Operator's Manual

Figuur119
1.Voorwiel
46.Tilderupsbandenvoorzichtigoverdeachterwielen
endevoorstenaven.Dedraairichtingisaangeduidop
derupsbanden.DeVinderubberenrupsbandmoet
naarvorenwijzen.
VOORZICHTIG
Derupsbandgeleidershebbenveelmogelijke
knelpunten.Contactmetéénvandeze
knelpuntenkanernstigepersoonlijkeletsels
veroorzaken.
Neemderubberenrupsbandvoorzichtigvast
aandebuitenrandenvóórdestalengeleiders
wanneeruderupsbandprobeerttebewegen.
47.Steldekrikafopeenhoogtedieutoelaatomde
voorwielentemonteren.
48.Tilsamenmeteenassistentdevoorzijdevande
rupsbandvergenoegopzodatuvoorzichtigde
voorwielenkuntmonteren(Figuur120).
Figuur120
49.Steldekrikafopeenhoogtedieutoelaatomhet
middelstewieltemonteren.Tilhetmiddenvande
rupsbandvergenoegopomhetmiddelstewielte
kunnenmonteren.
Opmerking:Draaidewielmoerenvastmeteentorsie
van88tot115N·m.
Figuur121
50.Laatdekrikzakkentotdevoorwielenhetframedragen.
51.Monteerdeplatteringen(1/2inch)enborgmoerenop
desteunboutvandedraaispil(Figuur121)endraaiaan
meteentorsievan102N·m.
Opmerking:Mogelijkmoetudekriknaarde
achterbumperverplaatsenomdeachterkantvande
machinehooggenoegtebrengenzodatudeplattering
enborgmoerkuntplaatsen.
52.Monteerdeinspectieluikenaandezijkant;gebruikde
schroevendieueerderverwijderdhebt(Figuur122).
Figuur122
1.Inspectieluiken
53.Monteerhetschermvandebodemplaatvanhet
winterframeopdevloer;gebruikdeschroevendieu
eerderverwijderdhebt(Figuur123).
47