorsterandvanhetmes.Draai
derandvanhetmesachterwaartsenmeetde
afstandvandegrondtotderandvanhetmes.
7.Trekdeafstandaandevoorkantvandeafstand
aandeachterkantomdeschuinstandte
berekenen.
8.Draaidecontramoerenopdeonderkantvande
maaihoogtestanglos(Figuur11).
g012232
Figuur11
1.Maaihoogte
2.Contramoer
9.Draaideanderemaaihoogtestangenomde
achterkantvandemaai-eenheidhogerof
lagertezetteneneencorrecteschuinstandte
verkrijgen.
10.Draaidecontramoerenvast.
13